ECLI:NL:RBROT:2024:1705
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling en afwijzing van eerdere ingangsdatum
In deze zaak heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft het verzoek op 15 februari 2024 behandeld. Verzoekster verkeert in een toestand van betalingsonmacht, wat de rechtbank heeft vastgesteld. Er zijn geen voldoende gronden voor afwijzing van het verzoek, waardoor verzoekster wordt toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Verzoekster heeft echter verzocht om een eerdere ingangsdatum voor de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat niet is aangetoond dat verzoekster zich aan de verplichtingen van het minnelijke schuldsaneringstraject heeft gehouden. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op 15 februari 2024.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de berekening van het vrij te laten bedrag niet correct was, omdat een huurverlaging niet was doorgevoerd. Dit heeft geleid tot onvoldoende afdracht aan de gezamenlijke schuldeisers. De rechtbank heeft de bevoegdheid om deze procedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van verzoekster in Nederland ligt.
De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op 18 maanden, eindigend op 15 augustus 2025, en benoemt mr. M. Aukema tot rechter-commissaris. Tevens zijn er bepalingen getroffen voor de vergoeding van de bewindvoerder en de afhandeling van brieven aan de schuldenares. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 februari 2024.