ECLI:NL:RBROT:2024:2682
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oneerlijke huurprijswijzigingsbepalingen en ontbinding van de huurovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en een gedaagde over een huurovereenkomst. De eiser vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde pand, alsook betaling van achterstallige huur. De gedaagde is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De eiser heeft een huurovereenkomst overgelegd en de kantonrechter heeft de huurprijswijzigingsbepaling beoordeeld. De kantonrechter oordeelde dat de huurprijswijzigingsbepaling oneerlijk was, omdat deze de verhuurder het recht gaf om de huurprijs met meer dan een redelijke inschatting van de markt te verhogen. Dit leidde tot de conclusie dat alle huurverhogingen vervielen en de oorspronkelijke huurprijs van € 2.500,- gehandhaafd bleef. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden vanwege de ernstige huurachterstand van de gedaagde, die niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voldeed. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 10.857,13 aan achterstallige huur en werd verplicht om de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten en werd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.