Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het vonnis van 3 maart 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van [eiser] van 31 oktober 2023, met bijlagen;
- de e-mail van [eiser] van 22 februari 2024, met bijlagen.
- de dagvaarding van 16 februari 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
2.De beoordeling
In deze zaak legt de kantonrechter de huurovereenkomst zo uit dat [eiser] wel degelijk de verhuurder van de woning is (geweest). Relevant is dat [eiser] deze huurovereenkomst zelf heeft opgesteld. Hij heeft zichzelf daarbij vermeld als verhuurder. De huurovereenkomst bevat geen bepalingen waaruit iets anders volgt. [eiser] heeft deze huurovereenkomst weliswaar niet ondertekend, maar hij heeft ter zitting wel verklaard dat hij het eens is met de inhoud. Daarom wordt van de inhoud uitgegaan.