ECLI:NL:RBROT:2024:2355
Rechtbank Rotterdam
- Eerste en enige aanleg
- B.A. Cnossen
- R. Cats
- M. Leppens
- Rechtspraak.nl
Intrekken aanwijzing herstructureringsdeskundige na unaniem aanvaard onderhands akkoord in WHOA-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 maart 2024 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de intrekking van de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige in het kader van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). De schuldenares, een besloten vennootschap, had op 9 februari 2023 een startverklaring ingediend bij de rechtbank. In de openingsbeslissing van 24 februari 2023 werd mr. Chr. Groenewoud aangewezen als herstructureringsdeskundige, met een vastgesteld budget van € 12.500,- exclusief BTW.
Op 8 februari 2024 meldde de herstructureringsdeskundige aan de rechtbank dat alle schuldeisers akkoord waren gegaan met het onderhands akkoord, waardoor homologatie niet meer aan de orde was. De rechtbank oordeelde dat de wet niet voorziet in een automatische beëindiging van de aanwijzing van de herstructureringsdeskundige bij het bereiken van een unaniem aanvaard akkoord. Aangezien het WHOA-traject was geëindigd, besloot de rechtbank de aanwijzing van de herstructureringsdeskundige in te trekken.
Daarnaast werd het verzoek van de herstructureringsdeskundige om zijn salaris vast te stellen op € 12.500,- exclusief BTW, als redelijk beschouwd. De rechtbank besloot af te zien van het opvragen van een zienswijze van de schuldenares, omdat het vastgestelde salaris gelijk was aan het reeds toegekende voorschot en er geen bezwaar was geuit. De rechtbank heeft de beschikking openbaar uitgesproken, waarbij de aanwijzing van de herstructureringsdeskundige werd ingetrokken en het salaris werd vastgesteld.