Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 februari 2024, met bijlagen;
- het antwoord met een eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
- het antwoord in reconventie, met bijlagen;
- de mail namens [gedaagde 1] van 7 augustus 2024, met een bijlage;
- de mail namens Herk van 15 oktober 2024, met een bijlage;
- de drie mails namens [gedaagde 1] van 15 oktober 2024, met bijlagen;
- de mail namens [gedaagde 1] van 25 oktober 2024, met een bijlage.
2.De beoordeling
herleidbaarblijkt (per maand):
- welke omzet zij in 2019 (de referentieperiode) per maand heeft gemaakt;
- welke omzet zij heeft gemaakt in de maanden waarover zij huurkorting eist;
- wat haar totale vaste lasten zijn geweest in de jaren waarover zij huurkorting vraagt;
- hoeveel TVL over welke periode(n) zij heeft ontvangen.
de door eiseres geleden en nog te lijden schade te voldoen, nader op te maken bij staat.” Tijdens de zitting heeft zij toegelicht dat zij daarmee eventuele mutatieschade bedoelt na ontruiming van de bedrijfsruimte althans schade als er niet ontruimd wordt. Die eis zal de kantonrechter niet toewijzen, omdat die te onbepaald is. Als [gedaagde 1] wordt veroordeeld om de ruimte te ontruimen, is namelijk nog onduidelijk of er schade is en in hoeverre [gedaagde 1] die moet vergoeden.
3.De beslissing
donderdag 16 januari 2025om
11.30 uurzodat [gedaagde 1] zich kan uitlaten, zoals beschreven in 2.17;