In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 oktober 2024 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure van een verzoekster uit Tilburg tegen NTT Data Business Solutions B.V. en 2b Financed B.V., beide gevestigd in respectievelijk Eindhoven en Veldhoven. De verzoekster heeft in haar verzoekschrift aanspraak gemaakt op loon en verzocht om verschillende verklaringen voor recht. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat deze vorderingen niet via een verzoekschrift, maar via een dagvaarding moeten worden ingediend, zoals bepaald in artikel 78 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De verzoekster kreeg de gelegenheid om de verweerders met een exploot op te roepen, maar werd ook gewezen op de onbevoegdheid van de Rechtbank Rotterdam in deze zaak.
De kantonrechter heeft de verzoekster erop gewezen dat de Rechtbank Oost-Brabant bevoegd is, gezien de vestigingsplaatsen van de verweerders. De verzoekster werd geadviseerd om de procedure direct bij de bevoegde rechtbank aanhangig te maken. Indien de verzoekster geen oproepingsexploot zou indienen voor de datum die in de beschikking is vermeld, zou zij niet ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek. De beschikking bevatte ook instructies voor de rolzitting en de mogelijkheid om de procedure voort te zetten volgens de regels van de dagvaardingsprocedure, mocht de verzoekster ervoor kiezen om de zaak bij de Rechtbank Rotterdam aanhangig te maken.
De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter, mr. C.J. Frikkee, en benadrukt het belang van de juiste procesvoering en de bevoegdheid van de rechtbanken in civiele zaken.