Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
VAN AMEYDE NEDERLAND B.V.,
1.De procedure
- het verzoekschrift, met producties 1 tot en met 18,
- de akte overlegging stukken aan de zijde van [verzoekster], met producties 19 en 20,
- het verweerschrift, met productie 1,
- de mondelinge behandeling,
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
Vertegenwoordiging van Greenval door Van Ameyde
“(…) dat het busje wel heel erg aan de linkerkant v/d weg reed. (…)”en [naam 1] heeft verklaard dat hij in het midden van de weg reed. [verzoekster] heeft ter zitting verklaard dat zij niet meer weet hoe het ongeval is gebeurd en zich er niets meer van herinnert. Op basis van deze verklaringen stelt de rechtbank vast dat de bestelbus van [naam 1] op het moment van de aanrijding op zijn minst in het midden van de weg heeft gereden op het moment van de aanrijding. Of dat ‘heel erg aan de linkerkant van de weg´ of ‘in het midden van de weg’ is geweest, kan op basis van de getuigenverklaringen niet worden vastgesteld. De scheidslijn daartussen valt op een smalle weg als de Schiebroekseweg ook moeilijk te trekken, maar duidelijk is in ieder geval wel dat [naam 1] niet helemaal rechts op de weg heeft gereden.
‘Dat is ingewikkeld vind ik. Ik vraag mij af waarom die vrouw ineens naar links ging zonder richting aan te geven’.Dit antwoord lijkt er op te wijzen dat er volgens [naam 1] mogelijk sprake is van schuld aan beide kanten: zowel aan zijn kant als aan de kant van [verzoekster].