Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met bijlagen;
- de email van 4 juni 2024, 16.25 uur, van mr. Vos;
- de email van 5 juni 2024, 11.47 uur, van mr. Bossers;
- de email van 9 juni 2024, 11.14 uur, van de man;
- de email van 9 juni 2024, 21.42 uur, van de man;
- de emails van 10 juni 2024, 12.18 uur, 12.18 uur en 12.19 uur (delen 1, 2 en 3 van 3), van mr. Bossers;
- de emails van 10 juni 2024, 12.26 uur (delen 1, 2 en 3 van 3), van mr. Bossers;
- de email van 10 juni 2024, 13.58 uur, van de man;
- de email van 10 juni 2024, 14.50 uur, van de man;
- de email van 11 juni 2024, 14.52 uur, van de man.
- de email van 14 juni 2024, 17.55 uur, van de man;
- de email van 17 juni 2024, 12.37 uur, van de man;
- de email van 18 juni 2024, 16.00 uur, van de man;
- de brief van 20 juni 2024 van mr. Bossers, met bijlagen;
- de email van 24 juni 2024, 9.28 uur, van de man;
- de email van 24 juni 2024, 10.34 uur, van mr. Bossers;
- de email van 24 juni 2024, 13.01 uur, van mr. Vos;
- de email van 24 juni 2024, 13.14 uur, van mr. Vos;
- de email van 24 juni 2024, 13.14 uur, van de man;
- de email van 24 juni 2024, 14.14 uur, van mr. Bossers;
- de email van 25 juni 2024, 7.38 uur, van mr. Vos;
- de email van 25 juni 2024, 8.59 uur, van de man.
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de GI, vertegenwoordigd door [naam 1] en [naam 2].
2.De feiten
- schorsing van het gezag van de vrouw voor twaalf maanden;
- gelasting van een raads of ander onderzoek;
- verlening van vervangende toestemming voor:
- belasting van de man met het beheer van de paspoorten;
- compensatie voor een gemiste bijzondere en feestdag.
- schorsing van het gezag van de vrouw voor zes maanden;
- gelasting van een raads of ander onderzoek;
- verlening van vervangende toestemming voor:
- belasting van de man met het beheer van de paspoorten;
- gelasting van de overdracht door de vrouw van het verlopen Nederlandse paspoort;
- bepaling dat [minderjarige] haar komende verjaardag bij de man doorbrengt;
- compensatie voor een gemiste bijzondere en feestdag.
4.Het geschil in reconventie
- vervangende toestemming voor het aanvragen van zowel een Nederlands paspoort als een ID voor [minderjarige];
- vervangende toestemming voor een vakantie met [minderjarige] naar Bosnië in de periode van 12 juli 2024 na schooltijd tot en met 2 augustus 2024 te 12.00 uur;
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
Verplichte procesvertegenwoordiging
gedaagde in conventie; de in persoon verschenen gedaagde mag niet zelf vordering in reconventie instellen, daarvoor is een advocaat nodig (zie ook onderdeel 6.1 van het Landelijk procesreglement kort gedingen rechtbanken).
gedaagdein reconventie, maar een
verweerder. Een gedaagde is immers iemand tegen wie een dagvaarding is uitgebracht. Daarvan is geen sprake bij een reconventionele vordering, omdat die bij conclusie wordt ingediend. Dit betekent dat de uitzondering van artikel 255, eerste lid, Rv, dat in persoon mag worden geprocedeerd door een
gedaagdein kort geding, niet van toepassing is op de eiser in conventie, die verweerder wordt in reconventie. Kortom: zowel in conventie als in reconventie geldt voor de man verplichte procesvertegenwoordiging.
De advocaat van [X] miskent dat in een procedure bij de handelskamer van de rechtbank verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat geldt. Een advocaat dient zelf een juridische vertaalslag te maken van het standpunt van de cliënt. Verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat zou een wassen neus zijn indien deze slechts optreedt als doorgeefluik.
Naar het oordeel van het hof strekt het beginsel van verplichte procesvertegenwoordiging er onder meer toe de rechter in staat te stellen zijn taak op adequate wijze uit te oefenen, door te verzekeren dat de zaak wordt behandeld en gepresenteerd door gekwalificeerde raadslieden, die in staat zijn een duidelijke en rechtens relevante uiteenzetting te geven van het standpunt van de procespartij voor wie zij optreden. Voormelde rechtsopvatting brengt naar het oordeel van het hof met zich mede dat in een procedure waarvoor een verplichte procesvertegenwoordiging geldt, de schriftelijke stukken geschreven dienen te worden door de advocaat en niet door de procespartij zelfaangezien dit laatste een efficiënte procedure niet ten goede komt. Op grond van artikel 14 van de gedragsregels van de Orde van Advocaten is de advocaat verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht. Op basis van deze gedragsregel is de advocaat Dominus Litis in de procedure, deze regel hangt samen met de onafhankelijkheid van de advocaat. Op basis van artikel 6 van de gedragsregels van de Orde van Advocaten moet een advocaat een procedure doelmatig voeren en daarbij onnodige kosten voorkomen. Daarbij dient hij ook oog te hebben voor de belangen van de wederpartij.
De praktijk wijst uit dat als de facto het niet de advocaat blijkt te zijn maar een van partijen zelf die de procedure ter hand neemt en zich als Dominus Litis wenst te gedragen de zaak nodeloos kan escaleren met als mogelijk gevolg dat er enorme kosten gemaakt dienen te worden.Ook geïntimeerden verwijzen in hun verweer expliciet naar de kosten die veroorzaakt zijn door appellant door een stuk van 67 bladzijden in te voegen in de conclusie van repliek van de advocaat van appellant.
Het hof is derhalve van oordeel dat de rechtbank terecht geen kennis heeft genomen van hetgeen appellant zelf heeft geschreven.[…]”
haarweg ligt om haar rol duidelijk te maken en niet op de weg van de voorzieningenrechter om daar maar naar te gissen.
- griffierecht zaak 679499 € 87,00
- griffierecht zaak 679512 € 87,00
- salaris advocaat, 2× € 1.107,00