ECLI:NL:RBROT:2024:13130
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om machtiging door curator voor afstand van vorderingsrecht en legitieme portie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van een curator. De curator verzocht om machtiging om namens de onder curatele gestelde afstand te doen van een vorderingsrecht dat voortvloeit uit een ouderlijke boedelverdeling, en om geen aanspraak te maken op de legitieme portie in de nalatenschap van de moeder van de onder curatele gestelde. De verzoeker, die de curator vertegenwoordigt, stelt dat het in het belang van de onder curatele gestelde is om deze afstand te doen, omdat zij door haar verstandelijke beperking niet in staat is om met het geld om te gaan. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het niet in het belang van de onder curatele gestelde is om afstand te doen van het vorderingsrecht, omdat dit zou leiden tot een aanzienlijke vermogenstoename die zij niet kan benutten. De rechter heeft daarbij ook de wens van de ouders om de onder curatele gestelde niet te laten erven in overweging genomen, maar benadrukt dat de belangen van de onder curatele gestelde voorop moeten staan. De verzoeken zijn afgewezen, omdat het niet noodzakelijk, nuttig of wenselijk is om de gevraagde machtigingen te verlenen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. dr. P.G.J. van den Berg.