ECLI:NL:RBROT:2024:3564
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag om ontheffing van arbeidsverplichtingen op basis van de Participatiewet
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 22 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om ontheffing van de arbeidsverplichtingen onder de Participatiewet (Pw) beoordeeld. Eiser had op 18 juli 2023 een verzoek ingediend voor ontheffing van deze verplichtingen, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft dit verzoek op 5 september 2023 afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard met een besluit op 30 oktober 2023. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is.
De rechtbank stelt vast dat eiser meerdere keren niet is verschenen op uitnodigingen voor gesprekken over zijn arbeidsmogelijkheden, wat het college belette om zijn verzoek inhoudelijk te beoordelen. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat hij een gedragsprobleem heeft en daardoor geen benutbare mogelijkheden heeft, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet heeft onderbouwd dat er dringende redenen zijn voor ontheffing van de arbeidsverplichtingen. Het college heeft op 12 januari 2024 weliswaar een tijdelijke ontheffing verleend voor een andere aanvraag, maar dit besluit betreft een nieuwe aanvraag en vervangt niet het bestreden besluit.
De rechtbank concludeert dat eiser geen bewijs heeft geleverd van zijn beperkingen en dat het college op goede gronden het verzoek om ontheffing heeft afgewezen. Eiser krijgt geen ontheffing van de arbeidsverplichtingen, en het griffierecht en proceskosten worden niet vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.