ECLI:NL:RBROT:2024:344
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de wrakingskamer in bestuursrechtelijke procedure
Op 4 januari 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de wrakingskamer zelf. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 25 december 2023, nadat de wrakingskamer op 12 december 2023 een eindbeslissing had genomen in een eerdere wrakingsprocedure. De rechtbank oordeelde dat het verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn wrakingsverzoek, omdat de rechters van de wrakingskamer de zaak niet meer behandelden op het moment van indienen van het verzoek. De rechtbank benadrukte dat een wrakingsverzoek alleen kan worden gericht tegen rechters die een zaak behandelen en niet tegen de wrakingskamer als geheel. De rechtbank concludeerde dat het doel van wraking niet meer kon worden bereikt, aangezien de rechters al een einduitspraak hadden gedaan. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. M. Fiege in aanwezigheid van de griffier J.A. Faaij. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.