ECLI:NL:RBROT:2024:4961

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
29 mei 2024
Zaaknummer
10755165 \ CV EXPL 23-3975
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning na aantreffen hennepkwekerij

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 mei 2024 uitspraak gedaan in een huurzaken tussen Stichting Trivire en [naam 1], vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder. De zaak betreft de ontbinding van de huurovereenkomst van een woning waarin de politie een gedeeltelijk geoogste en in werking zijnde hennepkwekerij heeft aangetroffen. De burgemeester heeft de woning voor drie maanden gesloten, wat aanleiding gaf tot de vordering van Trivire om de huurovereenkomst te ontbinden en de woning te ontruimen. De bewindvoerder heeft erkend dat [naam 1] tekort is geschoten in zijn verplichtingen als huurder, maar stelde dat deze tekortkoming niet aan hem kan worden toegerekend vanwege zijn medische situatie. De kantonrechter oordeelde echter dat [naam 1] op de hoogte was van de hennepkwekerij en onvoldoende had onderbouwd dat hij niet in staat was om hiertegen op te treden. De belangen van de verhuurder bij ontbinding van de huurovereenkomst wogen zwaarder dan de belangen van [naam 1] om in de woning te blijven wonen, gezien de ernst van de situatie. De kantonrechter heeft de vordering van Trivire toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en de bewindvoerder veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen, alsook tot betaling van een gebruiksvergoeding gelijk aan de huurprijs en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Locatie Dordrecht
zaaknummer: 10755165 \ CV EXPL 23-3975
datum uitspraak: 2 mei 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Trivire,
vestigingsplaats: Dordrecht,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.W. Kox,
tegen
[gedaagde], handelend onder de naam
[handelsnaam], in de hoedanigheid van bewindvoerder van
[naam 1],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
gemachtigde: mr. A. Karacelik.
De partijen worden hierna respectievelijk ‘Trivire’, ‘de bewindvoerder’ en ‘[naam 1]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 11 oktober 2023, met bijlagen;
  • de conclusie van antwoord, met bijlagen;
  • de akte houdende overlegging aanvullende producties van Trivire, met bijlagen.
1.2.
Op 4 april 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was namens Trivire aanwezig [naam 2], bijgestaan door mr. M.W. Kox. [naam 1] was aanwezig, bijgestaan door mr. A. Karacelik. De bewindvoerder was niet aanwezig.

2.De beoordeling

De feiten in het kort
2.1.
[naam 1] huurt vanaf 20 november 2017 van Trivire de woning gelegen aan [adres] (hierna: de woning). De kantonrechter heeft de goederen die (zullen) toebehoren aan [naam 1] bij uitspraak van 11 april 2019 onder bewind gesteld en de bewindvoerder tot zijn bewindvoerder benoemd.
2.2.
Op 7 september 2023 is de politie naar aanleiding van een verdachte situatie binnengetreden in de woning en heeft daar een gedeeltelijk geoogste en in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Er zijn in twee kamers 242 hennepstekken aangetroffen en een aantal potten met daarin afgeknipte hennepstelen. Ook was de stroom illegaal afgetapt. De burgemeester van de gemeente Zwijndrecht heeft vervolgens de woning voor drie maanden (van 27 oktober 2023 tot en met 26 januari 2024) gesloten. De bestuursrechter heeft de voorlopige voorziening afgewezen die [naam 1] tegen het besluit tot woningsluiting had gestart (zaaknummer: ROT 23/6989).
De bewindvoerder is de formele procespartij
2.3.
[naam 1] staat onder bewind, zodat Trivire de vorderingen had moeten instellen tegen de bewindvoerder en de dagvaarding aan de bewindvoerder had moeten laten betekenen. Trivire stelt dat zij pas na het uitbrengen van de dagvaarding van het bewind op de hoogte is geraakt en vervolgens de bewindvoerder bij brief van 1 november 2023 heeft opgeroepen om in deze procedure te verschijnen. De bewindvoerder heeft dat gedaan en het in eerste instantie tegen [naam 1] verleende verstek gezuiverd. Op grond van de vaste rechtspraak [1] is de bewindvoerder door vrijwillig in rechte te verschijnen de formele procespartij geworden. De gemachtigde van de bewindvoerder heeft op zitting laten weten hiertegen geen bezwaar te hebben. De aanhef van dit vonnis is hierop aangepast en in deze uitspraak zal daarom hiervan worden uitgegaan. [naam 1] kan feitelijk worden beschouwd als “de materiële procespartij”, degene om wie de zaak inhoudelijk gaat.
De vordering van Trivire
2.4.
Trivire stelt zich op het standpunt dat [naam 1] ernstig en op meerdere wijzen is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen op grond van de huurovereenkomst en zich niet als goed huurder heeft gedragen. Trivire vordert daarom, samengevat, dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt en dat de bewindvoerder wordt veroordeeld om de woning te ontruimen. Ook vordert Trivire dat de bewindvoerder wordt veroordeeld om een gebruiksvergoeding, gelijk aan de huurprijs, te betalen, om de kosten van de ontruiming te betalen en om de proceskosten te betalen.
De huurovereenkomst wordt ontbonden
2.5.
De kantonrechter mag een huurovereenkomst alleen ontbinden als er sprake is van een tekortkoming van de huurder en die tekortkoming ‘van voldoende gewicht’ is. De rechter moet bij zijn oordeel rekening houden met alle omstandigheden [2] .
2.6.
De bewindvoerder betwist niet dat [naam 1] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn huurdersverplichtingen doordat er een hennepkwekerij aanwezig was in de woning, maar hij stelt dat deze tekortkoming [naam 1] niet kan worden toegerekend. Daarom zou de tekortkoming geen ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigen. Voorts zijn de belangen van [naam 1] bij behoud van zijn woning groter dan het belang van Trivire bij ontbinding van de huurovereenkomst.
2.7.
De kantonrechter is van oordeel dat de aangevoerde omstandigheden van [naam 1] niet maken dat ontbinding van de huurovereenkomst niet is gerechtvaardigd. [naam 1] woonde in de woning en wist dat er een hennepkwekerij in zijn woning was. Voor zover hij niet zelf bij de hennepkwekerij was betrokken, had hij er voor moeten zorgen dat deze werd gestopt en ontmanteld. De bewindvoerder stelt dat [naam 1] gedwongen was om de hennepkwekerij in de woning te dulden en dat hij hieraan door zijn medische situatie geen weerstand kon bieden. De bewindvoerder onderbouwt echter onvoldoende waarom [naam 1] door zijn ziekte, desnoods met hulp, geen weerstand kon bieden. Hij heeft slechts gewezen op een verklaring van de GZ-psycholoog van 15 mei 2023, die in de procedure bij de bestuursrechter tegen de sluiting van de woning is ingebracht. Hierin staat, blijkens de uitspraak in die procedure, dat [naam 1] (sinds 2021) voor schizofrenie en psychoses wordt behandeld en dat zijn toestand al langere tijd stabiel is. De behandelingen bestaan volgens de GZ-psycholoog uit steunende en ventilerende gesprekken, eenmaal in de zes weken. Andere of meer medische informatie is er niet, zoals de gemachtigde van [naam 1] ter zitting heeft bevestigd. Hiermee heeft de bewindvoerder onvoldoende onderbouwd dat [naam 1] niet in staat was om op te treden tegen de mensen die de hennepkwekerij in zijn woning hielden. De kantonrechter begrijpt voorts het belang van [naam 1] om, mede gezien zijn medische situatie, in de woning te kunnen blijven wonen. Gelet op de ernst van de tekortkoming, namelijk het houden van een hennepkwekerij in de woning en het illegaal aftappen van stroom, weegt het belang van [naam 1], zoals thans onderbouwd, bij behoud van de woning echter niet op tegen het belang van Trivire bij ontbinding van de huurovereenkomst. Daarbij is ook betrokken het zerotolerancebeleid van Trivire in verband met de aantrekkende werking van criminaliteit en de gevaarzetting door een hennepkwekerij, waarbij illegaal stroom wordt afgetapt, alsmede het risico op schade aan de woning en mogelijke overlast. De huurovereenkomst wordt daarom ontbonden.
De bewindvoerder moet de woning ontruimen en een gebruiksvergoeding betalen
2.8.
Omdat de huurovereenkomst wordt ontbonden, wordt de gevorderde ontruiming ook toegewezen. Dit betekent dat [naam 1] de woning met al zijn de spullen moet verlaten. Dat moet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis. Voor een kortere ontruimingstermijn ziet de kantonrechter geen aanleiding. Tot en met de dag van de ontruiming moet de bewindvoerder een gebruiksvergoeding gelijk aan de huur betalen (artikel 7:225 BW). Trivire heeft niet uitgelegd waarom de bewindvoerder een vergoeding moet betalen voor de rest van die maand, zodat dit wordt afgewezen.
De ontruimingskosten worden afgewezen
2.9.
De gevorderde veroordeling in de kosten van de ontruiming voor het geval niet wordt voldaan aan de veroordeling tot ontruiming wordt afgewezen, nu deze kosten niet vooraf begroot kunnen worden. Onduidelijk is of de kosten gemaakt moeten worden, waaruit de kosten precies bestaan en hoe hoog die kosten zullen zijn.
De bewindvoerder moet de proceskosten betalen
2.10.
De bewindvoerder moet de proceskosten betalen, omdat hij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Trivire op € 129,86 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht, € 408,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 204,-) en € 102,- aan nakosten. Dat is in totaal € 767,86. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.11.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv). Trivire heeft er, mede gezien haar maatschappelijke doelen, belang bij de woning nu aan een derde te kunnen verhuren. [naam 1] heeft niet gesteld dat hij vanwege zijn medische situatie specifiek aan deze woning is gebonden. Hij heeft in de drie maanden dat de woning was gesloten, bij zijn ouders verbleven. Niet gesteld of gebleken is dat hij nu geen verblijf elders zal kunnen regelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen de partijen en veroordeelt de bewindvoerder om binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis de woning te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege de bewindvoerder en [naam 1] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Trivire te stellen;
3.2.
veroordeelt de bewindvoerder om met ingang van de datum van dit vonnis tot en met de dag waarop de ontruiming plaatsvindt aan Trivire te betalen een gebruiksvergoeding, gelijk aan de huurprijs, met de verhoging die is toegestaan;
3.3.
veroordeelt de bewindvoerder in de proceskosten, die aan de kant van Trivire worden begroot op € 767,86;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.P.M. Jurgens en in het openbaar uitgesproken.
31688

Voetnoten

1.Hoge Raad 7 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:525.
2.Hoge Raad 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810.