ECLI:NL:RBROT:2024:6104
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering dwangsom wegens niet tijdig beslissen op aanvragen voor Sociaal Medische Indicatie kinderopvang
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door Stichting Core, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiser had een verzoek ingediend om een dwangsom wegens niet tijdig beslissen op zijn aanvragen voor een Sociaal Medische Indicatie (SMI) voor zijn minderjarige zoon. De rechtbank oordeelde dat verweerder de verzoeken van eiser terecht als één aanvraag heeft aangemerkt, ondanks dat eiser 18 afzonderlijke brieven had ingediend voor de maanden maart 2023 tot en met augustus 2024. De rechtbank stelde vast dat het gebruikelijk is dat bij maandelijkse financiële tegemoetkomingen één aanvraag wordt ingediend, en dat het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld op 6 april 2023. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 4 mei 2023, waarin het college de dwangsom had afgewezen. De rechtbank concludeerde dat er geen dwangsom was verbeurd, omdat er al op de aanvraag was beslist. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en het bestreden besluit bleef in stand. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.