Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 13 december 2023;
- de brief met bijlagen van de zijde van de vrouw (indiening diverse e-mails), gedateerd 3 april 2024.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de GI, vertegenwoordigd door [persoon A] ;
- de raad, vertegenwoordigd door [persoon B] .
3.De beoordeling
- de minderjarigen verblijven eenmaal per twee weken van vrijdagmiddag uit school tot primair maandagochtend naar school dan wel subsidiair zondag 18.30 uur bij de vrouw;
- de minderjarigen verblijven voorts op de verjaardag van de vrouw gedurende een hele dag bij de vrouw, alsmede op hun verjaardagen, op Moederdag en ieder jaar op Divali waarbij er dan ook door de minderjarigen bij de vrouw gegeten wordt;
- de minderjarigen verblijven eveneens op één van de navolgende feestdagen bij de vrouw, zulks in onderling overleg met de pleegouders en de GI te bepalen: 1e of 2e Paasdag, 1e of 2e Pinksterdag, 1e of 2e Kerstdag en op Oudejaarsdag dan wel op Nieuwjaarsdag;
- alsmede gedurende één week in de meivakantie en in de kerstvakantie, alsmede gedurende de gehele herfstvakantie en gedurende twee aaneengesloten weken in de zomervakantie.
- op de verjaardag van de vrouw zijn de minderjarigen bij de vrouw (na schooltijd);
- 2e Paasdag zijn de minderjarigen bij de vrouw;
- 2e Pinksterdag zijn de minderjarigen bij de vrouw.
4.De beslissing
nietaaneengesloten weken bij de vrouw. De GI bepaalt welke weken dit zullen zijn. Voor de schoolvakantie 2024/2025 wordt door de GI jaarlijks in september 2024 aan de vrouw doorgegeven welke weken dit betreffen. Voor de aankomende schoolvakantie dient hier door de GI zo spoedig mogelijk uitsluitsel over te worden gegeven.
- Tweede Paasdag zijn de minderjarigen bij de vrouw;
- Tweede Pinksterdag zijn de minderjarigen bij de vrouw.