ECLI:NL:RBROT:2024:2706

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 maart 2024
Publicatiedatum
2 april 2024
Zaaknummer
C/10/674945 / KG ZA 24-177
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over nakoming samenwerkingsovereenkomst tussen Orange Mobility B.V. en Involtum Services B.V.

In deze zaak, die op 29 maart 2024 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Orange Mobility B.V. en Involtum Services B.V. Orange Mobility, gevestigd in Eindhoven, heeft Involtum Services, gevestigd in Rotterdam, aangeklaagd vanwege een geschil over de nakoming van een samenwerkingsovereenkomst die in oktober 2018 is gesloten. Involtum Services heeft deze overeenkomst in december 2023 opgezegd met een beëindiging per 1 april 2024. Orange Mobility eist dat Involtum Services haar dienstverlening tot uiterlijk 1 juli 2024 voortzet, terwijl Involtum Services betwist dat er een verplichting bestaat om na de beëindiging van de overeenkomst door te gaan met de dienstverlening.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Orange Mobility spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening. De rechter heeft vastgesteld dat het voldoende duidelijk is wat Orange Mobility eist en dat er een aannemelijk belang is voor Orange Mobility om de samenwerkingsovereenkomst tijdelijk voort te zetten. De rechter heeft Involtum Services gelast om de samenwerkingsovereenkomst na te komen tot 1 juni 2024, met een dwangsom van € 2.500,00 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 152.500,00. Daarnaast is Involtum Services veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Orange Mobility, die zijn begroot op € 2.088,22. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ongeacht een eventueel hoger beroep.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/674945 / KG ZA 24-177
Vonnis in kort geding van 29 maart 2024
in de zaak van
ORANGE MOBILITY B.V.,
vestigingsplaats: Eindhoven,
eiseres,
advocaten mrs. M.J.W. van Ingen en C. Vermeulen te ‘s-Hertogenbosch,
tegen
INVOLTUM SERVICES B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. T.T.P. van Tilburg te Zwolle.
De partijen worden hierna Orange Mobility en Involtum Services genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 maart 2024, met bijlagen 1 tot en met 9;
  • het antwoord, met bijlagen 1 en 2;
  • de bijlagen 10 tot en met 12 van Orange Mobility;
  • de mondelinge behandeling op 26 maart 2024;
  • de pleitaantekeningen van mr. Van Ingen;
  • de spreekaantekeningen van mr. Van Tilburg.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?

2.1.
Orange Mobility en Involtum Services hebben in oktober 2018 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Involtum Services heeft die overeenkomst in december 2023 opgezegd tegen 1 april 2024. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of Involtum Services haar dienstverlening na beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst op 1 april 2024 nog enige tijd moet blijven voortzetten. Volgens Orange Mobility is dit het geval. Daarom eist zij in deze zaak – kort gezegd – dat Involtum Services wordt gelast om haar dienstverlening aan Orange Mobility te blijven verlenen tot uiterlijk 1 juli 2024, op verbeurte van een dwangsom. Involtum Services is het hier niet mee eens en stelt zich op het standpunt dat de overeenkomst geen postcontractuele werking heeft. Daarnaast stelt zij zich op het standpunt dat Orange Mobility geen spoedeisend belang heeft en dat niet duidelijk is wat Orange Mobility precies eist. De voorzieningenrechter gelast Involtum Services om de samenwerkingsovereenkomst tot 1 juni 2024 na te komen. Als zij dat niet doet, moet zij een dwangsom betalen. Dit wordt hierna uitgelegd.
Orange Mobility heeft spoedeisend belang bij een voorlopige voorziening
2.2.
De omstandigheden dat (1) Involtum Services de samenwerkingsovereenkomst heeft opgezegd tegen 1 april 2024, (2) Involtum Services haar dienstverlening aan Orange Mobility op die datum daadwerkelijk wil beëindigen en (3) Orange Mobility dit wil voorkomen, brengen mee dat Orange Mobility spoedeisend belang heeft bij een beslissing op haar eis tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verweer van Involtum Services dat daarvan geen sprake is, wordt daarom dus verworpen.
Het is voldoende duidelijk wat Orange Mobility eist
2.3.
Het is, anders dan Involtum Services aanvoert, voldoende duidelijk wat Orange Mobility precies eist. Voor de uitleg van de eis moet namelijk niet alleen acht worden geslagen op de bewoordingen daarvan, maar ook op wat aan die eis ten grondslag is gelegd, hoe Involtum Services die eis heeft opgevat en redelijkerwijs heeft moeten opvatten, en de rest van de discussie tussen partijen. [1] Gelet op de combinatie van de bewoordingen van de eis van Orange Mobility, [2] wat Orange Mobility aan die eis ten grondslag heeft gelegd en de omstandigheid dat partijen inmiddels ruim vijf jaar samenwerken, is ongeloofwaardig dat Involtum Services zegt niet te begrijpen wat Orange Mobility van haar verwacht. Voldoende duidelijk is dat Orange Mobility eist dat Involtum Services de samenwerkingsovereenkomst tot 1 juli 2024 voortzet op de wijze waarop Involtum Services de afgelopen jaren uitvoering heeft gegeven aan die overeenkomst.
Orange Mobility heeft belang bij nakoming van de samenwerkingsovereenkomst door Involtum Services
2.4.
Voldoende aannemelijk is dat Orange Mobility belang heeft bij nakoming van de samenwerkingsovereenkomst door Involtum Services in de vorm van een kortdurende voortzetting daarvan. Orange Mobility heeft gesteld dat zij intelligente markt- en evenementenkasten aan gemeenten heeft geleverd, die – onder meer – markten en evenementen van stroom voorzien. Die kasten zijn voorzien van een hardware module, die informatie verzamelt over wie zich bij die stroomkast aanmeldt en wat de begin- en eindstand van de kWh-meter van het gebruikte stroompunt zijn. De hardware modules sturen de verzamelde informatie door naar een door Involtum Services ontwikkelde app. Vervolgens draagt Involtum Services op grond van de samenwerkingsovereenkomst zorg voor facturatie richting de gebruikers. Daarnaast factureert Involtum Services ook de betreffende gemeenten, waarvoor zij – door tussenkomst / bemiddeling van Orange Mobility – afzonderlijke overeenkomsten met die gemeenten heeft gesloten. Orange Mobility is op dit moment druk bezig om eigen software te ontwikkelen om de dienstverlening die Involtum Services levert te vervangen. Die software zit op dit moment in de testfase, waarbij het onder meer van belang is om fouten in de software op te sporen en op te lossen. Orange Mobility verwacht daar nog uiterlijk tot 1 juli 2024 de tijd voor nodig te hebben. Involtum Services weerspreekt dit allemaal niet.
2.5.
Involtum Services voert wel aan dat Orange Mobility “slechts” fungeert als storingsdienst voor de stroomkasten, maar dat heeft zij in het licht van alle stellingen van Orange Mobility volstrekt onvoldoende onderbouwd. Bovendien rijst dan de vraag waarom Involtum Services überhaupt ooit een samenwerkingsovereenkomst met Orange Mobility heeft gesloten en, als een overeenkomst al nodig en/of wenselijk was, waarom dat niet een overeenkomst van opdracht was. Het verweer dat Involtum Services als enige overeenkomsten met gemeenten heeft gesloten, kan haar niet baten. Involtum Services betwist namelijk niet dat die overeenkomsten totstandgekomen zijn door tussenkomst / bemiddeling van Orange Mobility en bovendien in het kader van de samenwerkingsovereenkomst.
Involtum Services moet de samenwerkingsovereenkomst nakomen tot 1 juni 2024
2.6.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat Involtum Services de samenwerkingsovereenkomst tegenover Orange Mobility moet nakomen tot 1 juni 2024. Dit legt zij als volgt uit.
2.7.
Niet in geschil is dat Involtum Services de samenwerkingsovereenkomst in een e-mail van 21 december 2023 kon opzeggen tegen 1 april 2024. In die e-mail wekt Involtum Services tegenover Orange Mobility met de woorden “
gaan we graag met jou na de feestdagen om de tafel om een nieuwe overeenkomst en SLA met elkaar uit te werken“ echter de verwachting dat in de nabije toekomst een nieuwe overeenkomst tussen partijen kan worden gesloten. Gelet op die uitlating lag, in ieder geval in de eerste periode, niet voor de hand dat Orange Mobility direct aan de slag ging met het ontwikkelen van software om de app van Involtum Services te vervangen. Pas in een gesprek van 19 januari 2024 heeft Involtum Services tegen Orange Mobility gezegd dat een nieuwe overeenkomst er niet in zit. Op grond daarvan acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat de opzegtermijn van drie maanden pas op dat moment is ingegaan. Involtum Services moet de samenwerkingsovereenkomst daardoor in ieder geval voortzetten tot 1 mei 2024. Dat is drie maanden na 19 januari 2024 en vervolgens tegen het einde van de maand, zoals Involtum Services blijkens de door haar op 19 december 2023 gehanteerde einddatum van de overeenkomst ook voor ogen stond.
2.8.
Het zogenaamde overdrachtsbeding in de samenwerkingsovereenkomst kan naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, zoals Involtum Services terecht betoogt, niet zo worden uitgelegd dat Involtum Services door Orange Mobility kan worden verplicht om haar dienstverlening na het eindigen van de overeenkomst voort te zetten, zonder dat daar een duidelijke objectief bepaalbare einddatum aan zit. Een andere uitleg zou er namelijk toe leiden dat Involtum Services kan worden verplicht om haar dienstverlening voort te zetten totdat Orange Mobility, op welke termijn dan ook, voor overdracht van de door Involtum Services geleverde diensten heeft zorggedragen. Maar een onbepaalde einddatum is ook helemaal niet wat Orange Mobility in dit kort geding eist.
2.9.
De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat de rechter in een eventuele bodemprocedure zal oordelen dat Involtum Services de samenwerkingsovereenkomst op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid voor een aanvullende periode tot 1 juni 2024 moet nakomen tegenover Orange Mobility. Daarvoor is redengevend dat (1) Involtum Services niet weerspreekt dat Orange Mobility in een vergevorderd stadium is met het ontwikkelen van haar eigen software om de app van Involtum Services te vervangen, (2) Orange Mobility meermaals, ook nog tijdens de mondelinge behandeling, uitdrukkelijk heeft toegezegd alle kosten te vergoeden die Involtum Services in het kader van de overdracht moet maken, (3) Involtum Services pas in haar tweede termijn tijdens de mondelinge behandeling (dus niet in haar conclusie van antwoord en niet in haar pleidooi, maar pas na doorvragen door de voorzieningenrechter) aanvoert dat het platform waarop Involtum Services haar app heeft gebouwd vanaf 1 april 2024 (voor Apple), dan wel vanaf 1 mei 2024 (voor Android) niet meer door Microsoft wordt ondersteund, waarbij zij dan weer erkent dat het functioneren van de app gedurende enige tijd mogelijk zou kunnen blijven en (4) Involtum Services niet heeft gesteld dat en welk gerechtvaardigd belang zij heeft om de samenwerkingsovereenkomst niet nog een korte aanvullende periode na te komen. Op basis van het samenstel van de stellingen en verweren van Involtum Services acht de voorzieningenrechter bepaald niet uitgesloten dat de houding van Involtum Services is ingegeven door de wens om het bedrijfsdebiet van Orange Mobility over te nemen en dat zij alleen daarom niet wil meewerken aan het voor een korte aanvullende periode nakomen van de samenwerkingsovereenkomst. Onder deze omstandigheden kan Involtum Services worden verplicht om de samenwerkingsovereenkomst nog iets langer voort te zetten.
2.10.
Toewijzing van de vordering moet zo begrepen worden dat Involtum Services tot 1 juni 2024 dezelfde (rechts)handelingen moet verrichten voor en diensten moet verlenen aan Orange Mobility (en in het verlengde daarvan ook voor en aan de gemeenten) als dat zij tijdens de overige looptijd van de samenwerkingsovereenkomst steeds heeft gedaan. Daarbij geldt wel dat Orange Mobility het niet aan Involtum Services kan tegenwerpen als de app van Involtum Services op een gegeven moment minder goed werkt en/of fouten vertoont voor zover dat het gevolg is van het staken van de ondersteuning voor die app door Microsoft.
2.11.
De houding van Involtum Services roept twijfels op over de bereidheid tot vrijwillige nakoming van de veroordeling en is aanleiding om aan die veroordeling een prikkel tot nakoming te verbinden in de vorm van een dwangsom. Die dwangsom wordt, gelet op de hoeveelheid kasten (ongeveer 250) en stroompunten (ongeveer 1.500), gesteld op € 2.500,00 per dag of gedeelte daarvan dat Involtum Services de veroordeling niet nakomt, met een maximum van € 152.500,00 (het aantal dagen van april en mei).
Involtum Services moet de proceskosten van Orange Mobility betalen
2.12.
Involtum Services is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Orange Mobility worden begroot op:
- dagvaarding € 115,22
- griffierecht € 688,00
- salaris advocaat € 1.107,00 (gemiddeld complexe zaak)
- nakosten €
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 2.088,22
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.13.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat de in dit vonnis toegewezen voorlopige voorziening een lege huls wordt als moet worden gewacht totdat de termijn om in hoger beroep te gaan is verstreken óf totdat in een eventueel hoger beroep uitspraak is gedaan.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
gelast Involtum Services om de samenwerkingsovereenkomst tot 1 juni 2024 voort te zetten, in die zin dat Involtum Services tot 1 juni 2024 dezelfde (rechts)handelingen moet verrichten voor en diensten moet verlenen aan Orange Mobility (en in het verlengde daarvan ook voor en aan de gemeenten) als dat zij tijdens de overige looptijd van de samenwerkingsovereenkomst steeds heeft gedaan, met dien verstande dat Orange Mobility het niet aan Involtum Services kan tegenwerpen als de app van Involtum Services op een gegeven moment minder goed werkt en/of fouten vertoont als gevolg van het staken van de ondersteuning voor die app door Microsoft;
3.2.
veroordeelt Involtum Services om met ingang van de dag na betekening van dit vonnis aan Orange Mobility te betalen een dwangsom van € 2.500,00 per dag of gedeelte daarvan dat Involtum Services de veroordeling onder 3.1. overtreedt, met dien verstande dat Involtum Services maximaal € 152.500,00 aan dwangsommen kan verbeuren;
3.3.
veroordeelt Involtum Services in de proceskosten van € 2.088,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Involtum Services niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Involtum Services € 92,00 extra betalen voor de kosten van betekening;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2024.
3349 / 2009

Voetnoten

1.Hoge Raad 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:22, overweging 3.1.2.
2.De eis in het petitum van de dagvaarding luidt – voor zover van belang – als volgt: “