Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
dinsdag 16 juli 2024 om 11.30 uurwaarvoor [verzoeker] Oostwings met een dagvaarding moet laten oproepen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 juni 2024 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure van een verzoeker, wonende te Barendrecht, tegen Oostwings B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel. De verzoeker, die zelf procedeert, stelt dat hij op basis van een arbeidsovereenkomst heeft gewerkt voor Oostwings en dat deze hem nog salaris verschuldigd is, met name voor niet opgenomen vakantiedagen en opgebouwd vakantiegeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker deze procedure niet kan starten met een verzoekschrift, omdat hij Oostwings wil veroordelen tot nakoming van verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. Dit moet gebeuren via een dagvaarding, zoals blijkt uit de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De kantonrechter heeft de verzoeker de gelegenheid gegeven om Oostwings alsnog met een dagvaarding door de deurwaarder te laten oproepen en heeft de procedure omgezet naar een dagvaardingsprocedure. De verzoeker mag zijn stellingen aanpassen aan de regels die gelden voor deze procedure en het is aanbevolen om juridisch advies in te winnen. De kantonrechter heeft aangegeven dat als er op de aangegeven datum geen dagvaarding is ontvangen, de verzoeker niet ontvankelijk zal worden verklaard, wat betekent dat het verzoek niet inhoudelijk zal worden beoordeeld.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zaak op 16 juli 2024 om 11.30 uur naar de rolzitting wordt verwezen, waar de verzoeker Oostwings met een dagvaarding moet laten oproepen. Verder wordt bepaald dat de procedure wordt voortgezet volgens de regels voor de dagvaardingsprocedure, en wordt iedere verdere beslissing aangehouden.