Op 9 december 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op het verzoek van mr. M.P. van der Stroom, rechter in de rechtbank Rotterdam, om zich te mogen verschonen van de behandeling van een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van de zoon van mevrouw [persoon A]. De rechter heeft aangegeven dat de moeder van de jongen, mevrouw [persoon A], het gevoel heeft dat de rechter niet objectief naar de zaak kijkt, vooral omdat de rechter eerder een stevig standpunt heeft ingenomen over de noodzakelijke maatregelen. Dit heeft geleid tot de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding is. De rechtbank heeft het verzoek om verschoning toegewezen, omdat de aangevoerde omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. De zaak zal nu door een andere rechter worden behandeld, om zo de objectiviteit en de eerlijke rechtspraak te waarborgen.