Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiser 3],
[eiser 4] E/V [eiser 3],
[eiser 5],
[eiser 6] E/V [eiser 5],
EVIDES N.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 september 2023, met producties 1 t/m 26;
- de conclusie van antwoord, met producties A t/m I;
- de e-mail van 28 maart 2024 van de rechtbank met een zittingsagenda;
- de aanvullende producties 27 tot en met 29 van [eiser 1] c.s.;
- de aanvullende productie J van BAM en Evides;
- de mondelinge behandeling op 23 april 2024 en de daarbij door mr. A.F. Ammerlaan, mede advocaat van [eiser 1] c.s., en mr. Schaaf, voornoemd, voorgedragen en overgelegde spreekaantekeningen.
2.De feiten
Het expertiserapport is beoordeeld.
3.Het geschil
4.De beoordeling
datde grond van de percelen van [eiser 1] c.s. is gedaald als gevolg van de werkzaamheden van BAM, maar zij verschillen wel van mening over de vraag
in welke matevan een bodemdaling als gevolg van die werkzaamheden sprake is, omdat ook zonder die werkzaamheden de grond van de percelen zou zijn gedaald.
mogelijkschade hebben geleden. [eiser 1] c.s. stellen dat zij nu nog niet in staat zijn om hun schade volledig te berekenen en om die reden een verwijzing naar de schadestaat vorderen. Hiermee hebben [eiser 1] c.s. voldoende belang gesteld bij het verkrijgen van de gevorderde verklaringen voor recht. De rechtbank ziet onvoldoende aanleiding om, zoals door BAM en Evides is voorgesteld, de schade nu al te begroten. Partijen verschillen van mening over de vraag in welke mate van een daling van de bodem als gevolg van de werkzaamheden van BAM sprake is. Met de door partijen overgelegde stukken heeft de rechtbank te weinig aanknopingspunten om de schade te begroten. Vordering II wordt dus ook toegewezen.
datde grond van de percelen van [eiser 1] c.s. is gedaald, maar zij verschillen wel van mening over de vraag
in welke matevan een daling van de bodem
als gevolg vande werkzaamheden van BAM sprake is.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)