Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 juli 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaatsnaam], eiseres
thans de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
In Bijlage II bij Verordening (EG) 183/2005 onder bedrijfsruimten en uitrusting, onder punt 1, staat dat ruimten voor de be- en verwerking en de opslag van diervoeders, uitrusting, recipiënten, kisten, voertuigen en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon moeten zijn en er moeten doeltreffende programma’s voor de bestrijding van schadelijke organismen worden toegepast.
- Wij zagen in de vriezer een dikke ijskoek aan het plafond en op de bodem van de vriezer zat een ijskoek met vleesresten. Wij zagen dat diervoeders in de vorm van vlees zijnde categorie 3 materiaal, niet afgedekt in de vriezer lag. Wij zagen veel ijsvorming; onder de koelunit zagen wij ook een grote ijskolom, die op een bak cat. 3 materiaal rustte. Het categorie 3 materiaal werd volgens de eigenaar gebruikt als voedermiddel voor de productie van mengvoeder voor niet voedselproducerende dieren (later petfood genoemd) en als voedermiddel voor rechtstreekse vervoedering aan niet voedselproducerende dieren.
- Wij zagen op het buitenterrein rekken die gebruikt werden in de droger die (nog) niet gereinigd waren, dus niet schoon, waren. Dit was te zien aan de dikke laag aangekoekt vet en vuil dat van meerdere producties was. (bijlage 1 foto 6) We zagen ook uitwerpselen van ratten hierop. En hoorde van [naam 5], dat ratten een groter probleem waren na de overstroming.
- Wij zagen de rekken met oud vuil van meerdere productie ook in de droger staan. Wij zagen dat de droger gevuld was met product en in gebruik was aangezien de temperatuur varieerde tussen 89-91 graden, zolang de deuren gesloten waren.
- Wij zagen dat de goot voor de droger vol met vet zat, dit was gezien de hoeveelheid en de kleur vet van meerdere producties.
- Wij zagen in de drogers op vloer en wanden aankoeken van vet en oud vuil.
- Wij zagen dat het buitenterrein rommelig en vuil was. We zagen een grote plas water bij de ingang naar de productieruimte. Wij zagen een heftruck die gebruikt werd voor intern transport in de plas water staan. (bijlage 1 foto 1,5)
- We zagen rekken, pallets, lege (bier) kratten, vuile rekken uit droger en kuubse bakken, blikken met olie en scooters door elkaar verspreid over het terrein staan. Hierdoor was niet inzichtelijke welke materialen gebruikt werden in de productie en welke niet. Het was niet inzichtelijk welke materialen nog gereinigd moesten worden en welke gereinigd waren. We zagen binnen geen ruimte voor de opslag van gereinigde materialen. Gereinigde materialen mogen volgens de wet niet buiten staan. (bijlage 1 foto 1,2,3,4)
Eiseres heeft weliswaar aangevoerd dat verschillende vleessoorten verschillende kleuren kunnen krijgen, maar hierin is geen grond gelegen voor een ander oordeel. Verweerder heeft in het bestreden besluit namelijk toegelicht dat de toezichthouders zwarte vetresten hebben waargenomen en dat deze verkleuring dient te worden onderscheiden van de verschillende kleuren vers vet die afkomstig zou zijn van de verschillende producten. Eiseres heeft dit niet onderbouwd weerlegd. Verweerder heeft zich dan ook op basis van het rapport en de toelichting in het bestreden besluit terecht op het standpunt gesteld dat de productieruimten en uitrustingstukken onvoldoende schoon werd gehouden.
Ook ten aanzien van de aangevoerde struisvogelnekken waren geen aanvoerdocumenten aanwezig. Uit de naderhand ontvangen pakbon bleek dat deze dierlijke producten uit Duitsland afkomstig waren, maar een handelsdocument daarvan ontbrak, terwijl dat – nu sprake is van handel in een dierlijk bijproduct – op grond van hoofdstuk III van bijlage VIII van Verordening (EG) 142/2011 wel was vereist. Verder heeft verweerder aan eiseres kunnen tegenwerpen dat ten aanzien van het product met referentienummer 0007065 in het handelsdocument het erkenningsnummer van de vervoerder (Colson) niet was vermeld. Op basis van deze bevindingen heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat er handelsdocumenten in de administratie zaten voor aangevoerde producten die niet aan de gestelde eisen voldeden. Dat eiseres geen opmerkingen op de originele documenten plaatst, maar de opstellers van de onvolkomenheden op de hoogte brengt, laat onverlet dat in de administratie documenten aanwezig waren die niet aan de eisen voldeden en dat bij de inspectie noch naderhand uit de administratie is gebleken dat zij effectieve controles heeft uitgevoerd. Daarbij heeft verweerder erop kunnen wijzen dat pas na de inspectie het erkenningsnummer van de vervoerder Colson is aangevuld. Verweerder stelt zich terecht op het standpunt dat het de verantwoordelijkheid van eiseres is dit reeds eigenhandig en in een eerder stadium te (laten) doen.
Ten aanzien van overtreding 1 en 3
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het vorenstaande dat niet de bij e-mail van 9 november 2022 door eiseres toegezonden e-mailwisseling uit november 2021 de reden is geweest voor de omzetting van een boete voor overtreding 2 in een waarschuwing maar dat de bij verweerder ontstane twijfel pas is ontstaan nadat eiseres na de hoorzitting nadere informatie heeft toegezonden. Gesteld noch gebleken is dat deze twijfel reeds had moeten bestaan bij het nemen van het primaire besluit. Gelet hierop is geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, van de Awb waarbij de reden van de herroeping van het primaire besluit is gelegen in een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Dit betekent dat verweerder eiseres terecht geen proceskosten in bezwaar heeft toegekend.