ECLI:NL:RBROT:2024:2436

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 april 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
10807257 VZ VERZ 23-9917
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht ontslag op staande voet en toewijzing van transitievergoeding en gefixeerde schadevergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en Infinitas B.V. [verzoekster] was in dienst bij Infinitas en had zich op 28 juni 2023 ziekgemeld. Infinitas ontsloeg [verzoekster] op staande voet op 21 september 2023, omdat zij zou hebben geweigerd haar re-integratieverplichtingen na te komen en omdat zij zonder toestemming op vakantie zou zijn geweest in Curaçao. [verzoekster] betwistte de rechtmatigheid van het ontslag en vorderde onder andere een transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding.

De kantonrechter oordeelde dat Infinitas niet voldoende bewijs had geleverd dat [verzoekster] tijdens haar ziekte op vakantie was in Curaçao. Het ontslag op staande voet werd daarom als onterecht beschouwd. De rechter wees de transitievergoeding van € 316,33 en de gefixeerde schadevergoeding van € 2.025,60 toe, evenals het achterstallige salaris van € 750,07 voor de maand mei 2023 en € 2.947,31 voor de periode van augustus 2023 tot 21 september 2023. De kantonrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een billijke vergoeding, omdat het ontslag niet zodanig verwijtbaar was dat dit een extra financiële tegemoetkoming rechtvaardigde. Infinitas werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten en moest een correcte eindafrekening verstrekken aan [verzoekster].

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10807257 VZ VERZ 23-9917
datum uitspraak: 4 april 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster],
woonplaats: [woonplaats],
verzoekster,
gemachtigde: mr. L.L. Metselaar,
tegen
Infinitascare B.V.,
vestigingsplaats: Barendrecht,
verweerster,
gemachtigde: mr. S. Kurz.
Partijen worden hierna ‘[verzoekster]’ en ‘Infinitas’genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift van [verzoekster] dat de rechtbank op 21 november 2023 heeft ontvangen, met bijlagen;
  • het e-mailbericht en de brief van mr. Metselaar van 2 januari 2024 met bijlage 18 van [verzoekster];
  • het e-mailbericht van mr. Kurz van 3 januari 2024 met bijlage 1 van Infinitas;
  • het e-mailbericht van mr. Kurz van 4 januari 2024 met bijlagen 2 en 3 van Infinitas;
  • de pleitnota van mr. Kurz.
1.2.
Op 7 maart 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en hun gemachtigden besproken.

2.De zaak

2.1.
[verzoekster] is op [datum] voor bepaalde tijd (tot en met 2 november 2023) bij Infinitas in dienst getreden. Op 28 juni 2023 heeft [verzoekster] zich ziekgemeld. Infinitas heeft [verzoekster] een waarschuwing gegeven omdat zij geen direct contact met [verzoekster] kon krijgen en heeft [verzoekster] daarna gesommeerd haar werkzaamheden op kantoor te hervatten, in overeenstemming met het advies van de arbo-arts. Op 21 september 2023 heeft Infinitas [verzoekster] op staande voet ontslagen omdat zij weigerde te voldoen aan haar re-integratieverplichtingen en omdat zij zonder overleg en toestemming vakantie zou hebben gevierd op Curaçao. [verzoekster] stelt dat het ontslag onterecht was, zodat zij aanspraak maakt op de gefixeerde schadevergoeding, de transitievergoeding, een billijke vergoeding en achterstallig salaris.

3.De beoordeling

De uitkomst
3.1.
Het ontslag op staande voet was niet terecht. Infinitas heeft namelijk niet kunnen aantonen dat [verzoekster] tijdens haar ziekte op vakantie was in Curaçao, terwijl dit voor Infinitas blijkens de ontslagbrief de doorslaggevende reden was voor het ontslag. Infinitas moet daarom de transitievergoeding aan [verzoekster] betalen en de gefixeerde schadevergoeding, maar geen billijke vergoeding. Deze beslissing wordt hierna uitgelegd.
Het ontslag op staande voet
3.2.
Infinitas noemt in haar ontslagbrief van 21 september 2023 meerdere redenen voor het ontslag op staande voet. Zij schrijft onder meer het volgende:

Vanaf het begin heeft u uw medewerking geweigerd aan uw reïntegratieverplichtingen. Zo bent u tot twee keer toe zonder legitieme reden niet verschenen op verplichte afspraken bij de Arbo-arts.
Voorts heeft u geweigerd gehoor te geven aan de gemaakte reïntegratieafspraken en evenmin heeft u geweigerd te voldoen aan onze oproep van 23 augustus 2023 om conform het in het Plan van Aanpak vervatte advies van de Arbo-arts uw werkzaamheden te hervatten op kantoor voor de duur van 4 uren per dag. U heeft hiervoor op 3 augustus 2023 een officiële waarschuwing ontvangen.
Wij hebben u bij schrijven van 25 augustus 2023 laten weten u wegens uw herhaaldelijke schendingen van uw reïntegratieverplichtingen zelfs genoodzaakt gezien om de betaling van uw loon op te schorten. Nu deze loonsanctie evenmin bij u heeft geleid tot een coöperatieve opstelling en we inmiddels op uw account van Tik Tok een video hebben gezien waarop zichtbaar was dat u ondanks uw arbeidsongeschiktheid op16 september 2023 vakantie vierde op Curacao zonder enig voorafgaand overleg met ons laat staan onze toestemming hiervoor, zien we geen andere mogelijkheid dan u op staande voet te ontslaan.
Los van de stelematige schending van uw reïntegratieverplichtingen heeft u door uw vakantie naar Curacao ons vertrouwen zozeer beschaamd dat van ons redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst met u verder te laten voortduren. […]
3.3.
Uit de bewoordingen van de brief en meer in het bijzonder de laatste aangehaalde alinea leidt de kantonrechter af dat het vertrouwen van Infinitas in [verzoekster] al was aangetast door de opstelling van [verzoekster] bij de re-integratie, maar dat de vakantie op Curaçao de directe aanleiding was om haar op staande voet te ontslaan. Infinitas heeft tijdens de zitting ook bevestigd dat de post op TikTok over [verzoekster] vakantie de “
spreekwoordelijke druppel[was]
die de emmer bij haar heeft doen overlopen” en dat alleen de problemen met de re-integratie waarschijnlijk geen reden voor haar waren geweest voor een ontslag op staande voet. Omdat de vakantie voor Infinitas dus de belangrijkste reden was om [verzoekster] te ontslaan, moet zij kunnen aantonen dat [verzoekster] tijdens haar ziekte zonder overleg en zonder toestemming vakantie heeft gevierd in Curaçao. Hierin is zij niet geslaagd, gelet op het volgende.
3.4.
[verzoekster] heeft in september 2023 een video geplaatst op TikTok. Op één van de foto’s/stills hiervan die Infinitas in het geding is gebracht, is [verzoekster] te zien in een kamer waarbij de volgende teksten zijn geplaatst: “
Summer 2023 was by far the best #Summer #summerrecap #2k23” en “
Oranjestad”. Infinitas heeft dit filmpje gezien en daaruit de conclusie getrokken dat [verzoekster] in de zomer van 2023 vakantie aan het vieren was in Curaçao, terwijl ze bij Infinitas moest re-integreren.
[verzoekster] heeft hiertegen aangevoerd dat zij in september 2023 niet op vakantie in het buitenland was en dat het TikTok-filmpje een compilatie is die zij in september 2023 heeft gemaakt van oude beelden van een vakantie naar Curaçao in februari 2023. Ter onderbouwing hiervan heeft [verzoekster] kopieën van haar boardingpass overgelegd van een vlucht naar Oranjestad, Aruba, op 2 februari 2023. Bij de fotoprints van het TikTok-filmpje die Infinitas in het geding heeft gebracht, zit bovendien een foto/still van [verzoekster] op 3 februari 2023 met de tekst “
Come with me to Aruba”, in dezelfde kamer, met dezelfde handdoek in dezelfde ‘hangpositie’ aan het haakje aan de deur, en zelf ook hetzelfde gekleed als op de foto met de tekst “
Summer 2023 was by far the best”. Gelet op deze foto’s en de boarding pass van [verzoekster] uit februari 2023 is aannemelijk dat [verzoekster] in februari 2023 in Aruba/Curaçao was en dat het TikTok-filmpje van september 2023 een compilatie is van verschillende gebeurtenissen van dat jaar. Infinitas heeft hiertegen alleen aangevoerd dat het niet mogelijk is je locatie op TikTok (“
Oranjestad”) aan te passen, maar onderbouwt dit verder niet. Door alleen te verwijzen naar het TikTok-filmpje heeft Infinitas dan ook niet aangetoond dat [verzoekster] tijdens haar ziekte in de zomer van 2023 vakantie heeft gevierd in het buitenland.
3.5.
De overige feiten en omstandigheden die Infinitas in haar brief van 21 september 2023 aanvoert, kunnen op zichzelf beschouwd niet als dringende reden worden aangemerkt [1] . Zoals hiervoor al is overwogen, waren de perikelen rondom de re-integratie van [verzoekster] niet de directe aanleiding voor het ontslag op staande voet. Bovendien was een ontslag op staande voet vanwege onvoldoende meewerken aan re-integratie nog niet aan de orde. Volgens de Memorie van Toelichting bij de Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (Wulbz) is de sanctie op onvoldoende meewerken namelijk in beginsel het verliezen van het recht op loondoorbetaling (een loonstop). Een ontslag op staande voet is pas gerechtvaardigd als sprake is van bijkomende omstandigheden [2] . Die zijn er in dit geval niet. Infinitas heeft in haar brief van 22 augustus 2023 weliswaar aangekondigd dat zij het loon zou gaan opschorten als [verzoekster] haar werkzaamheden niet zou hervatten, maar zij heeft niet afgewacht of de opschorting van het loon het gewenste effect zou hebben, te weten dat [verzoekster] haar werkzaamheden zou hervatten zoals de Arbo-arts had bepaald. Het enkele onvoldoende meewerken aan de re-integratie was dan ook (nog) geen reden om [verzoekster] op staande voet te ontslaan.
3.6.
Gelet op het voorgaande is de conclusie dan ook dat Infinitas [verzoekster] ten onrechte op staande voet heeft ontslagen. De verzochte verklaring voor recht wordt daarom toegewezen.
De transitievergoeding
3.7.
Infinitas heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd en het is niet gebleken dat [verzoekster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Daarom moet Infinitas [verzoekster] de transitievergoeding van € 316,33 bruto betalen [3] .
De gefixeerde schadevergoeding
3.8.
Omdat Infinitas de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd zonder de opzegtermijn in acht te nemen, moet zij [verzoekster] de gefixeerde schadevergoeding [4] betalen. Deze schadevergoeding is gelijk aan het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou voortduren. De opzegtermijn is één maand, zodat Infinitas [verzoekster] een maandsalaris aan gefixeerde schadevergoeding moet betalen. Het maandsalaris was € 1.875,56 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag, zodat het bedrag van € 2.025,60 bruto inclusief vakantietoeslag wordt toegewezen.
Achterstallig salaris
3.9.
[verzoekster] verzoekt een bedrag van € 750,07 aan salaris over de maand mei 2023. Infinitas betwist niet dat zij dit bedrag aan [verzoekster] is verschuldigd en nog niet heeft betaald, zodat dit bedrag wordt toegewezen.
3.10.
[verzoekster] verzoekt ook het salaris over de periode augustus 2023 tot 21 september 2023, in totaal € 2.947,31 bruto. Omdat Infinitas geen loonstop heeft toegepast, maar het loon alleen heeft opgeschort, moet zij het loon alsnog aan [verzoekster] betalen. Infinitas betwist de hoogte van het gevorderde bedrag niet, zodat dit wordt toegewezen, evenals de niet betwiste wettelijke verhoging en de wettelijke rente.
Geen billijke vergoeding
3.11.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om [verzoekster] een billijke vergoeding toe te kennen. Het gegeven ontslag op staande voet was weliswaar onterecht, maar niet zodanig verwijtbaar dat dit een extra financiële tegemoetkoming rechtvaardigt. Gelet op het filmpje dat [verzoekster] heeft geplaatst op TikTok, in combinatie met haar herhaalde weigering om de werkzaamheden op het kantoor van Infinitas te hervatten, is begrijpelijk dat Infinitas het vermoeden had dat [verzoekster] tijdens haar ziekte elders vakantie aan het vieren was. Het had op de weg van Infinitas gelegen om eerst tekst en uitleg van [verzoekster] te vragen alvorens zij haar op staande voet ontsloeg, maar gelet op de voorgeschiedenis, waarbij [verzoekster] eerst niet bereikbaar was en zich vervolgens niet coöperatief opstelde om tot re-integratie te komen, is voorstelbaar dat voor Infinitas bij het zien van het TikTok-filmpje de maat vol was. [verzoekster] wordt bovendien al voldoende gecompenseerd voor het onterecht gegeven ontslag op staande voet. Rekening houdend met de gefixeerde schadevergoeding ontvangt zij namelijk het salaris over nagenoeg de gehele looptijd van de arbeidsovereenkomst (voor bepaalde tijd) die na 2 november 2023 zou eindigen, terwijl zij maar vier maanden heeft gewerkt. [verzoekster] is inmiddels elders aan het werk en heeft in de tussenliggende periode een WW-uitkering ontvangen. Er is dan ook hooguit in beperkte mate een verlies aan inkomen. Dit alles rechtvaardigt niet dat Infinitas [verzoekster] nog een billijke vergoeding moet betalen.
Eindafrekening en dwangsom
3.12.
Infinitas moet [verzoekster] een deugdelijke (nieuwe) eindafrekening verstrekken en het verschuldigde bedrag aan haar uitbetalen, inclusief de opgebouwde vakantietoeslag en opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen.
3.13.
De verzochte dwangsom wordt toegewezen tot een bedrag van € 250,- per dag met een maximum van € 5.000,-.
Proceskosten
3.14.
Infinitas moet de proceskosten betalen, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt. De rechter stelt deze kosten aan de kant van [verzoekster] tot vandaag vast op € 159,- aan griffierecht, € 543,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dit is totaal
€ 837,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.15.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
verklaart voor recht dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst van 21 september 2023 niet rechtsgeldig is;
4.2.
veroordeelt Infinitas tot betaling van:
  • € 319,33 bruto aan transitievergoeding;
  • € 750,07 netto aan achterstallig loon over de maand mei 2023;
  • € 2.947,31 bruto aan achterstallig loon over de periode augustus 2023 tot en met 21 september 2023, te verhogen met 50% wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf de respectieve data van opeisbaarheid tot het moment van volledige betaling;
  • € 2.025,60 bruto inclusief vakantietoeslag aan gefixeerde schadevergoeding;
4.3.
veroordeelt Infinitas om [verzoekster] binnen 14 dagen na vandaag een correcte eindafrekening te verstrekken en uit te betalen, inclusief de opgebouwde vakantietoeslag en opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag, met een maximum van € 5.000,-.
4.4.
veroordeelt Infinitas in de proceskosten, die aan de kant van [verzoekster] tot vandaag worden vastgesteld op € 837,-;
4.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
4.6.
wijst al het andere af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.P.M. Jurgens en in het openbaar uitgesproken.
424

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 1 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9387 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2006:AX9387)
2.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 8 oktober 3004, ECLI:NL:HR:2004:AO9549
3.Artikel 7:673 lid 1 en lid 7 BW
4.Artikel 7:672 lid 11 BW