ECLI:NL:RBROT:2024:13230

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
6 januari 2025
Zaaknummer
11295264 CV EXPL 24-22451
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Leaseovereenkomst motorvoertuig en geschil over betaling leasetermijnen en schadevergoeding

In deze zaak heeft Axus Nederland N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die handelt onder een handelsnaam, met betrekking tot een leaseovereenkomst voor een Mercedes Benz A-klasse A180. De leaseovereenkomst is op 24 januari 2024 geëindigd, en Axus stelt dat de gedaagde verschillende facturen onbetaald heeft gelaten, waaronder leasetermijnen, verkeersboetes en een bedrag aan eigen risico in verband met schade aan de auto. De gedaagde erkent dat hij twee leasetermijnen en de kosten voor verkeersboetes niet heeft betaald, maar betwist het eigen risico dat door Axus in rekening is gebracht, stellende dat hij de auto onbeschadigd heeft ingeleverd.

De kantonrechter kan op dit moment nog geen eindbeslissing nemen en heeft behoefte aan nadere inlichtingen. De gedaagde heeft gemotiveerd betwist dat hij de auto beschadigd heeft ingeleverd, en de kantonrechter heeft daarom besloten om een mondelinge behandeling te plannen. Tijdens deze zitting zal de kantonrechter vragen aan partijen stellen en hen de gelegenheid geven om hun standpunten toe te lichten. Ook zal de kantonrechter onderzoeken of partijen tot een oplossing kunnen komen. De kantonrechter heeft partijen gevraagd om hun beschikbaarheid voor de zitting in maart en april 2025 door te geven, en houdt verdere beslissingen aan totdat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11295264 CV EXPL 24-22451
datum uitspraak: 13 december 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Axus Nederland N.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
eiseres,
gemachtigde: P.M.F. Otten te Heerlen,
tegen
[gedaagde], die handelt onder de naam [handelsnaam] ,
wonende te Spijkenisse,
gedaagde,
die zelf procedeert, zonder bijstand van een gemachtigde.
Partijen worden hierna ‘Axus’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 29 augustus 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de nadere mondelinge reactie van [gedaagde] .

2.De beoordeling

Wat is de kern van de zaak?
2.1.
Axus en [gedaagde] hebben op 8 juli 2020 een leaseovereenkomst gesloten met betrekking tot de auto van het merk Mercedes Benz A-klasse A180 met kenteken [kentekennummer]
De leaseovereenkomst is op 24 januari 2024 geëindigd. Volgens Axus heeft [gedaagde] verschillende facturen onbetaald gelaten. [gedaagde] is daarom nog een bedrag van € 3.069,01 aan hoofdsom Axus verschuldigd. Omdat [gedaagde] niet op tijd heeft betaald, vordert Axus ook dat [gedaagde] de buitengerechtelijke incassokosten en de contractuele rente van 18% betaalt.
2.2.
[gedaagde] erkent dat hij twee leasetermijnen en de kosten voor verschillende verkeersboetes niet heeft betaald, maar hij is het niet eens met het eigen risico dat in verband met schade aan de auto door Axus in rekening is gebracht. [gedaagde] heeft de auto namelijk op 24 januari 2024 onbeschadigd ingeleverd bij Axus. [gedaagde] is het ook niet eens met de buitengerechtelijke kosten en stelt daarnaast dat hij onterecht gedagvaard is.
2.3.
De kantonrechter kan op dit moment nog geen eindbeslissing nemen en wil de zaak met partijen bespreken. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Een deel van de hoofdsom wordt door [gedaagde] betwist
2.4.
Axus vordert een bedrag van € 3.069,01 aan onbetaald gelaten facturen. De kantonrechter begrijpt dat dit bedrag – kort gezegd – betrekking heeft op de leasetermijnen van december 2023 en januari 2024, de kosten van twee verkeersboetes met bijbehorende administratiekosten en een bedrag aan eigen risico in verband met schade aan de auto. Van het gevorderde bedrag betwist [gedaagde] enkel het deel dat ziet op het eigen risico, te weten een bedrag van € 744,92.
2.5.
Blijkens de facturen die door Axus zijn overgelegd, is er op 23 februari 2024 een bedrag van € 744,92 aan eigen risico door Axus in rekening gebracht. [gedaagde] stelt dat hij ten aanzien van het in rekening gebrachte eigen risico nadien nog een creditfactuur van
€ 300,00 heeft ontvangen. Volgens [gedaagde] is deze creditfactuur door Axus niet in de berekening van de hoofdsom meegenomen. Uit de door Axus overgelegde stukken blijkt echter dat de betreffende factuur van 3 april 2024 wel degelijk in de berekening van de hoofdsom is meegenomen, in die zin dat de hoofdsom met dit bedrag is verminderd. Dit betekent dat van het gevorderde bedrag, een bedrag van € 444,92 (€ 744,92 - € 300,00) ziet op het eigen risico in verband met schade aan de auto. Dit deel van de vordering wordt dus door [gedaagde] betwist. Het overige deel van de vordering, een bedrag van 2.624,09, te weten
(€ 3.069,01 - € 444,92), wordt door [gedaagde] niet betwist en is daarom toewijsbaar.
De kantonrechter wil de zaak met partijen bespreken
2.6.
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] het eigen risico dat in verband met schade aan de auto door Axus in rekening is gebracht, moet betalen. Axus stelt dat [gedaagde] de auto beschadigd heeft ingeleverd en dat [gedaagde] daarom het in rekening gebrachte eigen risico aan Axus moet betalen. Dit wordt door [gedaagde] betwist. Ter onderbouwing van haar stelling heeft Axus een schaderapport met foto’s van 30 januari 2024 overgelegd. Uit dit rapport volgt dat er tijdens de inspectie op 30 januari 2024 op verschillende plekken op en in de auto schade is geconstateerd. In zijn nadere mondelinge toelichting heeft [gedaagde] hierover opgemerkt dat de inspectie pas enkele dagen nadat hij de auto heeft ingeleverd en op een andere locatie dan waar hij de auto heeft ingeleverd, is uitgevoerd. Ook komt de kilometerstand die in het schaderapport vermeld wordt volgens [gedaagde] niet overeen met de kilometerstand zoals die was ten tijde van het inleveren van de auto. Volgens [gedaagde] is de auto bij het inleveren op 24 januari 2024 door Axus niet geïnspecteerd op schade.
2.7.
Omdat [gedaagde] gemotiveerd betwist dat hij de auto op 24 januari 2024 beschadigd heeft ingeleverd, ligt het op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv in beginsel op de weg van Axus om bewijs te leveren.
2.8.
Alvorens over te gaan tot eventuele bewijslevering, wil de kantonrechter de zaak met partijen bespreken. De kantonrechter heeft namelijk behoefte aan nadere inlichten, omdat wat betreft de feitelijke gang van zaken rondom het inleveren en inspecteren van de auto op schade veel onduidelijk is gebleven. Zo is niet duidelijk waarom de auto pas op 30 januari 2024 is geïnspecteerd en of de auto bij het inleveren op 24 januari 2024 ook al op schade is gecontroleerd. Verder is niet duidelijk op welke locatie de auto is ingeleverd, of het klopt dat de auto op 30 januari 2024 op een andere locatie is geïnspecteerd en of het klopt dat de kilometerstand in het schaderapport niet overeenkomt met de kilometerstand ten tijde van het inleveren van de auto en zo ja, waardoor dit komt.
2.9.
De kantonrechter bepaalt dat een mondelinge behandeling gehouden zal worden, waarbij in elk geval – maar niet uitsluitend – de hiervoor genoemde onduidelijkheden aan de orde zullen komen. Tijdens die zitting zal de kantonrechter vragen aan partijen stellen en daarnaast krijgen partijen de mogelijkheid om hun kant van het verhaal te vertellen. Ook zal de kantonrechter onderzoeken of partijen alsnog samen tot een oplossing kunnen komen.
2.10.
Bij het plannen van de zitting wil de kantonrechter zoveel mogelijk rekening houden met de agenda van de partijen. Daarom wordt nu eerst aan de partijen gevraagd de kantonrechter te laten weten op welke ochtenden en/of middagen in de maanden maart en april 2025 zij echt niet naar een zitting kunnen komen. Ook wil de kantonrechter graag de e-mailadressen van partijen ontvangen.
2.11.
Na ontvangst van de verhinderdata van partijen - of als geen verhinderdata worden ontvangen - wordt de mondelinge behandeling ingepland. Partijen zijn vervolgens in de gelegenheid om tot één week voor de mondelinge behandeling eventuele aanvullende stukken, die van belang kunnen zijn voor onderhavige procedure, aan de kantonrechter toe te sturen, bijvoorbeeld stukken (of foto’s) waaruit blijkt of de schade bij het inleveren van de auto op 24 januari 2024 al aanwezig was. De stukken dienen tevens per gelijke post aan de wederpartij te worden toegestuurd.
2.12.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
bepaalt dat partijen uiterlijk woensdag
8 januari 2025schriftelijk moeten laten weten op welke ochtenden/middagen in de maanden maart en april 2025 zij echt niet naar een zitting kunnen komen en tevens hun e-mailadres moeten opgeven;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
62828