ECLI:NL:RBROT:2024:6319
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard door de rechtbank
Op 5 juli 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker uit Zwijndrecht. Het verzoek was gericht tegen mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, senior rechter A in deze rechtbank. De wrakingskamer ontving op 29 juni 2024 een bericht van de verzoeker, waarin hij aangaf de rechter te willen wraken in een andere zaak, C/10/658586 / KG ZA 23-449, nog voor het wijzen van het eindvonnis. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de zaak waar het verzoek betrekking op heeft, is afgedaan met een vonnis op 7 juli 2023, dat is gewezen door de rechter in kwestie. De wrakingskamer oordeelt dat de rechter een op juiste wijze benoemde en beëdigde rechterlijk ambtenaar is, en dat een eventuele nietigheid van het vonnis alleen door een bevoegde hogere rechterlijke instantie kan worden vastgesteld. De wrakingskamer kan hier niet over oordelen, wat betekent dat het vonnis geldig blijft. Aangezien de verzoeker geen belang heeft bij een inhoudelijk oordeel over de rechter, werd hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.