Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaardingen van 13 september 2023, met producties 1 t/m 66;
- de incidentele conclusie tot relatieve onbevoegdheid van X Corp. c.s.;
- de akte overlegging bewijs van betekening van SDBN, met producties 67 t/m 70;
- de incidentele conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eiswijziging van SDBN;
- de akte overlegging producties van X Corp. c.s., met producties 1 t/m 4;
- het proces-verbaal van de meervoudige regiezitting, gehouden op 1 maart 2024.
2.De vordering in het incident
3.De beoordeling in het incident
Volvo-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU, 15 juli 2021, ECLI:EU:C:2021:604), aan dat wanneer niet te lokaliseren is waar de schade intrad, de rechter in de vestigingsplaats van eiser bevoegd is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de schade is geleden op verschillende plekken binnen een land, zoals hier aan de orde. De gebruikers van de apps zijn verspreid over heel Nederland. Vanwege die spreiding is in beginsel iedere rechtbank in Nederland relatief bevoegd. SDBN kiest ervoor om de procedure bij deze rechtbank aanhangig te maken, omdat zij statutair gevestigd is in Rotterdam.
.In haar dagvaarding (randnummer 339) stelt SDBN daarentegen zelf dat Twitter (in de dagvaarding gedefinieerd als alle gedaagden) niet de contractspartij is van de consument. Dat betekent dat de rechtbank niet toekomt aan de vraag of SDBN zich als belangenbehartiger op deze bijzondere bevoegdheidsregels kan beroepen.
Handlungsort) als op de plaats waar de directe schade is ingetreden (
Erfolgsort). De plaats van het schadebrengende feit moet, zo heeft het HvJEU in het verleden geoordeeld, voor iedere schadevordering worden bepaald, ongeacht een eventuele overdracht of bundeling ervan (HvJEU 21 mei 2015, ECLI:EU:C:2015:335,
CDC/Akzo Nobel, r.o. 35 en 36). Dat brengt met zich dat deze rechtbank in beginsel alleen relatief bevoegd is ten aanzien van het deel van de vorderingen van SDBN dat ziet op de schade geleden door de gedupeerden, waarvoor SDBN stelt op te komen, die woonachtig zijn/waren in het arrondissement Rotterdam. Alleen voor dat deel geldt dat het
Erfolgsorten/of
Handlungsort(mede) in Rotterdam zijn gesitueerd. Voor wat betreft dat deel van de vorderingen van SDBN dat betrekking heeft op gedupeerden die buiten het arrondissement Rotterdam woonachtig zijn/waren, heeft het schadebrengende feit zich niet voorgedaan in het arrondissement Rotterdam, zodat deze rechtbank niet bevoegd is.
Volvo-arrest waar SDBN naar verwijst, maakt dat niet anders. Daarin oordeelde het HvJEU dat de plaats van het intreden van de schade voor iedere benadeelde individueel moet worden vastgesteld en dat het daarbij in beginsel gaat om de plaats van de zetel van de benadeelde (r.o. 41). In het onderhavige geval is materieel gezien SDBN niet de partij die schade heeft geleden. Dat is haar achterban, die zoals gezegd is verspreid over heel Nederland. In die situatie kan voor het bepalen van de relatieve bevoegdheid niet zonder meer alleen worden aangeknoopt bij de vestigingsplaats van SDBN. In geschil is, in hoeverre verschil maakt dat het hier een collectieve actie in de zin van artikel 3:305a BW betreft (zoals dat luidt na implementatie van de Richtlijn representatieve vorderingen, nr. 2020/1828), waarbij mede een beroep wordt gedaan op de AVG; dat is in de (Europese) jurisprudentie nog niet uitgemaakt. Daarover zouden mogelijk vragen aan het HvJEU gesteld moeten worden. Ter zitting is aan de orde gekomen dat de rechtbank Amsterdam (20 december 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:8330) prejudiciële vragen heeft gesteld aan het HvJEU over de uitleg van artikel 7 lid 2 Brussel I-bis in het kader van het vaststellen van de relatieve bevoegdheid in een collectieve schadevergoedingsactie. SDBN heeft echter te kennen gegeven het stellen van vragen en/of het afwachten van de beantwoording van de al gestelde vragen, in het kader van dit incident, zo onwenselijk te vinden dat zij voor dat geval subsidiair de hierna te bespreken voorwaardelijke forumkeuze heeft gedaan.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)