In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de eiseressen, Erasmus GP S.à.r.l. en Erasmus C.V., en de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De eiseressen vorderden ontbinding van de huurovereenkomst, terwijl de gedaagden in reconventie toegang tot de huurwoning eisten. De zaak volgde op een tussenvonnis van 24 mei 2024, waarin de kantonrechter de eiseressen had toegelaten tot het bewijs dat een explosie nabij de woning een gerichte aanslag was op de gedaagden en/of hun zoons. De eiseressen hebben echter geen bewijs geleverd en hebben op het laatste moment afgezegd voor het getuigenverhoor. Hierdoor heeft de kantonrechter de vorderingen van de eiseressen afgewezen en de reconventionele vordering van de gedaagden toegewezen, inclusief een dwangsom voor het geval de eiseressen niet aan de uitspraak voldoen. De proceskosten zijn voor rekening van de eiseressen, die in zowel conventie als reconventie ongelijk hebben gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagden direct toegang tot de woning kunnen eisen, ook als de eiseressen in hoger beroep gaan.