ECLI:NL:RBROT:2024:4607
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering overname private schuld op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van de Minister van Financiën (Belastingdienst/Toeslagen) om haar private schuld over te nemen. Eiseres, die is aangemerkt als gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire, had op 5 augustus 2022 een schuldenlijst ingediend bij Sociale Banken Nederland (SBN). Op 8 maart 2023 heeft SBN vijf schulden van eiseres betaald, maar negen schulden zijn geweigerd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de weigering van de betaling van een schuld van € 1.680,- aan haar neef, maar de rechtbank oordeelt dat niet is voldaan aan de eis van een notariële akte, die wettelijk vereist is voor de overname van private schulden. De rechtbank heeft de zaak op 2 april 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de Belastingdienst/Toeslagen.
De rechtbank stelt vast dat de kinderopvangtoeslag van veel ouders onterecht is stopgezet, wat heeft geleid tot financiële problemen. De Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) biedt de mogelijkheid voor de overheid om bepaalde private schulden van gedupeerden over te nemen, maar er zijn strikte voorwaarden aan verbonden. Eiseres heeft aangevoerd dat er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat van de eis van een notariële akte afgeweken moet worden, maar de rechtbank oordeelt dat deze omstandigheden niet voldoende zijn aangetoond. De rechtbank concludeert dat de weigering van de Belastingdienst/Toeslagen om de schuld van eiseres over te nemen terecht is, omdat de lening niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.