Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
De vraag is of de verdachte voorwaardelijk opzet had op het doden van het slachtoffer. Daarvoor is het volgende van belang.
5.Strafbaarheid feit
Voor zover het steken met het mes niet als proportionele verdediging wordt gezien, doet de verdediging een beroep op noodweerexces.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Wat hier ook van zij: het handelen van de verdachte - hij zocht uiteindelijk, gewapend met een groot mes, de confrontatie en heeft daarna het slachtoffer gestoken - is volstrekt buitensporig en onbegrijpelijk. De rechtbank houdt het er - ook omdat de deskundigen bij de verdachte geen stoornis hebben kunnen vaststellen - maar op dat de verdachte gekrenkt was door een zakelijk meningsverschil met het slachtoffer over de huur van een pand. Ook zal verdachtes dronkenschap een rol hebben gespeeld.
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) jaren;
€ 57.241,99 (zegge: zevenenvijftigduizend tweehonderdeenenveertig euro en negenennegentig cent), bestaande uit € 21.965,20 aan materiële schade, € 15.276,79 aan shockschade en € 20.000,- aan affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente die als volgt wordt berekend:
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] te betalen
€ 57.241,99 (zegge: zevenenvijftigduizend tweehonderdeenenveertig euro en negenennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de schade is ontstaan (op de wijze zoals hiervoor is vermeld) tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
309 (driehonderdennegen) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro), bestaande uit affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 27 april 2023 tot de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 2] te betalen
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 27 april 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
135 (honderdvijfendertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro), bestaande uit affectieschade, vermeerderd met de wettelijke hierover vanaf 27 april 2023 tot de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 3] te betalen
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 27 april 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
135 (honderdvijfendertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 21.101,50 (zegge: eenentwintigduizend honderdeen euro en vijftig cent), bestaande uit € 1.101,50 aan materiële schade en € 20.000,- aan affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 27 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 6] te betalen
€ 21.101,50 (zegge: eenentwintigduizend honderdeen euro en vijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 27 april 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 21.101,50 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
140 (honderdveertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;