Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 februari 2024 in de zaak tussen
SABIC Petrochemicals B.V., uit Sittard, eiseres (hierna: SABIC)
Autoriteit Consument & Markt, verweerster (hierna: de ACM)
Inleiding
- namens SABIC, [naam] ([functie]), [naam 2] ([functie 2]) en de gemachtigden, waarbij mr. I.F. Kieft is waargenomen door
mr. E.W. van de Luijtgaarden,
Aanleiding voor de procedure
Voor de eigenaar van een GDS stelt de ACM geen tarieven vast. Deze tarieven worden vastgesteld in privaatrechtelijke afspraken tussen de eigenaar van het GDS en diens aangeslotene
.Dat SABIC voldoet aan de objectieve criteria voor de volumecorrectie maakt het voorgaande niet anders. Ook voor de periode voorafgaand aan de verlening van de ontheffing voor een GDS aan USG (van 1 juli 2018 tot 9 juni 2022) was de volumecorrectieregeling niet van toepassing. Uit de wetsgeschiedenis [4] van artikel 10, elfde lid, van de E-wet blijkt dat de wetgever ook hier heeft beoogd een onderscheid te maken tussen een eigenaar van een net die beheerder is (door aanwijzing) en een eigenaar die dit niet is. Bovendien geldt ook voor deze situatie dat de ACM hier niet de tarieven vaststelt. De ACM wijst het handhavingsverzoek af omdat er geen sprake is van een overtreding.
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
met dien verstandedat niet aan de verplichtingen bedoeld in de paragrafen 5 en 6 van hoofdstuk 3 van de E-wet behoeft te worden voldaan. Het gaat daarbij om verplichtingen uit de paragrafen met betrekking tot voorwaarden en tariefstructuren. Nu de volumecorrectieregeling, die een verplichting voor de netbeheerder bevat, staat in paragraaf 5 van hoofdstuk 3 van de E-wet, heeft de ACM terecht overwogen dat de verplichting om die regeling toe te passen niet geldt voor de eigenaar van een GDS. Dat SABIC voldoet aan de objectieve criteria voor toepassing van de volumecorrectieregeling, doet die verplichting niet alsnog ontstaan.
Onderdeel J
binnen de systematiekdie ACM hanteert voor de vaststelling van de tarieven. (…)”. [9]