I. [gedaagde01] een publicatieverbod op te leggen voor een artikel of andere uiting op het internet dan wel offline, waarin in de titel, in het artikel zelf dan wel in de uiting, enige aantijging wordt gedaan dat [eiser01] crimineel is, dan wel woorden van gelijke strekking worden gebruikt, dan wel dat [eiser01] strafrechtelijk verwijtbaar zou handelen en/of gehandeld zou hebben door het doen van een valse aangifte of het uitoefenen van dwang jegens een gerechtsdeurwaarder althans een concreet verbod dat UEA in goede justitie rechtvaardig acht;
II. [gedaagde01] een publicatieverbod op te leggen voor een artikel of andere uiting op het internet dan wel offline, waarin in de titel, in het artikel zelf dan wel in de uiting, enige aantijging wordt gedaan dat [eiser01] liegt, dan wel dat [eiser01] meineed pleegt, dan wel woorden van gelijke strekking worden gebruikt althans een concreet verbod dat UEA in goede justitie rechtvaardig acht;
III. [gedaagde01] een publicatieverbod op te leggen voor enige aantijging dat [eiser01] tuchtrechtelijk of civielrechtelijk verwijtbaar zou handelen en/of gehandeld zou hebben, dan wel wanneer woorden van gelijke strekking worden gebruikt, in een artikel of op welke wijze en plaats dan ook, waarbij dit verbod primair ook zou moeten gelden als (naar aanleiding van de openstaande ingediende tuchtklachten tegen [eiser01] een tuchtrechtelijke overtreding zou worden vastgesteld, maar subsidiair in ieder geval zolang een tuchtrechtelijk of civielrechtelijk onrechtmatigheidsoordeel van een bevoegde instantie nog niet in kracht van gewijsde is gegaan;
IV. [gedaagde01] een publicatieverbod op te leggen voor het portret van [eiser01] , al dan niet in bewerkte vorm met getekende snor of anderszins;
V. [gedaagde01] een publicatieverbod op te leggen voor alle (geluids)opnames en/of transcripten van uitgesproken teksten [eiser01] , waaronder mede begrepen maar niet beperkt tot opnames die hij onrechtmatig - in strijd met de huisregels van de rechtspraak - heeft gemaakt tijdens zittingen in gerechtsgebouwen en opnames van telefoongesprekken;
VI. [gedaagde01] een publicatieverbod op te leggen ten aanzien van alle uitingen die betrekking hebben op de privésituatie dan wel het gezin van [eiser01] ;
VII. [gedaagde01] een verbod op te leggen voor enige aantijging dat [eiser01] crimineel, dan wel strafrechtelijk, tuchtrechtelijk of civielrechtelijk verwijtbaar zou handelen en/of gehandeld zou hebben, dan wel wanneer woorden van gelijke strekking worden gebruikt, in correspondentie zoals brieven en e-mails, anders dan correspondentie ten behoeve van een door [gedaagde01] op te starten of opgestarte procedure die bestemd is om de betreffende aantijging aanhangig te maken, zolang over de betreffende overtreding geen sprake is van een onrechtmatigheidsoordeel van een bevoegde instantie;
VIII. [gedaagde01] een alternatief verbod op te leggen in verband met de dreigende publicaties dat UEA in goede justitie rechtvaardig acht;
IX. [gedaagde01] te gebieden om bij enige publicatie waarin [eiser01] een rol speelt hoor en wederhoor toe te passen door de publicatie minimaal 4 weken voorafgaand aan het moment van publiceren ter inzage te geven aan eisers;
X. [gedaagde01] te voordelen tot betaling van een dwangsom van € 10.000,- per overtreding van de geboden sub I, II, III, IV V, VI, VII, VIII of IX van het petitum en van € 1.000,- per dag (een dagdeel daaronder begrepen) dat die overtreding voortduurt, met een maximum dwangsom van € 100.000,-;
XI. [gedaagde01] te veroordelen in de (na)kosten van het geding, een en ander zoals door eisers te specificeren, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na datum van het vonnis.