ECLI:NL:RBROT:2024:6319

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2024
Publicatiedatum
8 juli 2024
Zaaknummer
C/10/681780 / HA RK 24-609
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard door de rechtbank

Op 5 juli 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker uit Zwijndrecht. Het verzoek was gericht tegen mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, senior rechter A in deze rechtbank. De wrakingskamer ontving op 29 juni 2024 een bericht van de verzoeker, waarin hij aangaf de rechter te willen wraken in een andere zaak, C/10/658586 / KG ZA 23-449, nog voor het wijzen van het eindvonnis. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de zaak waar het verzoek betrekking op heeft, is afgedaan met een vonnis op 7 juli 2023, dat is gewezen door de rechter in kwestie. De wrakingskamer oordeelt dat de rechter een op juiste wijze benoemde en beëdigde rechterlijk ambtenaar is, en dat een eventuele nietigheid van het vonnis alleen door een bevoegde hogere rechterlijke instantie kan worden vastgesteld. De wrakingskamer kan hier niet over oordelen, wat betekent dat het vonnis geldig blijft. Aangezien de verzoeker geen belang heeft bij een inhoudelijk oordeel over de rechter, werd hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Wrakingskamer
zaak- en rekestnummer: C/10/681780 / HA RK 24-609
Beslissing van 5 juli 2024
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
woonplaats: Zwijndrecht,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten,
senior rechter A in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De beoordeling

1.1.
De wrakingskamer heeft op 29 juni 2024 een bericht ontvangen waaruit zij destilleert dat verzoeker beoogt – en al voor het wijzen van eindvonnis heeft beoogd – de rechter te wraken in zaak C/10/658586 / KG ZA 23-449.
1.2.
De wrakingskamer oordeelt als volgt.
1.3.
De zaak waarop het verzoek betrekking heeft, is afgedaan bij vonnis van 7 juli 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:6077). Het vonnis is gewezen door de rechter; een op juiste wijze benoemde en beëdigde rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast. Het vonnis is gewezen door een kamer die bestaat uit het aantal bij de wet voorgeschreven rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast. Gelet op deze omstandigheden kan een eventuele nietigheid van het vonnis, zoals door verzoeker ingeroepen, alleen door een bevoegde hogere rechterlijke instantie worden vastgesteld. Die bevoegde hogere rechterlijke instantie is niet de wrakingskamer. Dat betekent dat het vonnis voor geldig moet worden gehouden. Wat de wrakingskamer ook zou mogen oordelen over de rechter die het heeft gewezen: dat doet niet af aan die geldigheid. Bij een inhoudelijk oordeel over de rechter heeft de verzoeker dus geen belang en daarom wordt hij niet-ontvankelijk verklaard.

2.De beslissing

De rechtbank:
2.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. dr. P.G.J. van den Berg, voorzitter, mr. drs. J. van den Bos en mr. G.A. Bouter-Rijksen, rechters, in aanwezigheid van de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.