Conclusie en gevolgen
7. Gelet op het in beroep en in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken, is het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Omdat verweerder in beroep en in zijn reactie op de tussenuitspraak de gebreken heeft hersteld, laat de rechtbank de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand.
8. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoeden en krijgt eiseres een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Bpbals volgt vast (voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (door mr. E.L.M. van der Wal)). De rechtbank kent 1 punt toe voor het indienen van een bezwaarschrift en 1 punt voor het indienen van een beroepschrift. De waarde per punt in bezwaar bedraagt € 624,-. De waarde per punt in beroep bedraagt € 875,-. De wegingsfactor is 1. De rechtbank stelt de kosten daarmee vast op € 1.499,-.
9. Eiseres heeft op 5 juni 2023 verzocht om bij een gegrond beroep verweerder te veroordelen in de gemaakte kosten in bezwaar en beroep van de door haar ingeschakelde deskundige ( [persoon A] ). Op 6 december 2023 heeft eiseres de volgende facturen overgelegd met kosten en werkzaamheden die ten grondslag liggen aan de medische adviezen:
a. factuur 5 november 2021, opstellen en versturen niet medisch rapport, € 1.025,-;
b. factuur 2 juni 2022, hoorzitting UWV, € 299,-;
c. factuur 8 september 2022, opstellen en versturen niet medisch rapport, € 538,-;
d. factuur 7 november 2022, aangetekende stukken verzonden, € 18,-;
e. factuur 10 mei 2023, rapport spoed WGA beroep, € 1.184,-;
f. factuur 20 juli 2023, hoorzitting rechtbank en reistijd 3,5 uur, € 329,- + €537,50 = € 866,50;
g. factuur 6 december 2023, rapport spoed WGA beroep, € 1.184,-.
10. Eiseres heeft op 16 januari 2024 een urenspecificatie overgelegd van de verrichte werkzaamheden. Uit de dossierstukken volgt echter dat [persoon A] in bezwaar en in beroep in de rol van arts-gemachtigde schriftelijk heeft gereageerd. Deze stukken bevatten niet slechts een uiteenzetting van de medische situatie van de ex-werknemer, maar ook een juridische standpuntbepaling. Ook is [persoon A] als gemachtigde van eiseres opgetreden op de zitting van de rechtbank van 15 juni 2023. De rechtbank is van oordeel dat [persoon A] als arts-gemachtigde van eiseres heeft deelgenomen aan de bezwaar- en beroepsprocedure. Het verrichten van handelingen door een arts-gemachtigde sluit uit dat diezelfde arts in dezelfde procedure optreedt als deskundige, zodat niet (een deel van) de kosten als deskundigenkosten kunnen worden vergoed.Dit betekent dat eiseres voor het inschakelen van [persoon A] een vergoeding krijgt op basis van het Bpb (voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand).
11. Ten aanzien van de facturen a en e overweegt de rechtbank dat dit gemaakte kosten zijn voor een bezwaar- en beroepschrift. Deze kosten worden geacht te zijn vergoed met de vergoeding als in rechtsoverweging 8 gegeven.
12. De facturen c, d, e komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat het Bpb daarin niet voorziet. Ook de in factuur f in rekening gebrachte reistijd komt om die reden niet voor vergoeding in aanmerking. Het Bpb voorziet slechts in reiskosten van een partij of belanghebbende (artikel 1, onder c van het Bpb). Het exclusieve karakter van het Bpb biedt geen ruimte om reiskosten van een mede-gemachtigde voor vergoeding in aanmerking te brengen, nu [persoon A] al een vergoeding krijgt een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en het Bpb in het betreffende artikel (artikel 1, onder a) niet voorziet in door een mede-gemachtigde gemaakte reiskosten.
13. Voor wat betreft de facturen b, f (hoorzitting rechtbank) en g kent de rechtbank 1 punt toe voor het verschijnen op de hoorzitting in bezwaar, 1 punt voor het verschijnen op zitting in beroep en 0,5 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze na een bestuurlijke lus. De waarde per punt in bezwaar bedraagt € 624,-. De waarde per punt in beroep bedraagt € 875,-. De wegingsfactor is 1. De rechtbank stelt deze kosten daarmee vast op € 1.936,50.
14. Gelet op bovenstaande is de totale kostenveroordeling voor verweerder dus € 1.499,- + € 1.936,50 = € 3.435,50.