ECLI:NL:RBROT:2024:345

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 januari 2024
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
671191 / HA RK 23-1297
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een rechter in een civiele procedure zonder toewijzing aan een rechter

Op 4 januari 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker. De verzoeker had op 29 september 2023 een verzoekschrift ingediend met betrekking tot de herroeping van verschillende familie- en jeugdrechtelijke procedures, het verkrijgen van dossiers en de verwijzing van de zaak naar een andere rechtbank wegens vermeende partijdigheid van de rechtbank Rotterdam. De griffier had de verzoeker op 21 december 2023 geïnformeerd dat het verzoekschrift alleen door een advocaat kon worden ingediend, en de verzoeker kreeg de kans om dit verzuim te herstellen. Op 25 december 2023 verzocht de verzoeker om wraking van de rechter, maar de wrakingskamer oordeelde dat er geen rechter aan de zaak was toebedeeld, aangezien alle correspondentie tot dat moment afkomstig was van de griffier. Hierdoor kon de verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen reden was voor een mondelinge behandeling van het verzoek, en verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Wrakingskamer
zaaknummer: C/10/671191 / HA RK 23-1297
Beslissing van 4 januari 2024
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
de rechter die zich op het standpunt stelt dat een advocaat verplicht is bij het door verzoeker ingediende verzoekschrift met kenmerk C/10/670871 / JE RK 23-2931,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Verzoeker heeft op 29 september 2023 bij deze rechtbank een verzoekschrift ingediend dat strekt tot:
  • herroeping van een zevental familie- / jeugdrechtelijke procedures die zijn gevoerd bij de rechtbank Rotterdam;
  • het aan verzoeker verstrekken van de dossiers van die procedures;
  • het gezamenlijk behandelen van de procedures ten aanzien van de noodzaak van de diverse kinderbeschermingsmaatregelen en
  • verwijzing van de gehele procedure naar een andere rechtbank vanwege gebleken partijdigheid van de rechtbank Rotterdam.
Dit verzoekschrift is bij de rechtbank geregistreerd met kenmerk C/10/670871 / JE RK 23-2931.
1.2.
Bij brief van de griffier van 21 december 2023 is het volgende aan verzoeker meegedeeld:
“…….
De rechtbank heeft uw verzoekschrift ontvangen. Dit verzoekschrift kan echter slechts door een advocaat worden ingediend.
Hierbij krijgt u een termijn van twee weken na de datum van deze brief om dit verzuim te herstellen en uw verzoek alsnog door een advocaat te laten indienen.
Wanneer na afloop van deze termijn wordt geconstateerd dat u geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot herstel van genoemd verzuim, zal u niet-ontvankelijk worden verklaard in het verzoek.
Voor vragen kunt u zich wenden tot het Juridisch Loket,
……”
1.3.
Bij e-mailbericht van 25 december 2023 heeft verzoeker wraking van de rechter verzocht.
1.4.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven verzoekschriftprocedure met kenmerk C/10/670871 / JE RK 23-2931.

2.Het verzoek tot wraking

2.1.
Samengevat en zakelijk weergegeven komen de door verzoeker aangevoerde gronden er op neer dat hij het niet eens is met de mededeling van de griffier dat zijn verzoekschrift moet worden ingediend door een advocaat.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan alleen de rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt. Uit de stukken in het dossier blijkt niet dat de zaak inmiddels aan een rechter is toebedeeld. De tot nu toe in de zaak met verzoeker gevoerde correspondentie is afkomstig van de griffier. Om deze redenen kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen.
3.2.
Voor een behandeling van het verzoek ter zitting van de wrakingskamer bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.
3.3.
De wrakingskamer zal verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in het wrakingsverzoek.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.C. Santema, voorzitter, mr. M. Fiege en
mr. W.J. Roos-van Toor, rechters.
Bij afwezigheid van de voorzitter is deze beslissing door mr. M. Fiege in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2024 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier en door hen ondertekend.
de griffier de oudste rechter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.