In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Veerbedrijf Hoorweg B.V. Het betreft een verzoek van [verzoeker] om het ontslag op staande voet te vernietigen, alsook om loondoorbetaling en een transitievergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] lijdt aan een obsessieve-compulsieve stoornis, maar oordeelt dat hij niet onder invloed van deze stoornis heeft gehandeld bij het verduisteren van geld van zijn werkgever. De deskundige heeft geconcludeerd dat er geen causaal verband is tussen de stoornis en het gedrag van [verzoeker]. Hierdoor wordt het handelen van [verzoeker] als ernstig verwijtbaar gekwalificeerd, wat leidt tot de afwijzing van zijn verzoeken. De rechtbank heeft bepaald dat Hoorweg geen transitievergoeding aan [verzoeker] hoeft te betalen en dat [verzoeker] een gefixeerde schadevergoeding van € 3.824,71 aan Hoorweg verschuldigd is. Tevens is [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 949,-. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.