Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 augustus 2024, met bijlagen;
- de mail van 4 oktober 2024 van [persoon A] namens [gedaagde] met een verzoek om uitstel.
2.Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 6.738,12 met rente;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
[gedaagde] is een overeenkomst aangegaan voor de huur van een compressor en een diamantboor met [eiseres] . [eiseres] heeft [gedaagde] facturen verstuurd voor de huur van de compressor en de diamantboor. [gedaagde] heeft deze facturen niet betaald. [gedaagde] heeft een betalingsverplichting op basis van de huurovereenkomsten en moet daarom € 5.362,31 betalen. Daarnaast heeft [gedaagde] een verkeersovertreding begaan, terwijl zij met een gehuurde aanhangwagen van [eiseres] reed. [eiseres] heeft een factuur verstuurd voor de betaling van deze verkeersboete, maar [gedaagde] heeft die factuur niet betaald. [gedaagde] moet als veroorzaker van de boete, een schadevergoeding van € 247,00 betalen.