ECLI:NL:RBROT:2024:5546

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juni 2024
Publicatiedatum
17 juni 2024
Zaaknummer
10567763
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming vervangende deskundige in civiele procedure met voorschotbepaling

In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 juni 2024 een beschikking gegeven in de zaak tussen [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. T.A.M. Heemstra, en Extin Bouw & Onderhoud B.V. De procedure betreft de benoeming van een deskundige, nadat de eerder benoemde deskundige, ir. H. Brummel, door ziekte niet in staat was het onderzoek uit te voeren. De gemachtigde van [verzoeker] heeft verzocht om een vervangende deskundige en twee ondernemingen voorgesteld. De kantonrechter heeft Extin de gelegenheid gegeven om een voorkeur aan te geven, maar dit is niet gebeurd. Daarom heeft de kantonrechter zelf een deskundige benoemd, ing. E.P.G. Borgers van Bureau voor Bouwpathologie.

De deskundige is belast met het uitvoeren van een onderzoek naar de stand van het werk, de oplevering, en eventuele gebreken. De kosten van het onderzoek zijn begroot op € 5.600,-, waarvan [verzoeker] al een voorschot van € 2.500,- heeft betaald. Hij moet een aanvullend voorschot van € 3.100,- betalen binnen twee weken na ontvangst van de factuur. De kantonrechter heeft verder bepaald dat de deskundige het rapport uiterlijk drie maanden na de start van het onderzoek moet inleveren en dat partijen de gelegenheid krijgen om op- en aanmerkingen te maken op het concept rapport. De zaak is pro forma aangehouden tot 11 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10567763 VZ VERZ 23-6943
datum uitspraak: 14 juni 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te Hekelingen,
verzoeker,
gemachtigde: mr. T.A.M. Heemstra (DAS Rechtsbijstand te Arnhem),
tegen
Extin Bouw & Onderhoud B.V.,
gevestigd te Brielle,
verweerster,
vertegenwoordigd door [persoon A] .
Partijen worden hierna ‘ [verzoeker] ’ en ‘Extin’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de beschikkingen van 27 juli en 18 augustus 2023 en van 26 januari 2024 en de processtukken die daarin zijn genoemd;
  • de mail van [verzoeker] van 8 mei 2024;
  • de brief van [verzoeker] van 22 mei 2024;
  • de mails van de griffier van 24 mei en 4 en 11 juni 2024;
  • de mail van Extin van 11 juni 2024;
  • de mail van [verzoeker] van 13 juni 2024.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In de beschikking van 26 januari 2024 heeft de kantonrechter ir. H. Brummel benoemd tot deskundige in deze zaak. Op 22 mei 2024 heeft de gemachtigde van [verzoeker] laten weten dat deskundige Brummel door ziekte het onderzoek niet kan uitvoeren. Hij heeft verzocht om een andere deskundige te benoemen. Hij heeft daarbij twee ondernemingen voorgesteld. De kantonrechter heeft Extin de gelegenheid gegeven om haar voorkeur voor één van beide ondernemingen door te geven, maar dat heeft zij niet gedaan. De kantonrechter heeft daarom zelf een keuze gemaakt.
2.2.
De griffier heeft op verzoek van de kantonrechter Bureau voor Bouwpathologie te Harmelen benaderd. Namens dit bedrijf heeft ing. E.P.G. Borgers laten weten dat hij dit onderzoek kan uitvoeren en dat hij geen band heeft met één van de partijen. Hij zal daarom in deze beschikking als deskundige worden benoemd, in plaats van de heer Brummel.
2.3.
Ing. Borgers heeft het voorschot op de kosten van het onderzoek begroot op € 5.600,-. Beide partijen hebben laten weten dat zij geen bezwaar hebben tegen deze begroting. [verzoeker] heeft al een voorschot van € 2.500,- betaald aan het LDCR. Hij moet dus nog een aanvullend voorschot van € 3.100,- betalen. Hij krijgt daarvoor twee weken de tijd. De griffier zal aan de deskundige melden wanneer dit voorschot is ontvangen. Daarna mag de deskundige beginnen met zijn onderzoek.
2.4.
Voor de nieuwe deskundige gelden verder dezelfde onderzoeksvragen en voorschriften als voor de vorige deskundige, zoals deze zijn genoemd in de beschikking van 26 januari 2024. In afwijking daarvan bepaalt de kantonrechter dat de deskundige het rapport uiterlijk drie maanden na de start van het onderzoek moet inleveren, aangezien de deskundige heeft aangegeven dat dit haalbaar is.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
heft de benoeming van ir. H. Brummel tot deskundige op;
3.2.
benoemt in plaats daarvan tot deskundige:
ing. E.P.G. Borgers
Bureau voor Bouwpathologie
Postbus 43
3480 DA Harmelen
0348 44 5629
e-mailadres: cirkel@bouwpathologie.nl
3.3.
verzoekt de deskundige de volgende vragen te beantwoorden:
Wat is de stand van het werk bij aanvang van het deskundigenonderzoek? Verzoeker wil een (fotografisch) verslag/vastlegging.
Is het werk compleet en correct opgeleverd?
Voldoet het werk aan de branchegerelateerde eisen van goed en deugdelijk werk?
Zijn er gebreken, afwijkingen en/of vervormingen te constateren aan het werk? Zo ja, welke gebreken, afwijkingen en/of vervormingen, waar bevinden die zich en wat is de oorzaak daarvan?
Op welke (verschillende) wijze(n) kunnen de ontstane gebreken, afwijkingen en/of vervormingen worden opgelost en wat zijn daarvan de kosten? Is het in dit verband nodig om noodvoorzieningen te treffen?
Heeft u vanuit uw deskundigheid nog specifieke waarnemingen of observaties?
3.4.
bepaalt dat [verzoeker] een aanvullend voorschot voor de kosten van de deskundige van € 3.100,- moet betalen binnen twee weken nadat hij daarvoor een factoor van het LDCR heeft ontvangen;
3.5.
bepaalt tevens dat [verzoeker] een kopie van het betalingsbewijs dient te toe sturen aan de griffie van de rechtbank, zodat voor de kantonrechter duidelijk is dat het voorschot is gestort;
3.6.
houdt de zaak pro forma aan tot vrijdag 11 oktober 2024;
3.7.
verzoekt de griffier de deskundige opdracht te geven zijn onderzoek aan te vangen en tot beantwoording van de hiervoor geformuleerde vragen over te gaan en aan de deskundige afschriften toe te sturen van de gedingstukken, zodra duidelijk is dat [verzoeker] voor betaling van het aanvullende voorschot heeft zorggedragen;
3.8.
bepaalt dat de deskundige zich houdt aan de Leidraad deskundigen in civiele zaken (hierna: ‘leidraad’) en de gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken (zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl) en wijst in het bijzonder op de informatie over het beginsel van hoor en wederhoor ten aanzien van het communiceren met en door partijen;
3.9.
bepaalt dat partijen in de gelegenheid moeten worden gesteld om op- en aanmerkingen op het concept rapport te maken;
3.10.
bepaalt dat de deskundige het definitieve rapport uiterlijk drie maanden na de start van het onderzoek inlevert en dat als deze termijn niet haalbaar blijkt de deskundige de kantonrechter en partijen dat zo spoedig mogelijk laat weten en ook welke termijn wel haalbaar is;
3.11.
bepaalt dat de deskundige bij de inlevering van het rapport een eindnota voegt die voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de leidraad;
3.12.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek onderbreekt als dreigt dat het voorschot wordt overschreden en in dat geval een schriftelijk verzoek aan de kantonrechter doet om een aanvullend voorschot;
3.13.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
33394