ECLI:NL:RBROT:2024:2135
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing naturalisatieverzoek op basis van twijfel over identiteit en nationaliteit
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 19 maart 2024, met zaaknummer ROT 23/31, is het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn naturalisatieverzoek behandeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had het verzoek afgewezen op 25 augustus 2021, en deze afwijzing werd bevestigd in het bestreden besluit van 24 november 2022. Eiser, afkomstig uit Sierra Leone, had zijn naturalisatieverzoek ingediend op 20 september 2020, maar de staatssecretaris twijfelde aan zijn identiteit en nationaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris terecht twijfels had over de identiteit van eiser, onderbouwd door een taalanalyse en een leeftijdsonderzoek. Eiser had documenten overgelegd, waaronder een paspoort en een geboorteakte, die als echt waren aangemerkt, maar de staatssecretaris concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de identiteit en nationaliteit van eiser vast te stellen. De rechtbank oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat de in de documenten vermelde identiteit en nationaliteit juist waren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van het naturalisatieverzoek in stand bleef. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.