ECLI:NL:RBROT:2024:6398

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juli 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
ROT 23/2952
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sluiting van een woning wegens illegale seksinrichting en de evenredigheid van de opgelegde maatregel

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 4 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de sluiting van een woning voor de duur van drie maanden wegens het aanbieden van seksuele diensten zonder vergunning. Eiseres, huurster van de woning, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Schiedam, die op 12 december 2022 had besloten tot sluiting na een controle op 28 oktober 2022. De burgemeester verklaarde het bezwaar ongegrond en handhaafde de sluiting. Eiseres voerde aan dat de sluiting niet evenredig was, omdat de overtreding slechts acht dagen had geduurd en zij zelf geen seksuele diensten had aangeboden. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de sluiting noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen. De rechtbank volgde het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter en oordeelde dat de sluiting voor drie maanden in overeenstemming was met het beleid van de burgemeester. Eiseres had onvoldoende bijzondere omstandigheden aangevoerd om van het beleid af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor het besluit van de burgemeester in stand bleef. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/2952

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juli 2024 in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaatsnaam], eiseres,

(gemachtigde: mr. M.B. Ullah),
en

de burgemeester van de gemeente Schiedam, de burgemeester,

(gemachtigde: mr. P. Meuldijk).

Inleiding

1. Deze procedure ziet op de sluiting van het pand aan [adres] voor de duur van drie maanden. Bij het primaire besluit van 12 december 2022 heeft de burgemeester hiertoe besloten.
1.1.
De burgemeester heeft het bezwaar van eiseres bij het bestreden besluit van 17 maart 2023 ongegrond verklaard en het primaire besluit in stand gelaten.
1.3.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 1 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen mr. S. Ben Ahmed als waarnemer voor de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de burgemeester.

Totstandkoming van het besluit

2.1.
Eiseres is huurster van het pand (hierna: de woning) op het adres [adres]. Woonplus Schiedam is de eigenaar van deze woning.
2.2.
Op 28 oktober 2022 is door een toezichthouder van de gemeente Schiedam, in het bijzijn van twee politiemedewerkers van de Afdeling Vreemdelingenpolitie Identificatie en Mensenhandel en drie medewerkers van het Regionaal Operationeel Bestuurlijk Team, een controle uitgevoerd in de woning. Aanleiding voor deze controle was een advertentie voor het aanbieden van seksuele handelingen tegen een vergoeding onder de naam “[naam]’ op de website [website]. In de woning zijn twee vrouwen, waaronder eiseres, aangetroffen. De toezichthouder heeft zijn bevindingen neergelegd in het rapport van 6 november 2022.
2.3.
De burgemeester heeft op 28 oktober 2022 besloten om de woning met spoed te sluiten voor de duur van vier weken. Dit besluit is op 8 november 2022 op schrift gesteld. Daarbij heeft de burgemeester ook het voornemen uitgebracht de woning te sluiten voor de duur van drie maanden, omdat in de woning sprake was van het bedrijfsmatig aanbieden en verrichten van seksuele diensten tegen betaling zonder dat hiervoor een vergunning was afgegeven. Eiseres is in de gelegenheid gesteld om haar zienswijze te geven. Eiseres heeft op 21 november 2022 een schriftelijke zienswijze ingediend.
2.4.
Vervolgens heeft de burgemeester het primaire besluit genomen. Daarin heeft de burgemeester, in lijn met het geuite voornemen, bepaald dat de woning ook na de spoedsluiting gesloten moet blijven voor een totale duur van drie maanden. Volgens de burgemeester is sluiting van de woning noodzakelijk om de bekendheid van het pand als illegale seksinrichting ongedaan te maken, zodat verdere verstoring van de openbare orde en aantasting van het woon- en leefklimaat wordt voorkomen.
2.5.
Bij uitspraak van 12 januari 2023 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank het primaire besluit geschorst tot twee weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat sprake is van bedrijfsmatige activiteiten en geoordeeld dat de burgemeester bevoegd was de woning te sluiten.
De voorzieningenrechter heeft verder geoordeeld dat de burgemeester zich, gelet op de
aangetroffen situatie, op het standpunt heeft kunnen stellen dat het noodzakelijk was om het
pand te sluiten. De burgemeester heeft echter niet gemotiveerd waarom een sluiting van het pand voor de duur van drie maanden noodzakelijk was. Overwogen is dat de duur en omvang van de werkzaamheden van de sekswerker wel degelijk van invloed kunnen zijn op de bekendheid van een pand als seksinrichting. Als een sekswerker slechts hele korte tijd in een pand werkzaam is geweest, dan zal het volgens de voorzieningenrechter doorgaans minder tijd kosten om de openbare orde te herstellen en het woon- en leefklimaat te beschermen.
2.6.
De bezwaarschriftencommissie heeft de burgemeester vervolgens geadviseerd om het bezwaar van eiseres gegrond te verklaren omdat – kort samengevat – de burgemeester onvoldoende gemotiveerd heeft dat een sluiting van de woning voor de duur van drie maanden noodzakelijk is om de openbare orde te herstellen en omdat de vraag of in het concrete geval toepassing moest worden gegeven aan artikel 3:4, tweede lid en artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ten onrechte buiten beschouwing is gelaten.
2.7.
Met het bestreden besluit heeft de burgemeester, in afwijking van het advies van de bezwaarschriftencommissie, de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard. Hieraan heeft de burgemeester onder meer ten grondslag gelegd dat, gelet op de aangetroffen situatie zoals beschreven in de rapportage, een sluiting voor de periode van drie maanden passend is. Uit het beleid [1] van de burgemeester volgt dat een pand waarin een illegale seksinrichting wordt aangetroffen in principe voor drie maanden wordt gesloten, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Eiseres heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om af te wijken van het beleid. In het beleid is een sanctietabel opgenomen, waarin een lagere sanctie dan drie maanden sluiting niet voorkomt. De sluiting van het pand heeft als doel de rol (de bekendheid) van het pand als illegale seksinrichting ongedaan maken, de loop van klanten uit het pand halen, recidive te voorkomen en de rust in de omgeving te laten wederkeren. De burgemeester acht daarnaast van belang dat het pand zich bevindt een wijk (Schiedam-Oost) waar de woon- en leefsituatie al enkele jaren onder druk staat en is aangewezen als veiligheidsrisicogebied.
3. Eiseres betwist, kort samengevat, de evenredigheid van de (duur van de) opgelegde woningsluiting.

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank zal beoordelen of het bestreden besluit in stand kan blijven. Zij doet dit aan de hand van de door eiseres aangevoerde gronden.
5. Op grond van artikel 3:5 Algemene plaatselijke verordening gemeente Schiedam (APV) is het verboden om een seksbedrijf uit te oefenen zonder vergunning.
Op grond van artikel 3:11a, eerste lid, onder a van de APV kan het bevoegd bestuursorgaan een seksinrichting tijdelijk of voor onbepaalde tijd voor publiek of algeheel gesloten verklaren, indien het seksbedrijf wordt geëxploiteerd zonder geldige vergunning dan wel een van de in artikel 3:11, tweede lid, onder h, i en j, genoemde situaties zich voor doet.
In het Schiedams prostitutiebeleid 2016 is een handhavingsarrangement opgenomen.
Op grond hiervan wordt bij een eerste constatering van het uitoefenen van een seksbedrijf zonder vergunning, waarbij sprake is van een seksinrichting (prostitutiebedrijven, samengestelde inrichtingen) ( artikel 3:5, 1stelid van de APV), het pand voor drie maanden gesloten.
De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over te treffen bestuurlijke maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid. Per geval wordt gekeken of de burgemeester hiervan gebruik maakt. De stappen in het handhavingsarrangement gelden daarbij uitsluitend als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester afwijken van deze uitgangspunten. De burgemeester zal een afwijking van het handhavingsarrangement expliciet in zijn besluit motiveren.
Is de sluiting van de woning voor een termijn van drie maanden evenredig?
6. Tussen partijen is niet (langer) in geschil dat artikel 3.5. van de APV Schiedam 2013 is overtreden, omdat in de woning sprake was van een seksinrichting zonder vergunning. Ook is niet in geschil dat de burgemeester bevoegd is om de woning te sluiten en dat een sluiting geschikt is voor de doelen die de burgemeester wenst te bereiken. Partijen verschillen van mening over de vraag in hoeverre sluiting van de woning noodzakelijk is om de doelen te bereiken en meer in het bijzonder of de sluitingstermijn van drie maanden een evenwichtige termijn is.
De gronden van eiseres
7. Eiseres voert aan dat de burgemeester met een minder ingrijpend middel dan het sluiten van de woning had kunnen en moeten volstaan, namelijk een formele waarschuwing. Eiseres wijst erop dat slechts gedurende een periode van acht dagen seksuele diensten tegen betaling in de woning zijn aangeboden. Eiseres heeft zelf geen seksuele diensten aangeboden. Bovendien is eventuele overlast voor de buurt niet aangetoond. Het is dan ook niet aannemelijk dat de woning bekendheid heeft gekregen in de buurt als seksinrichting.
Verder wijst eiseres op de gevolgen van de woningsluiting. Deze gevolgen staan niet in verhouding tot de korte duur van de overtreding. Eiseres heeft haar woning verloren en is op een zwarte lijst van huurders terecht gekomen. Zij leidt nu een zwervend bestaan. Ook voert eiseres aan dat zij zich niet bewust was van het mogelijke gevolg van een sluiting. Eiseres ging ervan uit dat er hoogstens een waarschuwing zou volgen. Eiseres kampt met psychische problematiek, waardoor zij niet in staat is om de consequenties van haar handelen te overzien.
Noodzaak
7.1.
Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding dient te worden beoordeeld in hoeverre sluiting van de woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde.
7.2.
De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester zich, gelet op de aangetroffen situatie, op het standpunt heeft kunnen stellen dat het noodzakelijk was om het pand te sluiten. De rechtbank sluit zich aan bij het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter.
De burgemeester mocht ervan uitgaan dat in de woning van eiseres klanten zijn ontvangen en dat sprake was van enige loop naar het pand. Daarom was er een noodzaak om het pand tijdelijk te sluiten om zo een einde te maken aan de situatie, de rol van het pand als illegale seksinrichting ongedaan te maken, herhaling te voorkomen en ook verdere nadelige effecten op het openbare leven en andere lokale omstandigheden te voorkomen. De aanwezigheid van een illegale seksinrichting heeft namelijk een aanzuigende werking op andere illegale praktijken, waardoor een gevoel van onveiligheid en maatschappelijke onrust kan ontstaan.
Evenwichtigheid
7.3.
Als sluiting van de woning noodzakelijk wordt geacht, neemt dit niet weg dat de sluiting ook evenredig moet zijn. De burgemeester heeft de woning bij de eerste constatering in overeenstemming met het Schiedams prostitutiebeleid 2016 voor drie maanden gesloten. Dit beleid geeft de burgmeester ook de mogelijkheid om van het uitgangspunt van drie maanden af te wijken. Dit moet per geval beoordeeld worden.
7.4.
De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester in redelijkheid geen aanleiding heeft hoeven zien om te volstaan met het geven van een waarschuwing of de sluitingsduur te beperken. De burgemeester stelt terecht dat de woon- en leefsituatie in de wijk waarin de woning zich bevindt onder druk staat en dat illegale prostitutie een ernstige aantasting van de openbare orde en bedreiging van de veiligheid met zich brengt. In de omstandigheid dat de seksinrichting in de woning slechts acht dagen actief is geweest, heeft de burgemeester onvoldoende aanleiding hoeven zien om af te wijken van het uitgangspunt van een sluiting voor de duur van drie maanden. Anders dan in de uitspraak van de Afdeling van 22 juni 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1741) was eiseres op de hoogte van wat zich in haar woning afspeelde en heeft zij daar ook toestemming voor gegeven. Gelet hierop heeft de burgemeester terecht aan eiseres tegengeworpen dat zij als huurder van de woning verantwoordelijk is voor wat er in de woning gebeurt en daarom verantwoordelijk kan worden gehouden voor de illegale seksinrichting. Bovendien heeft de burgemeester het, gelet op de in de telefoon van eiseres aangetroffen berichten, aannemelijk kunnen achten dat eiseres niet alleen een kamer met dit doel heeft verhuurd maar ook zelf seksuele diensten tegen betaling heeft aangeboden. Weliswaar kan hieruit niet worden afgeleid dat de seksinrichting langer dan acht dagen actief is geweest, het bevestigt wel de actieve rol van eiseres. De omstandigheid dat eiseres dacht dat zij hoogstens een waarschuwing zou krijgen, kan niet tot een ander oordeel leiden. De rechtbank merkt daarover nog op dat uit de rapportage volgt dat eiseres juist heeft verklaard: ‘Ik weet nu al wat er gebeurt, ik raak mijn woning kwijt’. Eiseres was dus wel degelijk op de hoogte van het feit dat niet enkel een waarschuwing zou volgen.
7.5.
Eiseres heeft haar woning moeten verlaten. Dit is op zichzelf geen bijzondere omstandigheid om van een woningsluiting af te zien. Dat kan anders zijn als eiseres een specifieke binding met de woning zelf heeft, bijvoorbeeld vanwege een medische situatie. De niet onderbouwde stelling dat eiseres kampt met psychische problemen is daartoe onvoldoende. Eiseres heeft haar psychische problematiek ook pas in beroep naar voren gebracht. Daar komt bij dat de ontbinding van de huurovereenkomst het directe gevolg was van het aantreffen van een sekswerker in de woning en niet zozeer het gevolg was van de daaropvolgende woningsluiting.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 juli 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Schiedams Prostitutiebeleid 2016.