ECLI:NL:RBROT:2024:4813
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van een loongerelateerde WIA-uitkering en wijziging van het arbeidsongeschiktheidspercentage
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. P.A. van Lange, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. C. Nobel. De zaak betreft de toekenning van een loongerelateerde WIA-uitkering en de wijziging van het arbeidsongeschiktheidspercentage van de eiser. Eiser had aanvankelijk een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar deze werd beëindigd en omgezet naar een vervolguitkering met een aangepast arbeidsongeschiktheidspercentage. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging, wat leidde tot een herbeoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De rechtbank heeft de medische beoordeling van de verzekeringsarts als zorgvuldig en correct beoordeeld. Eiser voerde aan dat zijn psychische klachten niet voldoende waren meegenomen in de beoordeling, maar de rechtbank oordeelde dat er geen medische indicatie was voor een urenbeperking of voor het aannemen van meer beperkingen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, maar veroordeelde verweerder tot vergoeding van de proceskosten van eiser. De uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid van de medische beoordeling en de noodzaak voor een deugdelijke onderbouwing van besluiten in het kader van de Wet WIA.