ECLI:NL:RBROT:2024:13221

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
6 januari 2025
Zaaknummer
11328251 CV EXPL 24-24734
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallige huur en verkeersboete

In deze zaak vordert eiseres, vertegenwoordigd door de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V., betaling van achterstallige huurbetalingen en een verkeersboete van gedaagde. De vorderingen zijn niet betwist door gedaagde, die niet is verschenen op de rolzitting en ook geen schriftelijke reactie heeft gegeven. De kantonrechter heeft de vorderingen toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond zijn. De hoofdsom van de vordering bedraagt € 5.609,31, met rente en buitengerechtelijke kosten, wat leidt tot een totaalbedrag van € 6.738,12 dat gedaagde aan eiseres moet betalen. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.113,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiseres het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als gedaagde in hoger beroep gaat. De uitspraak vond plaats op 6 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11328251 CV EXPL 24-24734
datum uitspraak: 6 december 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres] ,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
statutair gevestigd in [vestigingsplaats 2] , kantoorhoudende in Rotterdam,
gedaagde,
voor wie [persoon A] schriftelijk heeft gereageerd.
Partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 29 augustus 2024, met bijlagen;
  • de mail van 4 oktober 2024 van [persoon A] namens [gedaagde] met een verzoek om uitstel.
1.2.
Bedoeld verzoek om uitstel is door de kantonrechter gehonoreerd en bij rolbericht van 10 oktober 2024 is [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om op de rolzitting van 5 november 2024 mondeling of schriftelijk te reageren op de stellingen van [eiseres] in de dagvaarding. Op genoemde rolzitting is [gedaagde] echter niet verschenen, terwijl zij evenmin schriftelijk heeft gereageerd of om verdere aanhouding heeft verzocht. Vervolgens heeft de kantonrechter vonnis bepaald in de zaak, waarvan de uitspraak bepaald is op vandaag.

2.Het geschil

2.1.
[eiseres] vordert samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 6.738,12 met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt gevorderd, bestaat uit de hoofdsom van € 5.609,31, rente van € 1.106,87 (berekend tot 21 augustus 2024) en buitengerechtelijke kosten van € 658,06, verminderd met (een) ontvangen betaling(en) van in totaal € 636,12.
2.2.
[eiseres] baseert de vordering op het volgende.
[gedaagde] is een overeenkomst aangegaan voor de huur van een compressor en een diamantboor met [eiseres] . [eiseres] heeft [gedaagde] facturen verstuurd voor de huur van de compressor en de diamantboor. [gedaagde] heeft deze facturen niet betaald. [gedaagde] heeft een betalingsverplichting op basis van de huurovereenkomsten en moet daarom € 5.362,31 betalen. Daarnaast heeft [gedaagde] een verkeersovertreding begaan, terwijl zij met een gehuurde aanhangwagen van [eiseres] reed. [eiseres] heeft een factuur verstuurd voor de betaling van deze verkeersboete, maar [gedaagde] heeft die factuur niet betaald. [gedaagde] moet als veroorzaker van de boete, een schadevergoeding van € 247,00 betalen.
2.3.
[gedaagde] heeft niet inhoudelijk gereageerd.

3.De beoordeling

Hoofdsom

3.1.
Zoals hiervoor ook al vermeld heeft [gedaagde] geen gebruik gemaakt van de haar geboden mogelijkheid om verweer te voeren tegen de vordering van [eiseres] . [gedaagde] heeft de vordering derhalve onweersproken gelaten en nu de vordering de kantonrechter onrechtmatig noch ongegrond voorkomt, is deze toewijsbaar zoals hierna vermeld.
Proceskosten
3.2.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan [eiseres] moet betalen op € 115,22 aan dagvaardingskosten, € 524,00 aan griffierecht, € 339,00 aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 339,00) en € 135,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 1.113,22. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
3.3.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [eiseres] dat vordert en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen € 6.738,12 met de contractuele rente van 1% per maand over het bedrag van € 5.609,31 vanaf 21 augustus 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] worden begroot op € 1.113,22;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
64266