ECLI:NL:RBROT:2024:1497

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
10/283586-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten in een strafzaak met betrekking tot opzettelijk aanwezig hebben van verdovende middelen en witwassen

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine en cocaïne, witwassen en voorbereidingshandelingen in strijd met de Opiumwet. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte schuldig werd bevonden aan alle ten laste gelegde feiten en had een taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf geëist. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte van alle feiten vrijgesproken dient te worden.

De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de amfetamine in de auto, ondanks dat deze op haar naam stond. De verdachte was op het moment van de vondst niet de bestuurder en ontkende kennis te hebben van de drugs.

Wat betreft de verdovende middelen die in de woning van de verdachte zijn aangetroffen, heeft de rechtbank vastgesteld dat de medeverdachte, die regelmatig bij de verdachte verbleef, de eigenaar van de drugs was en dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van hun aanwezigheid. De rechtbank heeft ook de verklaringen van de verdachte over de herkomst van de in beslag genomen geldbedragen en het Rolex horloge als geloofwaardig beoordeeld.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen zijn, wat heeft geleid tot een integrale vrijspraak van de verdachte. De in beslag genomen voorwerpen, waaronder contante geldbedragen en het Rolex horloge, zijn teruggegeven aan de verdachte, terwijl de verdovende middelen zijn onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/283586-23
Datum uitspraak: 7 februari 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres01] ( [postcode01] ) te [plaats01 ],
raadsman mr. N. Claassen, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 januari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.K. Nanhkoesingh heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 240 uren, te vervangen door 120 hechtenis en daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Voor feit 1 geldt dat de auto waarin de amfetamine op 26 oktober 2023 is aangetroffen eigendom is van de verdachte en dat zij haar ex-vriend en tevens medeverdachte op diezelfde datum een bericht heeft gestuurd waarin zij hem waarschuwt voor een politiecontrole bij de Kuip.
Ten aanzien van de feiten 2 en 3 is door de officier van justitie aangevoerd dat de verdovende middelen zijn aangetroffen in de woning en/of schuur van de verdachte en dat zich in het dossier chatgesprekken tussen de verdachte en de medeverdachte bevinden, waaruit de wetenschap van de verdachte van de aanwezigheid van deze verdovende middelen kan worden afgeleid.
Voor feit 4 geldt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het eenvoudig witwassen van de contante geldbedragen van € 4.700, -, CHF 9.700,00 (Zwitserse Frank) en DKK 8.000,00 (Deense Kroon) en daarnaast aan het opzet witwassen van het Rolex horloge.
Met betrekking tot het onder 5 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan, kort gezegd, het medeplegen van voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a van de Opiumwet.
4.1.2.
Beoordeling door de rechtbank
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van alle aan haar ten laste gelegde feiten. De rechtbank overweegt daartoe, per feit, als volgt.
Feit 1
De rechtbank overweegt dat op grond van de bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de amfetamine in de auto. Alhoewel de auto eigendom is van (het bedrijf van) de verdachte en bij haar in gebruik was, was zij op 26 oktober 2023 rond 21:40 uur niet de bestuurder en/of inzittende hiervan. Zij ontkent stellig dat zij wetenschap heeft gehad van de amfetamine in haar auto. Dat zij de medeverdachte [medeverdachte01], die op dat moment bestuurder van de auto was, op 26 oktober 2023 - in de middag - heeft gewaarschuwd voor een politiecontrole bij de Kuip levert geen bewijs van het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid amfetamine op.
Feiten 2 en 3
Vast staat dat er in de woning van de verdachte aan de [adres01] te [plaats01 ] op 26 oktober 2023 4.133 gram hennep, 1.128,40 gram cocaïne en 471,9 gram amfetamine is aangetroffen. Voor een bewezenverklaring van het onder 2 en 3 ten laste gelegde is in ieder geval vereist dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de verdovende middelen in de woning.
Ondanks dat de verdovende middelen in de woning en/of schuur van de verdachte zijn aangetroffen, is van enige betrokkenheid van de verdachte daarbij niet gebleken. De medeverdachte en tevens ex-vriend van de verdachte logeerde regelmatig bij de verdachte en heeft bekend dat de verdovende middelen van hem zijn. Hij heeft verder verklaard dat de verdachte niets af wist van de (aanwezigheid van die) verdovende middelen. Daarnaast blijkt niet uit het dossier dat de verdovende middelen open en bloot in de woning lagen of anderszins zichtbaar waren. Uit de in het dossier opgenomen chatgespreken kan bovendien geen wetenschap en/of betrokkenheid van de verdachte van en/of bij de aanwezigheid van de verdovende middelen worden afgeleid.
Feit 4
Vast staat dat in de woning van de verdachte diverse geldbedragen zijn aangetroffen, zowel eurobiljetten als vreemde valuta. Ten aanzien van de aangetroffen eurobiljetten heeft de verdachte gemotiveerd onderbouwd wat de herkomst van die bedragen is. De verdachte heeft verklaard dat het gaat om geld dat zij heeft gegenereerd middels haar ondernemingen, te weten een café en een speelhal. In beide ondernemingen is sprake van contante omzetten. Hier zijn namens de verdachte ook stukken van overgelegd. Daarnaast heeft zij ook over het Rolex horloge een verklaring afgelegd. Haar verklaring over zowel de contante geldbedragen als het Rolex horloge is concreet, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Verder vindt haar verklaring ook geen weerlegging in de overige bewijsmiddelen en is er door het Openbaar Ministerie geen nader onderzoek gedaan naar de verklaring van de verdachte. Voor de vreemde valuta geldt dat de verdachte heeft verklaard dat zij geen wetenschap had van de aanwezigheid hiervan en dat de medeverdachte daarover heeft verklaard dat die uitsluitend aan hem toebehoren en hij deze in zijn lade had verstopt zodat de verdachte hiervan niet op de hoogte kon zijn. Het voorgaande betekent dat niet kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Feit 5
Ook ten aanzien van het ten laste gelegde onder 5 is de rechtbank van oordeel dat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe dat er in de telefoon van de verdachte chatgesprekken zijn aangetroffen die de nodige vragen oproepen, maar de verdachte heeft voor ieder gesprek een verklaring en die verklaring vindt geen weerlegging in de bewijsmiddelen. Nu het dossier voor het overige evenmin voldoende aanknopingspunten bevat voor enige betrokkenheid van de verdachte bij het medeplegen van voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a van de Opiumwet, zal zij daarvan worden vrijgesproken.
4.1.3.
Conclusie
De ten laste gelegde feiten zijn niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt integraal vrijgesproken.

5.In beslag genomen voorwerpen

5.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen contante geldbedragen en het Rolex horloge verbeurd te verklaren. Verder heeft de officier van justitie gevorderd om verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig (Jeep). Dit voertuig is weliswaar reeds teruggeven aan de verdachte, maar verbeurdverklaring is nog mogelijk op grond van artikel 34 van het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast heeft hij gevorderd om de inbeslaggenomen verdovende middelen te onttrekken aan het verkeer.
5.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht om, gelet op het verzoek tot integrale vrijspraak van de verdachte, teruggave van alle inbeslaggenomen goederen.
5.3.
Beoordeling door de rechtbank
De vordering van de officier van justitie vindt slechts deels zijn grondslag in de “lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijk beslagtitel” zoals opgenomen in het dossier. Nu er met dit standpunt van de officier van justitie aanwijzingen zijn dat de niet op deze lijst opgenomen goederen ook in deze zaak (en niet alleen in de zaak van de medeverdachte) in beslag zijn genomen, zal de rechtbank ook hierover een oordeel geven (vgl. Hoge Raad 25 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:777).
Ten aanzien van de (niet op de lijst van de verdachte opgenomen) in beslag genomen contante geldbedragen (€ 1.600, - en € 4.700, -) en het (in beide zaken in beslag genomen) Rolex horloge zal - gelet op de integrale vrijspraak - een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte. Voor zover er in de zaak van de verdachte verdovende middelen in beslag zijn genomen, zullen deze worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet en het algemeen belang. Voor alle overige op de lijst van de verdachte opgenomen goederen geldt dat ook hiervoor een last gegeven zal worden tot teruggave aan de verdachte.

6.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht.

7.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- onttrekking aan het verkeer van:
* de verdovende middelen;
- gelast de teruggave aan verdachte van:
* alle op de “Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijk beslagtitel” in de zaak met parketnummer 10-283586-23 opgenomen goederen, met uitzondering van de hiervoor genoemde verdovende middelen;
* de op de “Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijk beslagtitel” in de zaak met parketnummer 10-283576-23 opgenomen contante geldbedragen (€ 1.600, - en € 4.700, -);
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst, met ingang van 24 januari 2024 (dit bevel is afzonderlijk geminuteerd).
Dit vonnis is gewezen door mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mr. N.M. Ketelaar en mr. dr. S. Wahedi, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Blom-den Haan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
zij op of omstreeks 26 oktober 2023,
te Rotterdam,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(in een (personen)auto op naam van [cafe01] ) ,
(ongeveer) 128,4 amfetamine(pasta),
althans een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
zij op of omstreeks 27 oktober 2023,
te Bergschenhoek,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad,
-(ongeveer) 1.128,40* gram cocaïne en/of
-(ongeveer) 502,30** gram amfetamine,
althans een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
amfetamine,
zijnde cocaïne en/of amfetamine, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel
3a van die wet;
3
zij op of omstreeks 27 oktober 2023,
te Bergschenhoek,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(ongeveer) 4.133 gram hennep,
althans een (handels)hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,
zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
zij op of omstreeks 27 oktober 2023,
te Bergschenhoek,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
althans alleen,
één of meerdere voorwerpen, te weten:
-een contant geldbedrag ad Eur 1.600,00 en/of
-een contant geldbedrag ad Eur 4.700,00 en/of
-een contant geldbedrag ad CHF 9.700,00* (Zwitserse Frank) en/of
-een contant geldbedrag ad DKK 8.000,00** (Deense Kroon) en/of
-een horloge van het merk/type “Rolex Datejust”,
voorhanden heeft gehad,
terwijl zij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden,
dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen,
geheel en/of gedeeltelijk,
onmiddellijk en/of middellijk,
afkomstig was c.q. waren uit enig misdrijf en/of uit enig eigen misdrijf;
5
zij op of omstreeks in de periode van 20 juli 2022 tot en met 27 oktober 2023,
te Bergschenhoek,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde lid en/of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten:
het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of
bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren,
van (handels)hoeveelheden cocaïne en/of amfetamine en/of methamfetamine,
althans een hoeveelheid materiaal bevattende cocaïne en/of amfetamine en/of
methamfetamine,
zijnde cocaïne en/of amfetamine en/of methamfetamine, (een) middel(en) vermeld
op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
–een ander of anderen, heeft getracht te bewegen om dat feit c.q. die feiten te
(doen) plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
–zich en/of een ander of anderen, gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat feit c.q. die feiten heeft getracht te verschaffen en/of
–voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan zij wist of ernstige reden had te
vermoeden, dat zij bestemd waren tot het plegen van hierboven bedoeld(e) feit(en),
immers hebbende verdachte en/of haar mededader(s):
–met elkaar en/of (een) ander(en) contact onderhouden en/of informatie en/of
afbeeldingen uitgewisseld en/of afspraken gemaakt over de/het levering en/of
bestelling(en) en/of opslag en/of vervoer en/of aankoop en/of prijzen en/of
betaling en/of in ontvangstneming van versnijdingsmiddelen en/of (een)
middel(en) van Lijst I van de Opiumwet en/of drugsmonsters en/of
verpakkingsmaterialen en/of een mengmachine en/of grondstoffen en/of
bestanddelen en/of productiematerialen voor de fabricatie van (een) middel(en)
van Lijst I van de Opiumwet en/of
–één of meerdere blokken cocaïne (11 stuks) voorhanden gehad en/of
–een weegschaal en/of een zeef en/of één of meerdere emmers voorhanden gehad
en/of
–een voertuig (personenauto van het merk/type “Jeep”, kenteken: [kenteken01] )
voorhanden gehad en/of
–één of meerdere telefoons (iPhone; BlackBerry; Samsung) voorhanden gehad
en/of
–versnijdingsmiddelen (paracetamol; cafeïne) voorhanden gehad en/of
–contante geldbedragen in Euro (Eur 1.600,00; Eur 4.700,00) en/of in buitenlandse
valuta (CHF 9.700,00; DKK 8.000,00; RSD 11.180,00) voorhanden gehad en/of
–een (handgeschreven) administratie over kopers en/of verkopers en/of
aanbetalingen en/of verkoopprijzen en/of inkoopprijzen bijgehouden en/of
voorhanden gehad en/of
–ten behoeve van het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of opslaan van
(een) middel(en) van Lijst I van de Opiumwet, de woning (met schuur) aan de
[adres01] te [plaats01 ] , ter beschikking gesteld aan haar
mededader(s) en/of
–middels de bankrekening op naam van [naam01] (zijnde haar minderjarige
zoon) (een) betaling(en) verricht voor de aankoop van versnijdingsmiddelen.