Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 maart 2024 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser
Inleiding
Totstandkoming en inhoud van de besluiten
Beoordeling door de rechtbank
.De minister heeft het belang om benadeling in de vorm van ongewenste benadering ten gevolge van het bekend raken van persoonsgegevens en mogelijke vervalsingen van handtekeningen te voorkomen zwaarder kunnen laten wegen dan het belang van openbaarmaking.
.
.
Conclusie en gevolgen
€ 2.000,- betalen.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn bezwaar niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep gericht tegen het besluit van 29 juli 2020 gegrond;
- vernietigt het besluit van 29 juli 2020 voor zover gericht op het ontbreken van een beslissing over de kosten van de externe dienstverlening van het HvK over de jaren 2016 en 2017 en draagt de minister op binnen zes weken na verzending van deze uitspraak hier alsnog een beslissing over te nemen;
- bepaalt dat de minister het griffierecht van € 178,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt de Staat tot vergoeding van de aan de beroepsfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op € 2.000,-.
mr. M. de Rijke, in aanwezigheid van mr.L. Meijer, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 8 maart 2024.
Informatie over hoger beroep
Bijlage: Wettelijk kader
.kennisneming van de inhoud toe te staan,