Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 maart 2023, met bijlagen;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
- de door de VvE ten behoeve van de mondelinge behandeling toegezonden bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2024, heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) te Dordrecht een vordering ingesteld tegen [persoon A] voor de betaling van achterstallige VvE-bijdragen en toekomstige bijdragen. De VvE vorderde een totaalbedrag van € 1.886,90, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten, alsook betaling van toekomstige bijdragen vanaf 1 maart 2024. De gedaagde, [persoon A], heeft de verschuldigdheid van de achterstallige bijdragen niet betwist, waardoor deze vorderingen toewijsbaar zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de VvE voldoende belang heeft bij de gevraagde veroordeling, gezien de herhaalde betalingsachterstanden van [persoon A]. De vordering is toegewezen voor de duur van één jaar, tot en met februari 2025, met de mogelijkheid voor de VvE om opnieuw in rechte te treden indien [persoon A] opnieuw in gebreke blijft.
Daarnaast heeft de VvE in reconventie een vordering ingesteld voor het herstel van twee deuren, welke door de VvE was toegezegd. Deze vordering is eveneens toegewezen. De kantonrechter heeft [persoon A] veroordeeld in de proceskosten van de VvE, die zijn vastgesteld op € 860,49, en heeft de VvE veroordeeld in de proceskosten van [persoon A], vastgesteld op € 50,-. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de VvE het vonnis kan afdwingen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. P.G.J. van den Berg en in het openbaar uitgesproken.