ECLI:NL:RBROT:2024:1883
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- N. Boonstra
- R.J.P. Ferwerda
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag leges omgevingsvergunning en de vraag naar geringe wijziging
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 28 februari 2024, wordt het beroep van eiser, een V.O.F. uit [plaats], tegen de aanslag leges omgevingsvergunning beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] had op 20 december 2021 een aanslag opgelegd van € 48.303,15, welke na bezwaar op 28 december 2022 werd verminderd tot € 42.074,75. Eiser betwist de hoogte van de aanslag en stelt dat er sprake is van een geringe wijziging ten opzichte van een eerdere aanvraag uit 2012. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van eiser en concludeert dat er geen sprake is van een geringe wijziging. De rechtbank wijst erop dat de gemeente leges mag heffen voor elke aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, tenzij er sprake is van een geringe wijziging. De rechtbank oordeelt dat de tweede aanvraag substantieel verschilt van de eerste, wat leidt tot de conclusie dat de aanslag terecht is opgelegd. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en de aanslag blijft in stand. Er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.