Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
2. [gedaagde 2] ,
- [eiser] met de gemachtigde;
- [gedaagde 1] met de gemachtigde.
Rechtbank Rotterdam
Op 1 maart 2024 heeft de kantonrechter in een kort geding uitspraak gedaan over een huurachterstand en ontruiming. De eiser, vertegenwoordigd door mr. T.M. Kools, vorderde betaling van huurachterstanden van in totaal ruim € 22.000,- door de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], en eiste dat zij de woningen zouden verlaten. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. G.J. Gerrits, huurden woningen van de eiser, maar de woningen werden onderverhuurd aan derden. Tijdens de zitting gaf de eiser aan dat hij niet de ontruiming van de onderhuurders wenste, maar alleen dat de gedaagden de woningen zouden verlaten. De kantonrechter oordeelde dat de eis tot ontruiming niet aannemelijk was, gezien de onduidelijkheid over de huurachterstanden en de verschillende meningen van partijen hierover. De rechter concludeerde dat er nader feitenonderzoek nodig was, wat niet mogelijk is in een kort geding. De eis tot afgifte van de contactgegevens van de onderhuurders en de huurovereenkomsten werd wel toegewezen, omdat de eiser voldoende belang had en de gedaagden dit niet betwistten. De rechter verklaarde de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad en wees alle andere vorderingen af. De proceskosten werden voor het grootste deel aan de eiser opgelegd, omdat deze grotendeels ongelijk kreeg.