Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
2.[gedaagde 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 januari 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met bijlagen;
- de dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Aegon Levensverzekering N.V. en twee gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], die gezamenlijk een woning huren in Rhoon. Aegon vorderde betaling van een huurachterstand van € 8.615,53, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De gedaagden hebben de huur niet tijdig betaald en [gedaagde 2] is niet verschenen in de procedure. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurprijswijzigingsbepaling in de huurovereenkomst oneerlijk is, maar dit staat niet in de weg aan de toewijzing van de vordering tot betaling van de huurachterstand. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te ontbinden. De gedaagden zijn veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen en de huurachterstand te betalen, evenals buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn ook aan Aegon toegewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.