Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoek van Albert Heijn , met bijlagen;
- het verzoek van Otto , met bijlagen.
- namens OTTO : [persoon A] , [persoon B] en de gemachtigden (en toehoorder [persoon C] ).
- namens Albert Heijn : [persoon D] , [persoon E] en de gemachtigden.
2.De beoordeling
Het schaadt de arbeidsverhoudingen wanneer een onderneming waarin gestaakt wordt, de aan zijn bedrijf toegebrachte schade en daardoor de kracht van de staking tracht te beperken door het inlenen van ter beschikking gestelde arbeidskrachten. Het sluitstuk daarvan is dat het ter beschikking stellen van arbeidskrachten in dergelijke situaties verboden moet zijn. Daarom wordt in dit wetsvoorstel het verbod gehandhaafd.” [1]
“De achtergrond is, dat voorkomen moet worden, dat met het ter beschikking stellen van de arbeidskrachten de effectiviteit van het stakingsmiddel en daarmee de arbeidsverhoudingen worden verstoord. Er kan met ter beschikking stellen van arbeidskrachten niet getreden worden in een in een onderneming bestaand arbeidsconflict. Uitgangspunt is, dat de arbeidskrachten niet worden aangetrokken of worden ingezet met het oog op het arbeidsconflict en voor de werkzaamheden, die door de stakers normaliter worden verricht. De bepaling ziet er zowel op toe, dat ‘zittende’ uitzendkrachten het verloop van de staking niet beïnvloeden door neergelegd werk van stakers over te nemen als dat gedurende de staking geen nieuwe uitzendkrachten worden aangetrokken.” [2]
“De ervaring leert evenwel dat door de inzet van uitzendkrachten het effect van de staking wordt afgebroken en dat daarmee de arbeidsverhoudingen als regel ernstige schade oplopen. Dat heeft zowel de SER, als de Stichting van de Arbeid ertoe gebracht om – onder volledige erkenning van het primaat van de onderhandelende partijen in het conflict – unaniem handhaving van het onderkruipersverbod te bepleiten. Het, hogere, belang van instandhouding van goede collectieve arbeidsverhoudingen rechtvaardigt de continuering van deze bepaling die al sedert haar instelling – voor wat betreft arbeidsbemiddeling sinds 1930, voor wat betreft het ter beschikking stellen van arbeidskrachten sinds 1970 – haar nut heeft bewezen.” [3] .