Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 uur, te vervangen door 90 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf
178 (honderdachtenzeventig) urente verrichten taakstraf resteert;
89 (negenentachtig) dagen;
€1.500,- (zegge: duizendvijfhonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 juni 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 1.500,-(hoofdsom,
zegge: duizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juni 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;