Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verzoek tot verbetering
2.De beoordeling
3.De beslissing
3597/1582
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 mei 2024 een herstelvonnis uitgesproken in de zaak tussen Ingenios B.V. en Rotterdamse Mobiliteit Centrale RMC B.V. Ingenios had eerder, op 27 maart 2024, een vonnis gekregen waarin de wettelijke rente werd toegewezen op basis van artikel 6:119 BW. Ingenios verzocht de rechtbank om dit vonnis te verbeteren, omdat zij van mening was dat de wettelijke rente op basis van artikel 6:119a BW had moeten worden toegewezen. Ingenios stelde dat er sprake was van een kennelijke schrijffout in het eerdere vonnis, aangezien de vorderingen voortvloeien uit een handelsovereenkomst tussen professionele partijen.
RMC betwistte het verzoek van Ingenios en stelde dat er geen sprake was van een schrijffout, omdat Ingenios in haar dagvaarding expliciet de wettelijke rente had gevorderd zonder te verwijzen naar de handelsrente. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Ingenios inderdaad de wettelijke handelsrente had bedoeld, gezien de context van de vordering en de aard van de overeenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dienstverleningsovereenkomst tussen Ingenios en RMC als een handelsovereenkomst moet worden aangemerkt, en dat Ingenios recht heeft op de wettelijke handelsrente.
De rechtbank heeft het verzoek van Ingenios toegewezen en de eerdere toewijzing van de wettelijke rente gewijzigd. De verbeteringen zijn in het herstelvonnis vastgelegd, waarbij de rechtbank de wijzigingen in de tekst van het eerdere vonnis heeft opgenomen. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rolrechter.