In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 mei 2024 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen Sitra Nederland B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. Sitra verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond, omdat de werknemer verwijtbaar had gehandeld. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer inderdaad verwijtbaar had gehandeld, maar niet in ernstige mate, waardoor de arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 30 juni 2024. De kantonrechter wees het verzoek van Sitra om geen transitievergoeding te betalen af, en kende de werknemer een transitievergoeding van € 3.289,76 toe. Daarnaast werden de tegenverzoeken van de werknemer, waaronder terugbetaling van loon en schadevergoeding, afgewezen. De kantonrechter benadrukte dat de werknemer zich niet aan de instructies van Sitra had gehouden en dat zijn gedrag in de arbeidsrelatie onacceptabel was. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk uitgevoerd kan worden, ook als een van de partijen in hoger beroep gaat.