Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 mei 2024 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit Rotterdam, eiser
Belastingdienst/Toeslagen
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Bestreden besluit
wiein aanmerking komt voor de tegemoetkoming, maar niet van de regels over
de hoogtedaarvan.
De kinderen gaven in gesprekken aan dat hen veel is ontnomen. Zij hebben geen onbezorgde jeugd gehad, geen normale sociale contacten kunnen opbouwen en dezelfde kansen als voor leeftijdsgenoten ontbraken. Ook geven kinderen aan dat de mogelijkheid om zelfvertrouwen op te bouwen en in jezelf te geloven ontbrak, er was niet de mogelijkheid om talenten te ontdekken, hobby’s te ontwikkelen en erop te vertrouwen dat een goede toekomst mogelijk is. Kinderen en (inmiddels) jongvolwassenen dragen deze last nog steeds met zich mee. Zij zijn in armoede en in een stressvolle omgeving opgegroeid. Ook weten we dat er kinderen van gedupeerde ouders uit huis zijn geplaatst. Er is niks dat deze kinderen een onbezorgde jeugd terug kan geven. Het is daarom belangrijk dat expliciet wordt erkend dat deze kinderen ten onrechte en buiten hun schuld zijn benadeeld. De in dit wetsvoorstel opgenomen kindregeling is tot stand gekomen op basis van een gedegen proces van dialoog, reflectie en analyse met kinderen en jongeren. Zij zijn ook betrokken geweest bij de nadere uitwerking van de regeling. Dit proces is begeleid door een stichting en onafhankelijke kwartiermakers. Er is gesproken met een diverse groep kinderen van 9 tot 17 jaar en met jongeren van 18 jaar en ouder. De kinderen en jongeren geven in hun advies aan het kabinet aan dat voor hen zowel erkenning van het leed als maatwerk nodig zijn. Zij hechten grote waarde aan specifieke ondersteuning voor kinderen en jongeren die daar behoefte aan hebben. Een onderdeel van een oplossing is een steun in de rug in de vorm van leeftijdsgebonden financiële ondersteuning. Met de hier getroffen regeling geeft het kabinet gevolg aan deze wens. Het kabinet vindt het belangrijk om te blijven erkennen dat deze kinderen en jongeren onrecht is aangedaan en dat de plicht bestaat om elk getroffen kind en elke getroffen jongere te helpen bij het opbouwen van een mooie toekomst. [3]