[eiseres] vordert in de hoofdzaak om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
“Primair
A. een verklaring voor recht dat [eiseres] enig eigenaar is van het appartementsrecht met ingang aan [adres 1], kadastraal bekend [perceel];
B. waardeloos te verklaren de inschrijving ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers op 6 februari 2019 in het register Onroerende zaken Hyp4 in deel 74979 nummer 76 van een uittreksel van een akte van verdeling op 6 februari 2019 verleden voor mr. H.J. Huijzer.
C. [gedaagde] te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis de parkeerplaats te ontruimen en ontruimd te houden en ter beschikking te stellen van [eiseres], op verbeurte van een dwangsom van € 5.000, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen met een maximum van € 100.000, en voor het geval [gedaagde] niet vrijwillig tot ontruiming overgaat en de ontruiming ex artikel 556 Rv door een gerechtsdeurwaarder wordt uitgevoerd, [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] te betalen de kosten die de gerechtsdeurwaarder voor de ontruiming rekent aan [eiseres];
D. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] een gebruiksvergoeding te betalen van € 150 per maand in de periode 1 april 2017 tot aan de datum dat [eiseres] de beschikking heeft verkregen over de parkeerplaats.
Subsidiair
A. waardeloos te verklaren de inschrijving ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers op 6 februari 2019 in het register Onroerende zaken Hyp4 in deel 74979 nummer 76 van een uittreksel van een akte van verdeling op 6 februari 2019 verleden voor mr. H.J. Huijzer.
B. [gedaagde] te veroordelen om uiterlijk op de vijfde dag na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan en de nodige handelingen te verrichten om (zijn aandeel in de eigendom van) het appartementsrecht met ingang aan [adres 1], kadastraal bekend [perceel], aan [eiseres] over te dragen, en daarbij te bepalen dat [gedaagde] de kosten daarvan zal dragen;
C. indien en voor zover [gedaagde] aan de veroordeling onder B. geen gevolg geeft, op de voet van artikel 3:300 lid 2 BW te bepalen dat dit vonnis dezelfde kracht zal hebben als een in wettige vorm opgemaakte notariële akte van levering en dat dit vonnis in de plaats treedt van de notariële akte van levering van het appartementsrecht met ingang aan [adres 1], kadastraal bekend [perceel], door [gedaagde] aan [eiseres] welk vonnis vatbaar is voor inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers, en daarbij de termijn ex artikel 3:301 lid 1 sub b BW te bepalen op 24 uur;
D. [gedaagde] te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis de parkeerplaats te ontruimen en ontruimd te houden en ter beschikking te stellen van [eiseres], op verbeurte van een dwangsom van € 5.000, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen met een maximum van € 100.000, en voor het geval [gedaagde] niet vrijwillig tot ontruiming overgaat en de ontruiming ex artikel 556 Rv door een gerechtsdeurwaarder wordt uitgevoerd, [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] te betalen de kosten die de gerechtsdeurwaarder voor de ontruiming rekent aan [eiseres];
E. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] een gebruiksvergoeding te betalen van € 150 per maand in de periode 1 april 2017 tot aan de datum dat [eiseres] de beschikking heeft verkregen over de parkeerplaats.
Primair en subsidiair
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, de beslagkosten en nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten vanaf deze termijn.”