Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
geopposeerde,
[gedaagde],
opposanten,
1.De procedure
- het incidenteel vonnis van 7 juni 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken,
- de brief van Decoil c.s. van 24 oktober 2023, met productie 20,
- de brief van Decoil c.s. van 28 oktober 2023, met productie 21,
- de brief van MSR van 30 oktober 2023 met daarin het verzoek aan de rechtbank om de productie 21 van Decoil c.s. integraal af te wijzen,
- de brief van de rechtbank van 31 oktober 2023 met daarin de mededeling dat productie 21 van Decoil c.s. wel wordt toegelaten tot het procesdossier, maar tijdens de mondelinge behandeling buiten beschouwing zal worden gelaten,
- de mondelinge behandeling op 3 november 2023 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde spreekaantekeningen van MSR en Decoil c.s.
2.De feiten
clean for inspection”/“
clean for hotwork”, te certificeren door een ladingcontroleur). MSR heeft hierbij haar algemene voorwaarden van toepassing verklaard en deze met de offerte meegezonden.
- Er zullen 10 ladingtanks worden schoongemaakt.
- De ladingtanks bevatten geen bitumineus product.
- Er wordt met drie man gewerkt.
- De werkzaamheden geschieden overdag tussen 7.00 en 19.00 uur.
- De tanks bevinden zich in normale conditie en er hoeft niet te worden geschraapt.
- Iedere tank zal 2,5 uur lang machinaal worden gewassen (
- Daarna zullen ladingresten, sludge en sedimenten (mits deze niet bitumineus zijn) worden verwijderd voor € 4.400,-- per 12 manuur plus € 0,80 per kilo verwijderd materiaal en € 75, per m3 waswater.
- Indien nodig zullen de 10 tanks een half uur per stuk worden (na)gewassen, met verwijdering van het waswater, voor € 4.750,--.
- Tenslotte zal zo nodig nog handmatig worden gereinigd door gebruik van een vacuümtruck, 3 reinigingsspecialisten, een 200 bar heetwatereenheid, persoonlijke beschermingsmaterialen, reinigingsmiddelen en verbruiksgoederen, voor de prijs van € 4.400,-- per 12 uur.
- Als dan nog nodig, zal een (niet omschreven)
- Niet inbegrepen zijn de kosten van een mariene chemicus, € 330,-- per certificaat exclusief overwerktoeslag en reistijd.
- Overwerk buiten de normale arbeidstijden kost doordeweeks € 16,05 per manuur extra, maar in het weekend (tussen vrijdag 19.00 uur en maandag 7.00 uur) € 26,40 per manuur extra.
cost estimatemet specificatie van de tot die dag verrichte werkzaamheden. De
cost estimatekomt uit op een totaalbedrag van € 141.219,07 exclusief BTW. Het kostenoverzicht gedateerd 5 januari 2021 vermeldt, samengevat, het volgende.
- Er worden 12 ladingtanks schoongemaakt.
- Op een niet genoemde datum zijn 6 ladingtanks gedurende 2,5 uur per tank gewassen, onder vermelding ‘
- Op een niet genoemde datum zijn leidingen van het [schip 4] gedurende 8 uren gespoeld en/of gereinigd, kosten € 7.600,--.
- Op 22 december 2020 is de mariene chemicus ingezet: kosten € 330,-- plus € 165,-- overwerktoeslag.
- Tussen 22 december 2020 om 19.00 uur en 23 december 2020 om 13.00 uur is door 4 man gewerkt aan het verwijderen van ladingresten, sludge en sedimenten: kosten € 6.600,-- plus € 770,40 overwerktoeslag.
- Op 25 december 2020 is de mariene chemicus ingezet, kosten: € 330,-- plus € 330,-- overwerktoeslag.
- Op 25 en 26 december 2020 zijn 12 ladingtanks gewassen gedurende 2,5 uur per tank, kosten: € 28.500,-- plus € 1.214,40 overwerktoeslag.
- Op 27 december 2020 van 7.00 uur tot 19.00 uur en van 28 december om 7.00 uur tot 31 december 2020 om 16.00 uur is door 4 man gewerkt aan het verwijderen van ladingresten, sludge en sedimenten: kosten € 33.916,67 plus € 3.578,40 overwerktoeslag.
- Op 30 en 31 december 2020 is gedurende 3 shifts een 500 bar eenheid ingezet, kosten € 1.950,-- (€ 650,-- per shift).
- Op 30 december 2020 is de mariene chemicus ingezet: kosten € 330,-- plus € 165,-- overwerktoeslag.
- Van 2 januari 2021 om 7.00 uur tot 5 januari 2021 om 19.00 uur is door 4 man gewerkt aan het verwijderen van ladingresten, sludge en sedimenten: kosten € 30.800,-- plus € 7.380,-- overwerktoeslag.
- Van 2 januari 2021 om 7.00 uur tot 5 januari 2021 om 19.00 uur is gedurende 7 shifts een 500 bar eenheid ingezet, kosten € 4.550,-- (€ 650,-- per shift).
Delivered in accordance with attached cost estimate”.
cost estimategedateerd 18 januari 2021.
After the first wash we inspected the cargo tanks and found approx. 55-60 mt bituminous cargo residues. Bituminous residue SB & PS 1 = 16 mt, PS 2 = 4 mt already removed.”
finishing touch. Voor de wasronde van 2,5 uur wordt voor 12 tanks € 28.500,-- gerekend. Ongewijzigd zijn de kosten voor het verwijderen van sediment en dergelijke, € 4.400,-- per 12 uur en de overwerktarieven. Voor de 500 bar eenheid wordt € 650,-- per shift geoffreerd.
cost estimatevermeldt: “
Before commencing the scope of work the barge had approx. 80 mt of cargo /bituminous /sludges in the 12 cargotanks.” De
cost estimatenoemt de volgende normen (‘
standards’) die kunnen worden bereikt tegen de bijbehorende prijzen (exclusief BTW):
Clean for inspection: Safe for Men, not Safe for Fire –
butterworthing) € 29.142,00
Cleaning of 12 cargo tanks ex. Heavy Fuel Oil to HFO
Clean for DMA/Red DO: Certificate from a cargo surveyor
Clean for Undyed DO: Certificate from a cargo surveyor
3.Het geschil
4.De beoordeling
Alle aanbiedingen door of vanwege MSR gedaan, zijn vrijblijvend. De overeenkomst wordt eerst geacht te zijn tot stand gekomen wanneer MSR deze schriftelijk aan de opdrachtgever heeft bevestigd […]”
MSR is gerechtigd, indien hiertoe naar haar oordeel aanleiding bestaat, alle haar opgedragen of met haar overeengekomen werkzaamheden op te schorten c.q. niet uit te voeren zolang door de opdrachtgever niet voldoende zekerheid voor betaling is gesteld.”
cost estimatehad opgesteld en aan Decoil Ship Management had verstuurd. Op dat moment bleven al oudere facturen van MSR voor werk aan [schip 2] en [schip 3], andere schepen van de Decoil groep, onbetaald. MSR zag dus aankomen dat Decoil Ship Management haar betalingsverplichting voor het [schip 1] ook niet zou nakomen. Daarom heeft zij op 6 januari 2021 het werk opgeschort. Aldus nog steeds MSR.
Butterworthing of 6 cargo tanks 2,5 hours/per tank (vessels pump defect) ad € 14.250,-” en “
Butterworthing (supply of water for flushing lines [schip 4]) 8 hours ad € 7.600,-”. Decoil c.s. betwisten dat Decoil Ship Management opdracht heeft gegeven voor deze werkzaamheden dan wel dat deze noodzakelijk zijn geweest. Decoil Ship Management zegt dat zij nooit op de hoogte is gebracht van een defecte scheepspomp.
vessels pump defect’ rechtvaardigt dat € 14.250,-- wordt berekend bovenop de vaste prijs van € 28.500,-- (in het overzicht verbonden aan het wassen op 25 en 26 december 2020) is niet uitgelegd. Onder meer uit productie 16 van MSR komt echter naar voren dat de scheepspomp van de Noordzee op 22 december 2020 kapot ging, en dat is een bijzondere omstandigheid die voor rekening van Decoil komt. Dat vervolgens het schip [schip 4] is ingezet om te pompen, is op zichzelf niet bestreden. Decoil c.s. heeft wel gesteld dat over een en ander met haar niet is gecommuniceerd, maar MSR heeft onbestreden aangevoerd dat de heer [naam] als walkapitein/superintendent van Decoil c.s. overal steeds bij was en over alles dagelijks contact hield terwijl ook de schipper van de Noordzee geregeld aanwezig was, zodat deze tegenslag en de daarvoor gekozen gepaste oplossing hen niet kan zijn ontgaan. De inzet van dit schip leidde volgens het kostenoverzicht van 5 januari 2021 tot kosten van het spoelen van de leidingen daarvan, groot € 7.600,-- exclusief BTW. Die kosten komen voor rekening van Decoil Ship Management.
shift) besloten ligt dat geen aftrek op het manurentarief zou plaatsvinden.
shiftsvermeldt dat niet alleen aan de Noordzee maar ook aan de Antwerp is gewerkt, en dat MSR niet uitlegt waarom de betreffende 12 uur geheel als werk aan de Noordzee worden berekend. Dit verweer is ook ter zitting niet weersproken, terwijl het aan MSR is om duidelijk te maken waarom zij recht heeft op het gefactureerde bedrag. Uitgangspunt is dat werk aan een schip dat buiten de opdracht valt, niet voor rekening van Decoil Ship Management komt. Uiteraard kan het voor MSR kostenefficiënt zijn om haar ploegen verschillende taken te laten combineren. Maar als voor een van die taken (het handmatig reinigen en verwijderen van restanten) op uurbasis wordt afgerekend, moet zij wel inzichtelijk maken hoeveel uur van iedere
shiftfeitelijk aan die taak is besteed. Tijd besteed aan een andere taak waarvoor een vaste prijs is afgesproken of tijd besteed aan een ander schip of voor een andere opdrachtgever mag ze niet op uurbasis aan Decoil Ship Management in rekening brengen. Nu dit kennelijk wel is gedaan, moet worden bepaald hoeveel uren aan het ‘nalopen’ van de Noordzee zijn besteed.
- i) Voor de nachtdienst van 22/23 december 2020 rekent MSR 12 uur voor het nalopen van tank 1 SB. Maar er is die
- ii) Voor de dagdienst van 23 december 2020 heeft MSR 6 uren berekend (van 7.00 tot 13.00 uur). Dat het kostenoverzicht, waarin die uren en kosten worden toegelicht, uitgaat van 12 uur legt de rechtbank naast zich neer. Het was aan MSR om dit verschil uit te leggen en dat heeft zij niet gedaan. Blijkens het overzicht is vanuit de nacht doorgegaan met het butteren van de Antwerp, is doorgegaan met het nalopen van tank 1 SB van de Noordzee en zijn twee tanks van de Antwerp nagelopen. Voor het butteren trekt de rechtbank 3 uur af van de duur van de dienst, zodat 3 uur aan het nalopen van beide schepen worden toegerekend. De rechtbank zal deze gelijkelijk over de tanks verdelen en komt voor deze dienst uit op 1 uur toerekenbaar aan het nalopen van de Noordzee.
- iii) Tijdens de nachtdienst van 23 op 24 december 2020, tijdens de dagdienst van 24 december 2020 en op 25 en 26 december 2020 zijn geen tanks van de Noordzee nagelopen. Voor deze diensten zijn dus geen uren af te rekenen.
- iv) Tijdens de dagdienst van 27 december 2020 is alleen aan de Noordzee gewerkt. Twee tanks zijn gebutterd, en er waren problemen met een kapotte slang op de locatie waar werd gewerkt. Dit zal oponthoud hebben gegeven dat niet aan Decoil Ship Management kan worden toegerekend. In lijn met het bovenstaande trekt de rechtbank 5 uur af van de shift van 12 uur (1 uur per tank plus 3 uur voor het oponthoud) zodat 7 uur aan het deels nalopen van tank 1 SB worden toegerekend.
- v) Voor de dagdienst van 28 december 2020 is vermeld dat eerst de kapotte slang is gerepareerd en vervolgens de Braltarleidingen zijn gespoeld en haar filterbakken zijn gereinigd. Die uren geven geen recht op vergoeding van reinigingskosten. Tank 1 SB is wederom deels nagelopen. Bij gebrek aan een beter aanknopingspunt rekent de rechtbank de helft van de uren, dus 6 uren, toe aan het reinigen van de Noordzee.
- vi) Ook tijdens de nachtdienst van 28 op 29 december 2020 is de [schip 4] gereinigd. Aan het nalopen van de Noordzee worden bij gebrek aan beter 6 uren toegerekend.
- vii) Tijdens de dagdienst van 29 december 2020 is alleen de Noordzee nagelopen en zijn de [schip 4], Noordzee en Antwerp verplaatst. Aangezien van butteren van de Noordzee op dat moment geen sprake was acht de rechtbank dit een normaal onderdeel van het werkproces (zoals ook niet ter discussie is), dat op dat moment gericht was op restanten verwijderen. Zij rekent aan het nalopen 12 uur toe.
- viii) Tijdens de nachtdienst van 29 op 30 december 2020 zijn twee tanks van de Antwerp gebutterd. De rechtbank trekt daarvoor 2 uur af en rekent 10 uur toe aan het nalopen van de Noordzee.
- ix) Tijdens de dagdienst van 30 december 2020 zijn beide schepen nagelopen en is aan boord van de Noordzee getest met de 500 bar unit. De rechtbank splitst de uren bij gebrek aan beter 50/50 en rekent 6 uur toe aan het nalopen van de Noordzee. De rechtbank gaat ervan uit dat MSR hoogstens een klein deel van de dag met de 500 bar unit heeft gewerkt, omdat van een test sprake was en de rechtbank uit het partijdebat begrijpt dat de afspraak over inzet en prijs van die eenheid pas in de loop van de dag is gemaakt. Voor het berekenen van € 650,-- exclusief BTW voor de inzet van de unit overdag ziet de rechtbank bij gebrek aan uitleg onvoldoende grond.
- x) Tijdens de nachtdienst van 30 op 31 december 2020 zijn twee tanks van de Antwerp gebutterd. Aan het nalopen van de Noordzee rekent de rechtbank 10 uur toe. De toeslag van € 650,-- acht zij voor de nachtdienst wel terecht.
- xi) Tijdens de dagdienst van 31 december is 9 uur gewerkt aan het nalopen van zowel de Noordzee als de Antwerp. De rechtbank splitst de uren bij gebrek aan beter in gelijke helften en rekent 4,5 uur toe aan het nalopen van de Noordzee. De toeslag van € 650,-- is terecht.
- xii) Hetzelfde geldt voor de dagdienst van 2 januari 2021: de rechtbank rekent 4,5 uur toe aan het nalopen van de Noordzee en acht de toeslag van € 650,-- terecht.
- xiii) Tijdens de nachtdienst van 2 op 3 januari 2021 is alleen de Noordzee nagelopen zodat de rechtbank daaraan 12 uur toerekent en de toeslag van € 650,-- terecht acht.
- xiv) Tijdens de dagdienst van 3 januari 2021 worden twee tanks van de Antwerp en een tank van de Noordzee nagelopen. Bij gebrek aan beter splitst de rechtbank de 12 uren gelijkelijk over de tanks zodat zij 4 uur aan de Noordzee toerekent. Ook zijn de € 650,-- terecht.
- xv) Voor de nachtdienst van 3 op 4 januari 2021 geldt hetzelfde. De rechtbank rekent 4 uur toe aan de Noordzee en acht de toeslag van € 650,-- terecht.
- xvi) Tijdens de dagdienst van 4 januari 2021 is op beide schepen aan een tank gewerkt, zodat de rechtbank aan de Noordzee 6 uur toerekent en de toeslag van € 650,-- terecht acht.
- xvii) Tijdens de nachtdienst van 4 op 5 januari 2021 is op beide schepen aan twee tanks gewerkt, zodat de rechtbank aan de Noordzee 6 uur toerekent en de toeslag van € 650,-- terecht acht.
- xviii) Tijdens de dagdienst van 5 januari 2021 is op beide schepen aan een tank gewerkt, zodat de rechtbank aan de Noordzee 6 uur toerekent en de toeslag van € 650,-- terecht acht.
- xix) Tijdens de dagdienst van 6 januari 2021 is op beide schepen aan twee tanks gewerkt (vgl. 4.15 hierboven), zodat de rechtbank aan de Noordzee 6 uur toerekent en de toeslag van € 650,-- terecht acht.
Indien werken buiten normale werkuren noodzakelijk is of door de opdrachtgever wordt verzocht, wordt een opslag in overeenstemming met de in de onderneming van geldende tarieven in rekening gebracht.”
Indien binnen de in overeenstemming met het vorige lid overeengekomen termijn of bij gebreke hiervan 30 dagen na factuurdatum geen betaling heeft plaatsgevonden, is de opdrachtgever in verzuim en heeft MSR het recht 2% over het factuurbedrag te berekenen voor iedere periode van 30 dagen of gedeelte daarvan dat betaling van het verschuldigde na verloop van de genoemde termijn achterwege is gebleven.”
port captain” van Decoil Ship Management. Decoil Ship Management handelde dus in eigen naam en niet (ook) uit naam van Decoil Noordzee. Ook blijkt niet dat MSR er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat zij (ook) Decoil Noordzee als debiteur kon beschouwen. MSR heeft haar standpunt onvoldoende onderbouwd.
Indien een lasthebber die in eigen naam een overeenkomst heeft gesloten met een derde, zijn verplichtingen jegens de derde niet nakomt of in staat van faillissement geraakt, kan de derde na schriftelijke mededeling aan de lasthebber en de lastgever zijn rechten uit de overeenkomst tegen de lastgever uitoefenen, voor zover deze op het tijdstip van de mededeling op overeenkomstige wijze jegens de lasthebber gehouden is.”
Aan de schuldenaar zijn de volgende bedragen verschuldigd: Decoil Noordzee B.V. heeft niets tegoed van Decoil Ship management”. Overigens staat in het eerste deel van die productie, in de verklaring die namens Decoil Bunkering is afgelegd: “
Decoil Noordzee B.V. heeft niets te vorderen op Decoil Ship management B.V.” maar dat lijkt wat de vennootschapsnaam een schrijffout te zijn. Het is op zichzelf juist dat Decoil Noordzee op deze wijze geen volledige/correcte verklaring als vereist door artikel 476 lid 2 aanhef en onder a Rv heeft afgelegd. MSR had om die reden de verklaring derdenbeslag kunnen betwisten of daarvan aanvulling kunnen vorderen (artikel 477a lid 2 Rv). Maar een daartoe strekkende procedure moet op straffe van verval van het recht binnen twee maanden na de datum van de verklaring worden gestart, en de dagvaarding in deze zaak is pas daarna uitgebracht. Hierop stuit de vordering op deze grondslag af.
5.De beslissing
15 mei 2024zal komen voor het nemen van een akte door Decoil c.s., vier weken waarna MSR een antwoordakte mag nemen, zoals bedoeld in r.o. 4.48,