Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6],
[eiser 7],
[eiser 8],
[eiser 9],
1.de rechtspersoon naar buitenlands recht BRASKEM S.A.,
BRASKEM NETHERLANDS B.V.,
BRASKEM NETHERLANDS FINANCE B.V.,
BRASKEM NETHERLANDS INC. B.V.,
1.De procedure
- het vonnis in incident van 21 september 2022 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de conclusie van antwoord, met producties 43-83;
- de conclusie van repliek, tevens houdende akte wijziging van eis en intrekking van de vorderingen van eisers 10 en 12, met producties 55-69;
- de conclusie van dupliek, met producties 84-103;
- de akte houdende overlegging producties van eisers, met producties 70-77;
- de akte houdende overlegging producties van Braskem c.s., met producties 104-110;
- de spreekaantekeningen van eisers en de pleitaantekeningen van Braskem c.s. voor de mondelinge behandeling op 15 februari 2024;
- het proces-verbaal van deze mondelinge behandeling.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
Gedaagden
Civil Public Actions(kortweg CPA’s), aanhangig gemaakt tegen Braskem SA, waaronder (i) een collectieve procedure ter vergoeding van materiële en immateriële schade van de bewoners in de door de aardschokken getroffen regio (“Residents CPA”) en (ii) een collectieve procedure ter vergoeding van de sociaalecologische schade geassocieerd met de aardschokken (“Socio-Environmental CPA”). In zowel de Residents CPA als de Socio-Environmental CPA zijn schikkingen bereikt. Die schikkingen zijn door de Braziliaanse rechter geratificeerd. Beide CPA’s zijn daarmee beëindigd. De (resterende) eisers in de onderhavige procedure zijn geen partij bij deze collectieve procedures en schikkingen.
4.Het geschil
(indirect) polluters. De vereisten voor aansprakelijkheid van de
pollutervolgen uit artikel 3 (IV) en artikel 14 (1) van de National Environmental Protection Law (NEPL): als
polluterkwalificeren alle (rechts)personen die direct of indirect verantwoordelijk zijn voor een activiteit die schade aan het milieu heeft veroorzaakt. Het betreft op basis van de
full risk theoryeen risicoaansprakelijkheid, waarbij een toerekenbare fout (of een nalaten) en een schending van een eigen en/of bijzondere zorgplicht geen vereisten voor aansprakelijkheid zijn en op basis waarvan
pollutershoofdelijk aansprakelijk zijn voor de milieuschade die verband houdt met risicovolle (milieugevaarzettende) activiteiten, ongeacht of er feitelijke betrokkenheid is bij die activiteiten. De vereiste
duty of carevolgt rechtstreeks uit artikel 225 van de Braziliaanse Federale grondwet (BGw). Deze bepaling heeft directe horizontale werking en richt zich tot een ieder. Met artikel 225 BGw heeft de Braziliaanse wetgever een algemene zorgplicht gecreëerd voor (rechts)personen die een activiteit uitvoeren waaraan een risico kleeft voor het Braziliaanse milieu, mijnbouwactiviteiten in het bijzonder. De belangrijkste uitwerking van de
full risk theoryis de invulling van het vereiste causaal verband. Een normatief (juridisch) causaal verband tussen de aangesproken
polluteren de risicovolle activiteit volstaat. Daaraan is reeds voldaan als sprake is van controle- en beslissingsbevoegheid ten aanzien van de (milieu)gevaarzettende activiteit, of van een verweven
corporate structureof bestuurlijke overlap, of als van de activiteiten direct of indirect wordt geprofiteerd en/of indien deze activiteiten direct of indirect (mede) worden gefinancierd. Omdat de Braskem NL entiteiten Braskem SA hebben gefinancierd, producten hebben geleverd aan en hebben afgenomen van Braskem SA en er een gedeeltelijke personele unie bestond tussen de besturen van Braskem SA en de Braskem NL entiteiten, zijn de Braskem NL entiteiten gelet op het normatieve causaal verband aan te merken als
indirect polluters.
res iudicata, van de in Brazilië verbindend verklaarde collectieve schikking, de Residents CPA. Eisers kunnen in Brazilië geen rechterlijk oordeel meer krijgen over de aansprakelijkheid van Braskem SA (verwezen wordt naar productie 43 van Braskem c.s., Opinie Procesrecht III van prof. [naam 5]). Het gezag van gewijsde werkt twee kanten op. Enerzijds faciliteert het eisers omdat daarmee een in “liquidation proceedings” executeerbare vergoedingsplicht van Braskem SA is gegeven, anderzijds kan Braskem SA zich beroepen op de blokkerende werking van het gezag van gewijsde, wat inhoudt dat de aansprakelijkheid van Braskem SA naar Braziliaans recht niet meer in rechte kan worden beoordeeld. Dit effect van het gezag van gewijsde van de geratificeerde Residents CPA werkt door in de Nederlandse rechtsorde. Reeds om die reden zijn de vorderingen van eisers tegen Braskem SA niet toewijsbaar.
res iudicataeffect van de Residents CPA, waarin met bindende kracht is vastgesteld dat Braskem SA een verplichting heeft tot vergoeding van de schade van eisers. Toewijzing van de tegen Braskem SA ingestelde vorderingen maakt voor eisers geen relevant verschil in hun rechtspositie. Eisers hebben daarom geen belang bij vaststelling van aansprakelijkheid van Braskem SA door de Nederlandse rechter. Het enige wat eisers en Braskem SA verdeeld houdt, is de omvang van de schade van eisers. Voor vaststelling van de omvang van de schadevergoedingsverplichting van Braskem SA zijn “liquidation proceedings” in Brazilië de geëigende weg. Deze zijn bovendien reeds gestart en daarin valt binnen afzienbare tijd een eindbeslissing te verwachten, in ieder geval op veel kortere termijn dan in een eventuele schadestaatprocedure in Nederland.
res iudicataeffect van de Residents CPA en het ontbreken van voldoende belang aan de zijde van eisers geen redenen zouden zijn om de vorderingen van eisers af te wijzen of eisers daarin niet-ontvankelijk te verklaren, meent Braskem SA dat de lopende procedures in Brazilië (“liquidation proceedings”) nopen tot het (alsnog) aanhouden van de onderhavige Nederlandse procedure op grond van artikel 12 Rv (litispendentie).
indirect polluterszijn (verwezen wordt naar productie 44 van Braskem c.s., Opinie Milieurecht III van de Braziliaanse advocaten [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] ). In de uitspraken van Braziliaanse rechters, ook hoogste rechters, heeft het begrip
indirect pollutereen beperkt toepassingsgebied: het gaat vrijwel steeds om overheidsaansprakelijkheid voor tekortschietend toezicht op (milieu)vervuilende activiteiten en aansprakelijkheid van landeigenaren in gevallen waar zij bewerkstelligen of nalaten te voorkomen dat er (milieu)vervuilende activiteiten plaatsvinden op hun land. Uit de door de Superior Court of Justice/Superior Tribunal de Justiça (STJ) als bindend precedent aangemerkte Vicuña-uitspraak
(REsp 1596081/PR;
REsp 1602106/PR) volgt dat bij het ontbreken van causaal verband en een
duty of carevan de aangesproken
indirect polluteraansprakelijkheid van die
indirect polluterniet aan de orde kan zijn. Naar het positieve Braziliaanse recht is voor aansprakelijkheid vanwege een indirecte bijdrage aan milieuschade vereist dat een specifieke zorgplicht is geschonden en dat feitelijk causaal verband bestaat tussen de geschonden zorgplicht en de milieuschade. Bij het ontbreken van enige relevante betrokkenheid kan geen aansprakelijkheid worden aangenomen van de Braskem NL entiteiten voor de gevolgen van de zoutwinning door Braskem SA. Tussen de zoutwinning door Braskem SA in Brazilië en de activiteiten van de Braskem NL entiteiten bestonden feitelijk geen verbanden. De relaties die bestonden, zijn reguliere relaties binnen een internationaal opererend concern. Het enkel deel uitmaken van een keten van economisch profijt is niet genoeg voor aansprakelijkheid. Betwist wordt dat geen enkele feitelijke betrokkenheid is vereist om te kwalificeren als
indirect polluter. Naar Braziliaans recht wordt de grens getrokken daar waar een vennootschap een plicht had de schade te voorkomen en is nog nooit een vennootschap aansprakelijk gehouden enkel vanwege het financieren of profiteren van een milieuvervuilende activiteit. Daarbij komt dat de Braskem NL entiteiten geen enkele feitelijke betrokkenheid hadden bij de zoutwinning in Maceió en die ook niet gefinancierd hebben. Ook zijn er geen producten verkocht of verhandeld in Nederland die afkomstig waren uit Alagoas. Het bestaan van gebruikelijke verbanden tussen vennootschappen in een internationaal opererend concern is onvoldoende voor aansprakelijkheid. Als hierover anders wordt geoordeeld, kan hooguit een secundaire/subsidiaire aansprakelijkheid aan de orde zijn, waarop pas een beroep kan worden gedaan als Braskem SA geen verhaal biedt. Daarvan is in dit geval geen sprake. Voor de Braskem NL entiteiten geldt dan ook dat zonder ontoelaatbaar rechtsvormend optreden door de Nederlandse rechter niet kan worden geoordeeld dat zij aansprakelijk zijn.
indirect polluteraansprakelijkheid op grond van de Braziliaanse NEPL in de weg. Als
punitive damagesal in strijd worden geacht met de openbare orde omdat die indruisen tegen de compensatoire aard van het Nederlandse schadevergoedingsrecht, geldt dit des te meer voor een schadevergoedingsverplichting van een Nederlandse (rechts)persoon die geen relevante feitelijke/causale betrokkenheid heeft bij de schadeveroorzakende gebeurtenis.
5.De beoordeling
Eiswijziging
lex loci damni). Tussen partijen bestaat overeenstemming over het Braziliaanse recht dat dient te worden toegepast in deze kwestie. Dat zijn de regels omtrent collectieve acties en schikkingen, het reguliere privaatrecht en de bijzondere regels voor risicoaansprakelijkheid van
(indirect) polluters. Over de uitleg van deze regels verschillen partijen van mening.
lex fori(het recht van de aangezochte staat, in dit geval Nederlands recht). De Nederlandse rechter zal dus bij de beoordeling van de vorderingen van eisers naar Braziliaans recht de Nederlandse procesrechtelijke bepalingen omtrent de mogelijkheid om een vordering in te stellen en verwijzing naar de schadestaatprocedure te verkrijgen moeten toepassen. Zo zijn artikel 3:303 BW en artikel 612 Rv in algemene zin van toepassing.
res iudicataheeft.
res iudicataverweer niet te laat gevoerd. Dat verweer is immers geen exceptie, maar een verweer ten principale dat, indien het gegrond blijkt, leidt tot afwijzing van de vordering. Dit brengt mee dat een partij in beginsel in elke stand van de procedure een beroep op het gezag van gewijsde kan doen. Dat dit beroep in dit geval niet voldoende kenbaar zou zijn of in strijd zou zijn met de eisen van een goede procesorde, is gesteld noch gebleken. De enkele stelling van eisers dat de timing van dit verweer opmerkelijk is, wat daarvan ook zij, betekent niet dat dit verweer buiten beschouwing moet worden gelaten.
, any of the Parties shall have the option to file a judicial measure, in which Braskem undertakes to deposit the amount stated in the judicial appraisal report of the property, prepared by a court-appointed expert and approved by the 3rd Federal Court or by the court with jurisdiction thereon.
.
res iudicataeffect heeft, is de rechtbank van oordeel dat daaraan geen blokkerende werking toekomt, zodanig dat de aansprakelijkheidsvraag niet langer in rechte kan worden beoordeeld en dat de rechter een daarop gebaseerde gevorderde verklaring voor recht niet inhoudelijk mag beoordelen en direct moet afwijzen. Een dergelijke blokkerende werking blijkt niet uit de tekst van de Residents CPA en ook niet uit andere feiten en omstandigheden.
res iudicataeffect heeft dat in de weg staat aan hun vorderingen in deze procedure. De rechtbank licht dat toe.
liability).
res iudicataheeft vanwege de enkele ratificatie door de Braziliaanse rechter bij gebrek aan belang voor deze procedure geen verdere beantwoording. De rechtbank onderkent dat Braskem SA met het sluiten van de Residents CPA ervan blijk heeft gegeven dat zij zich het lot van de bewoners van het getroffen gebied aantrekt en dat zij in financiële zin ook verantwoordelijkheid heeft genomen voor verschillende maatregelen waarbij de bewoners, en daarmee ook eisers, gebaat zijn. Die maatregelen zijn door een Braziliaanse rechter goedgekeurd. Duidelijk is ook dat er behoefte was aan zulke maatregelen en dat velen schikkingen met Braskem SA hebben getroffen, waarmee hun zaken tegen Braskem SA in beginsel definitief zijn afgedaan. Daarmee is echter niet het recht van eisers komen te vervallen om geen genoegen te nemen met wat hun wordt aangeboden en zich tot de Nederlandse rechter te wenden.
lex fori, en dus Nederlands recht (als het recht van de staat van de aangezochte rechter die bevoegd is om van de zaak kennis te nemen) van toepassing. Derhalve is ook artikel 612 Rv van toepassing. Voor zover binnen de schadestaat één of meer materiële geschilpunten beoordeeld moet(en) worden, wordt de vraag welk recht van toepassing is beantwoord op basis van de
lex causae. Dit betekent dat Braziliaans recht van toepassing is op beslispunten die zien op onder meer de schadevaststelling en de aard en omvang van de schade.
indirect pollutersin de zin van artikel 3 (IV) van de NEPL (hierna onder 5.45 geciteerd) en op die grond op dezelfde wijze aansprakelijk zijn voor de door eisers als gevolg van de aardschokken geleden schade als Braskem SA. Eisers beroepen zich in dit kader op de
full risk theory, het
polluter pays principleen het voorzorgsbeginsel. Volgens eisers moet aan het begrip
indirect pollutereen ruime uitleg worden gegeven. Eisers betogen dat in dit verband twee typen causaal verband relevant zijn: (i) het causaal verband tussen de aangesproken
polluteren de risicovolle activiteit en (ii) het causaal verband tussen de risicovolle activiteit en de schade. Volgens eisers is alleen voor de laatste een feitelijk causaal verband vereist. Voor het overige vereist artikel 3 (IV) NEPL geen feitelijk, maar slechts een normatief causaal verband (verwezen wordt naar de Expert Opinie I Rosa en de Expert Opinie II Professor [naam 4] , producties 27 en 77 van eisers). Daaraan is volgens eisers voldaan als van de risicovolle activiteiten direct of indirect wordt geprofiteerd door de Braskem NL entiteiten of indien deze activiteiten direct of indirect door hen worden gefinancierd. Ter onderbouwing verwijzen zij in het bijzonder naar een uitspraak van (rapporterend) rechter [naam 6] (uitspraak Superior Court of Justice/Superior Tribunal de Justiça (STJ), Second Panel, Reporting Judge [naam 6],
REsp 650.728/SC, van 2 december 2019; productie 20 van eisers) en de Vicuña-uitspraak van de STJ.
duty of carereeds volgt uit artikel 225 BGw, welk artikel een op een ieder rustende algemene verplichting of zorgplicht inhoudt om het milieu te beschermen.
indirect polluterdie eisers hanteren geen basis vindt in het Braziliaanse recht zoals dat thans in de praktijk van de rechtspraak wordt uitgelegd en toegepast. Braskem c.s. voeren aan dat een feitelijk causaal verband vereist is tussen gedragingen van de aangesproken persoon en de schadeveroorzakende gebeurtenis, althans dat de aangesproken persoon een substantiële bijdrage moet hebben geleverd aan die gebeurtenis. Braskem c.s. voeren voorts aan dat er een specifieke zorgplicht moet zijn geschonden om aansprakelijkheid vast te kunnen stellen op grond van artikel 3 (IV) NEPL en artikel 14 (I) NEPL (verwezen wordt naar de Vicuña-uitspraak).
indirect polluters(mede) aansprakelijk zijn voor de gedragingen van Braskem SA geldt dat de rechtbank de inhoud van dit buitenlandse recht ambtshalve dient vast te stellen en daarnaar onderzoek moet verrichten (artikel 10:2 BW), waarbij het aan de rechter is hoe hij dat onderzoek vorm geeft. Hoewel het de rechtbank vrij staat om zich door partijen (en de door hen geraadpleegde deskundigen) te doen voorlichten over het toepasselijke recht, volgt uit het voorgaande dat de rechtbank aan de door partijen overgelegde opinies inzake Braziliaans recht op het gebied van het Braziliaanse
indirect polluterleerstuk voorbij kan gaan zonder dat dit motivering behoeft. Dit betekent dat de rechtbank niet steeds zal uitleggen waarom bepaalde (onderdelen van) opinies niet worden gevolgd. Wel zal de rechtbank uiteenzetten welke inhoud, interpretatie en toepassing van het Braziliaans recht zij aan haar beslissing ten grondslag legt en waarom.
indirect polluterleerstuk in het bijzonder. Het feit dat de deskundigen het op belangrijke punten (deels) fundamenteel oneens lijken te zijn, maakt dit niet anders; de interpretatie van het recht is immers geen exacte wetenschap in die zin dat er op voorhand maar één juiste uitkomst mogelijk is. De rechtbank heeft daarom de inhoud van alle overgelegde opinies bij haar beoordeling betrokken. De rechtbank acht zich met deze opinies en de door partijen aangehaalde jurisprudentie en overige bronnen voldoende voorgelicht over de inhoud van het relevante Braziliaanse (milieu)recht. De rechtbank verwacht ten opzichte van de reeds beschikbare uiteenzettingen in de opinies geen doorslaggevende nieuwe inzichten uit andere hoek, en heeft er daarom niet voor gekozen zelf nog (een) andere deskundige(n) op het gebied van het materiële Braziliaanse recht inzake het
indirect polluterleerstuk te raadplegen.
indirect polluterdienen twee verbanden te worden bezien. In de eerste plaats gaat het om het verband tussen de Nederlandse entiteiten en Braskem SA. In de tweede plaats gaat het om het verband tussen het schadeveroorzakend handelen – de mijnbouwactiviteit – en Braskem SA. Partijen hebben gedebatteerd over de vraag in hoeverre voor deze analyses kan worden aangesloten bij het ondernemingsbegrip zoals dat in Unierechtelijke uitspraken op het gebied van mededinging (Sumal, Skanska) is ontwikkeld. Hoewel wellicht bepaalde parallellen te trekken zijn, acht de rechtbank het verschil tussen het Braziliaanse milieurecht en het Europese mededingingsrecht te groot om die interpretatie, die in vergaande mate afstand neemt van de algemeen gebruikelijke uitgangspunten bij de vaststelling van de aansprakelijkheid van verschillende rechtspersonen, hier toe te passen.
polluteren de risicovolle activiteit een normatief causaal verband volstaat), is dat niet het beeld dat ontstaat bij bestudering van de Braziliaanse rechtspraak op dit punt. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat in Brazilië de aandeelhouders van Braskem SA (Odebrecht en Petrobras) en de bank die (de activiteiten van) Braskem SA financierde (BNDES) geen van alle als
indirect polluteraansprakelijk zijn geacht voor de schade als gevolg van de mijnbouwactiviteiten van Braskem SA (verwezen wordt naar de Opinie Milieurecht III en productie 74 van Braskem c.s.). In de Vicuña-zaak, die alle partijen besproken hebben, heeft de STJ kort gezegd beslist dat ladingbelanghebbenden niet als
indirect pollutersaansprakelijk zijn voor waterverontreiniging als gevolg van een explosie aan boord van een schip dat hun lading vervoerde. Daaruit valt niet met de door eiseres verdedigde stelligheid af te leiden dat een feitelijk causaal verband niet is vereist. In tegendeel, de STJ noemt als noodzakelijke elementen drie mogelijkheden: een nalaten, een intrinsiek risico van de lading dat zich verwezenlijkt heeft en de omstandigheid dat het regelen van het betrokken transport de verantwoordelijkheid van ladingbelanghebbenden was. De eerste twee mogelijkheden zien evident op een feitelijk causaal verband. De derde kent enige normatieve lading, maar ziet nog steeds op een directe en feitelijke relatie tot het schadeveroorzakende feit.
indirect polluteraansprakelijk is geacht voor de gedragingen van haar (groot)moeder. De jurisprudentie waarnaar eisers verwijzen, ziet alleen op
upstream(concern)verhoudingen, in die zin dat een aandeelhouder, (andere) financier of (groot)moeder aansprakelijk wordt gehouden voor de activiteiten van een (klein)dochtervennootschap. Hier is de situatie omgekeerd: eisers willen (klein)dochters van Braskem SA aansprakelijk houden voor de activiteiten van Braskem SA. Bovendien lag in die zaken slechts de vraag voor naar de
standing to be sued. Daarin ligt nog geen aansprakelijkheidsoordeel besloten.
indirect polluteris aangenomen in een zaak die voldoende vergelijkbaar is met de onderhavige. De jurisprudentie waarnaar eisers is dit verband verwijzen, ziet niet op aansprakelijkheid voor milieuschade van ondernemingen uit dezelfde economische groep en/of die betrokken waren in dezelfde industriële keten.
legal opinionsvolgt dat in de Braziliaanse rechtsliteratuur geen overeenstemming bestaat over de toepassing van het
indirect polluterleerstuk en de aard en reikwijdte van het daarbij vereiste causaal verband tussen de aangesproken
indirect polluteren de risicovolle activiteit. Het gaat hier duidelijk om een rechtsgebied in ontwikkeling.
indirect polluterdie eisers hanteren geen basis vindt in het Braziliaanse positieve recht zoals dat in Brazilië in de praktijk wordt toegepast, in ieder geval niet voor zover eisers op deze grond (klein)dochtervennootschappen verantwoordelijk willen stellen voor schadeveroorzakende activiteiten van hun (groot)moedervennootschap. Het is niet aan de Nederlandse rechter om een nieuwe rechtsontwikkeling in het Braziliaanse recht in te luiden door die basis te creëren. Immers, bij de vaststelling van vreemd recht mag de Nederlandse rechter niet rechtsvormend optreden.
indirect polluterleerstuk verwijten, volstaat naar Braziliaans recht niet voor aansprakelijkheid van de Braskem NL entiteiten. In dit verband is mede van belang dat de zoutwinning door Braskem SA al tientallen jaren bezig was voordat de Braskem NL entiteiten zijn opgericht. Indien en voor zover al sprake is van enige feitelijke betrokkenheid vanaf hun oprichting in 2006 respectievelijk 2014, is deze te indirect en te ver verwijderd van de zoutwinningsactiviteiten van Braskem SA in Brazilië. De stellingen van eisers ten aanzien van de economische, organisatorische en juridische banden binnen het Braskem-concern, in het bijzonder de gestelde feiten en omstandigheden ten aanzien van de verbondenheid tussen de Braskem NL entiteiten en Braskem SA, de goederen- en financieringsstromen binnen het Braskem-concern en de (overigens beperkte) bestuurlijke overlap tussen Braskem SA en de Braskem NL entiteiten, zijn onvoldoende zwaarwegend om feitelijk causaal verband aan te nemen, mede gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door Braskem c.s. Dat er mogelijk een (beperkt) indirect verband kan worden gelegd tussen de activiteiten van de Braskem NL entiteiten en de zoutwinning door Braskem SA in Brazilië, omdat de NL entiteiten hebben bijgedragen aan de financiering van de hele groep, is onvoldoende om de Braskem NL entiteiten als
indirect polluteraansprakelijk te houden voor de schade die Braskem SA heeft veroorzaakt. Dat er naar Braziliaans recht een andere grond voor aansprakelijkheid van de Braskem NL entiteiten is, is gesteld noch gebleken.